Snuffelen in de bibliotheek van Sukarno - Main contents
De Indonesiërs waren heel trots: “Kijk, hier zie je de mooie brug die we gebouwd hebben.” Zij lieten ons foto’s zien van het wankele bruggetje dat er eerst lag. “Moet je het verschil eens zien!” We lieten Jakarta op deze dinsdag achter ons en vertrokken naar het landelijke gebied van West-Java. Wat een contrast! Van de rumoerige, volgebouwde miljoenenstad, naar het groene, rustige platteland. Het is hier niet alleen warm en droog. We eindigden de ‘veldbezoeken’ in de kletterende regen over glibberige paadjes.
Heel veel verschillende bouwwerken zagen we vandaag. Een openbaar toilet, een gerenoveerd huisje, een schoolgebouw. Allemaal uitvloeisel van een nationaal programma om armoede tegen te gaan. De projecten zijn met zorg uitgekozen en uitgevoerd door de bevolking zelf. Lokale gemeenschappen krijgen hiervoor het geld in handen. Niet van boven af opleggen, maar de gemeenschappen er actief bij betrekken, is het devies.
Nederland doet behoorlijk wat aan ontwikkelingssamenwerking in Indonesië. Zo is vorig jaar zo’n 30 miljoen gestoken in het basisonderwijs. De nieuwe school die wij bezochten, zag er mooi uit. Door de nieuwbouw konden kleinere groepen worden gevormd. Veel klassen tellen niettemin nog steeds meer dan zestig leerlingen. Bij één klas was de leerkracht even weg. Opmerkelijk was dat de kinderen intussen heel rustig bleven schrijven. Dat was heel normaal, zo werd toegelicht. Respect voor ouderen en leerkrachten is belangrijk. Misschien kan Nederland hier nog wel wat ontwikkelingssamenwerking gebruiken...
De Nederlandse taal heeft in het post-koloniale tijdperk nog steeds sporen achtergelaten. Dat merkten we in het districtskantoor waar we uitleg kregen over de projecten. Er hing een ‘structur organisasi’ aan de muur. Er werd op een groot wandbord inzicht gegeven in ‘strategi’ en ‘realisasi’ Het restaurant waar we daarna de lunch gebruikten, had zelfs heuse ‘poffertjes’ op het menu.
Het koloniale verleden is niet alleen in de Indonesische taal terug te vinden. In de stad Bogor, zo’n 50 kilometer ten zuiden van Jakarta, kregen we een rondleiding in een prachtig paleis. Het is een wit en sierlijk gebouw, omringd door glooiende groene grasvelden. Dit heette vroeger paleis Buitenzorg. Het was aanvankelijk een buitenverblijf, en later de officiële residentie van de gouverneur-Generaal. Na de onafhankelijkheid werd het paleis in gebruik genomen door de eerste Indonesische president, Sukarno. Het was heel bijzonder om te snuffelen in de boekenkasten van zijn voormalige studeerkamer. Veel boeken over socialisme en communisme, maar ook bijvoorbeeld de roman van Van Randwijk: ‘Burgers in nood’.