Beantwoording vragen René Leegte (VVD) over Odfjell - Main contents

Begin augustus stelde René Leegte vragen over het bevoegde gezag rondom Tankopslagbedrijf Odfjell (lees hier). De milieugedeputeerde in Zuid-Holland gaf namelijk aan dat de provincie door gebrek aan wetgeving de tankopslag niet kon stilleggen. De overheidsinspecties hebben volgens hem te weinig instrumenten om bij bedrijven en instellingen echt door te pakken.

VVD-Kamerlid Rene Leegte had zijn twijfels over het verhaal van de Gedeputeerde. Volgens hem hebben de provincies juist wel de bevoegdheid om bedrijven te sluiten als de veiligheid van de inwoners in het geding is. Onderstaand de beantwoording van de vragen van René Leegte.

Geachte voorzitter,

Hierbij beantwoord ik de vragen van de heer Leegte (VVD) over het bevoegd gezag ten aanzien van het Tankopslagbedrijf Odfjell (ingezonden 3 augustus 2012).

1 Kent u het bericht “Provincie kon Odfjell niet zelf sluiten”? 1)

Ja.

2 Klopt het dat de provincie het bevoegd gezag is over Odfjell?

Ja, de provincie Zuid-Holland is bevoegd gezag voor de vergunningverlening en het toezicht voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

3 Kunt u aangeven welke mogelijkheden provincies ter beschikking staan om op te treden als bedrijven zich niet aan veiligheidsregels en voorschriften houden?

Gedeputeerde staten van een provincie hebben als bevoegd gezag met betrekking tot een inrichting op grond van de Wabo de volgende bestuursrechtelijke sanctiemogelijkheden tot hun beschikking:

• - 

  Het opleggen van een last onder bestuursdwang.
• - 

  Het opleggen van een last onder dwangsom.
• - 

  Het (gedeeltelijk) intrekken van een vergunning of ontheffing.
• - 

  Het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking Milieu (sinds 1 mei 2012).

Het stilleggen van een inrichting is in principe mogelijk met het toepassen van het instrument bestuursdwang. De inzet van dit instrument dient echter wel proportioneel te gebeuren. De bestuursrechter heeft regelmatig negatief geoordeeld over een algehele sluiting met een verwijzing naar proportionaliteit.

4 Bent u van mening dat provincies onvoldoende middelen ter beschikking staan? Waarom vindt u dat?

Nee, ik ben van mening dat de provincie voldoende instrumenten heeft.

5 Wat zou er moeten gebeuren zodat provincies wel effectief kunnen optreden?

Er wordt gewerkt aan een landelijk stelsel van regionale uitvoeringsdiensten, waarmee ik verwacht dat de beschikbare toezichtinstrumenten effectiever en efficiënter ingezet worden.

Joop Atsma