VVD op de bres voor Europese detailhandel - Main contents
in Nieuws
De detailhandel in veel Europese lidstaten heeft het zwaar te verduren. Steeds vaker vallen winkeliers ten prooi aan georganiseerde en professionele bendes die dwars door de gehele Europese Unie trekken en zich schuldig maken aan allerlei vormen van winkelcriminaliteit. Van winkeldiefstal tot ramkraak, van valsemunterij tot fraude met betaalpassen. De verliezen voor de betrokkenen zijn niet gering. In recent gepresenteerde cijfers gaf het Platform Detailhandel Nederland aan dat voor het jaar 2007 alleen al in Nederland de detailhandel 220 miljoen euro is misgelopen door toedoen van winkeldieven.
Een alarmerend gesprek met vertegenwoordigers van het Platform Detailhandel Nederland heeft VVD-Europarlementariër Jeanine Hennis-Plasschaert ertoe doen besluiten de Europese Commissie op te roepen tot actie: "Zowel de praktijk als de cijfers tonen aan dat het gaat om een enorm probleem op Europese schaal. Een groot aantal winkeliers is de dupe van de toenemende grensoverschrijdende winkelcriminaliteit. Daar komt bij dat de bendes die actief zijn in de winkelcriminaliteit, vaak ook actief zijn in andere vormen van criminaliteit, zoals drugshandel, vrouwenhandel en wapenhandel. Zeker in een Unie zonder binnengrenzen is het zaak krachtig hiertegen op te treden."
In de schriftelijke vragen die Hennis-Plasschaert aan de Commissie heeft gesteld, zet zij ondermeer in op het in het leven roepen van nationale contactpunten om zo betere coördinatie en een effectieve informatie-uitwisseling te bewerkstelligen. Verder vraagt zij de Commissie om met maatregelen te komen die moeten bevorderen dat onderdanen uit EU-lidstaten, die zich in andere EU-lidstaten schuldig maken aan gewelddadige of aan andere ernstige vormen van criminaliteit het land uit kunnen worden gezet.
U vindt de vragen hieronder.
Schriftelijke vragen Jeanine Hennis-Plasschaert aan de Europese Commissie:
-
1.Georganiseerde en professionele bendes trekken rond door diverse EU-lidstaten en maken zich schuldig aan verschillende vormen van grensoverschrijdende winkelcriminaliteit. Is de Commissie van mening dat een Europees plan van aanpak nodig is om dit aan te pakken? Zo nee, waarom niet?
-
2.Is de Commissie bereid om na te denken over een zgn. 'speciale' officier van justitie op Europees niveau belast met grensoverschrijdende winkelcriminaliteit teneinde de communicatie tussen politie en justitie in deze te optimaliseren waardoor een gerichte aanpak mogelijk wordt? Zo nee, waarom niet?
-
3.Is de Commissie bereid om lidstaten te verzoeken een nationaal contactpunt aan te wijzen, zodat er ook op Europees niveau een betere coördinatie evenals een effectieve informatie-uitwisseling op dit punt tot stand komt? Zo nee, waarom niet?
-
4.Kan de Commissie aangeven of, en zo ja welke, activiteiten Europol en Eurojust in deze ontplooien? En zo ja welke, concrete resultaten er worden geboekt? Zo nee, waarom niet?
-
5.De Commissie werkt aan de opzet van een Europese survey om te komen tot vergelijkbare statistieken over criminaliteit gericht tegen het bedrijfsleven. Kan de Commissie toezeggen dat er ook statistieken worden verzameld m.b.t. winkelcriminaliteit? Zo ja, kan hierbij een onderverdeling worden gemaakt tussen de verschillende verschijningsvormen? Kan de Commissie hierbij bovendien onderscheid maken tussen daders die louter nationaal - en daders die ook grensoverschrijdend opereren? Zo nee, waarom niet?
-
6.Klopt het dat internationale bendes die actief zijn in criminaliteit gericht tegen de detailhandel, vaak ook actief zijn in andere vormen van criminaliteit, zoals drugshandel, vrouwenhandel en wapenhandel? Zo ja, moet hieraan dan niet onmiddellijk hoge prioriteit worden gegeven?
-
7.Is de Commissie bereid maatregelen voor te stellen die bevorderen dat onderdanen uit EU-lidstaten die zich in andere EU-lidstaten schuldig maken aan gewelddadige of andere ernstige vormen van criminaliteit het land kunnen worden uitgezet? Zo nee, waarom niet?