Van Rompuy gegijzeld door angst voor verdragswijziging - Main contents
Herman van Rompuy, de voorzitter van de Europese Raad van regeringsleiders, publiceerde vrijdag zijn tussenrapport over de versterking van de economische en monetaire unie. Het rapport onderkent de geboortefouten van de euro, maar zet te weinig stappen om die te herstellen, vindt GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout. Van Rompuy laat zich gijzelen door de angst voor een wijziging van de Europese verdragen.
“Financiële risico's delen, maar tegelijk verantwoord economisch beleid afdwingen en de democratische controle daarop verzekeren, dat is nodig om het vertrouwen in de euro te herstellen”, stelt Eickhout. “Van Rompuy onderkent het probleem, maar komt vervolgens met houtje-touwtje-oplossingen. Hij is helaas gezwicht voor de onwil van een aantal regeringen, waaronder de Nederlandse, om te praten over een grondige herziening van de Europese spelregels.”
Van Rompuy overweegt de invoering van een aparte begroting voor de eurozone, voor het dempen van economische schokken die sommige eurolanden zwaarder treffen dan andere, en voor het ondersteunen van hervormingen. “Een goed idee”, volgens Eickhout. “GroenLinks bepleitte dit al vóór de start van de euro. Het is een onderdeel van een echte economische en monetaire unie, net als bijvoorbeeld de coördinatie van belastingen. Maar het wordt een uiterst moeizame exercitie om dit goed regelen binnen het huidige verdragskader.” De controle op de besteding van het Europese geld, door het Europees Parlement en door de Europese Rekenkamer, zou wel eens het kind van de rekening kunnen worden, zoals gebeurd is bij het noodfonds voor de euro.
De voorstellen die Van Rompuy aan de Europese Raad voorlegt over de bankenunie vormen een herhaling van zaken waarop de regeringsleiders zich in juni al hebben vastgelegd. Eickhout: "Het is triest dat dit kennelijk nodig is, omdat Duitsland en Nederland zijn teruggekomen op gemaakte afspraken.” Mede daardoor zet Van Rompuy niet de stappen die nodig zijn om te voorkomen dat falende banken hele landen meesleuren in hun val. Hij pleit niet expliciet voor een Europees bankensaneringsfonds en expliciet niet voor een Europees garantiefonds voor spaartegoeden. “Zulke fondsen, te vullen door de banken zelf, zijn juist in het Nederlands belang, zo heeft ook minister De Jager onlangs onderkend. Nederland, met zijn open economie en grote bankensector, is gebaat bij het delen van risico's.”