Wonen: Kopen en huren in het nieuwe regeerakkoord - Main contents
Woningmarktbeleid in het nieuwe kabinet
Nederland staat voor een grote hervormingsoperatie. De schulden zijn te hoog, maatschappelijke problemen zijn lang blijven liggen. Een van de voorbeelden daarvan is de woningmarkt. Lange wachtlijsten voor een huurwoning, dalende huizenprijzen, teveel hypotheekaftrek voor de hoogste inkomens, het zijn slechts een paar voorbeelden.
De PvdA kiest voor een integrale hervorming van de koop- en huurmarkt. Wij schrappen veel eenzijdige maatregelen van het vorige kabinet. De huurverhoging van 120 euro per maand in schaarstegebieden (de zg. Donnerpunten ) wordt geschrapt. Eerdere plannen van CDA en VVD in het Catshuisakkoord wilde zelfs tot 240 euro huurverhoging per maand gaan. De maatregel van massale verkoop van sociale huurwoningen wordt eveneens geschrapt. Bestaande hypotheken worden ook betrokken in de hervorming van de woningmarkt. Die aftrek wordt in 28 jaar beperkt tot maximaal 38% Nieuwe gevallen krijgen alleen nog aftrek gebaseerd op een annuitaire aflossing. Door deze maatregelen wordt de hypotheekrente aftrek teruggebracht tot wat het moet zijn: een stimulans voor eigenwoningbezit en niet voor te hoge schulden. Zo beperken we de aftrek voor kopers nu en in de toekomst. Er komen meer startersleningen ter beschikking om de woningmarkt los te trekken. Huurders die willen kopen en starters kunnen daardoor makkelijker hun financiering rondkrijgen. Goed voor de doorstroming op zowel de huur- en koopmarkt.
Veel eigenaren van koopwoningen, zeker de jongere generatie, zijn de afgelopen jaren met forse waardevermindering van hun huis geconfronteerd. Een risico waar huurders gelukkig van zijn gevrijwaard. Veel eigenaren kunnen niet verhuizen omdat hun huis ‘onder water staat’. De PvdA heeft oog voor deze situatie bij met name jongere generatie huiseigenaren. Daarom mag bij verkoop de negatieve restwaarde voor een periode van vijf jaar meegenomen worden in een nieuwe hypotheek.
De huren gaan stijgen nadat ze jarenlang niet boven de inflatie zijn uitgekomen. Daar valt niet aan te ontkomen. Maar de sterkere schouders dragen wel zwaardere lasten want de hoogte van de huur komt meer in verhouding tot de draagkracht van de huurder en de waarde van de woning. Voor inkomens tussen 34.000 43.000 geldt dat de huur met 2,5% boven inflatie mag stijgen en voor inkomens onder de 34.000 geldt dat deze met 1,5 % boven inflatie mag stijgen. Voor beide gevallen geldt de liberalisatiegrens van 664,- per maand. Daarboven kan de huur niet stijgen. Voor de lage inkomens geldt dat deze extra huurtoeslag gaan krijgen, daarvoor wordt in totaal een half miljard extra uitgetrokken. Wij bezuinigen dus niet op de huurtoeslag zoals dat wel in het vorige kabinet het geval was. De huurstijging voor inkomens boven de 43.000 bedraagt maximaal 6,5% per jaar boven inflatie. Maar als bovengrens geldt 4,5% van de WOZ waarde. Daarboven kan de huur voor inkomens boven de 43.000 euro niet stijgen. Er is dus geen sprake van een ongelimiteerde huurstijging als je inkomen boven de 43.000 euro uitkomt. Bovendien, ga je minder verdienen dan 43.000 dan zakt de huur weer. Dat kan het geval zijn bij bijvoorbeeld mensen die met pensioen gaan en zzp’ers. Wij pleiten er verder voor dat voor huurders die dat willen hun eigen huurwoning of een vergelijkbare huurwoning kunnen kopen. In veel gevallen zijn corporaties daartoe bereid met gunstige regelingen als Koopgarant en een korting op de verkoopprijs. En, komt je woning vrij, dan blijft hij onderdeel uitmaken van de sociale huursector.
Wij denken dat de betaalbaarheid is gewaarborgd door al deze maatregelen. Verhuurders ontvangen meer huurinkomsten waardoor ze meer kunnen in onderhoud, renovatie, duurzaamheid en nieuwe woningen. Verhuren wordt door al deze maatregelen aantrekkelijker voor corporaties en beleggers zoals de pensioenfondsen. Dat is cruciaal om de wachtlijsten te verkleinen.
Corporaties moeten zuiniger gaan werken. Hun bedrijfslasten zijn vaak veel te hoog. Daarnaast worden de topinkomens van directeur-bestuurders fors en versneld aangepakt. Te grote corporaties worden opgesplitst.
Om ervoor te zorgen dat corporaties ook daadwerkelijk gaan doen wat politiek en maatschappelijk wenselijk is, komen de woningbouwcorporaties onder directe aansturing van de gemeentes. Corporaties komen onder de directe democratische controle van de lokale democratie te vallen. Daarmee krijgen ook huurders veel meer invloed op het woon- en huurbeleid.
Er moet heel veel gebeuren in Nederland. Grote hervormingen zijn nodig. Ik hoop u met deze uiteenzetting rond het regeeraakkoord duidelijk te hebben gemaakt waar de PvdA voorstaat. Heeft u meer vragen of wilt u meer informatie mailt u dan gerust. De PvdA blijft openstaan voor situaties waar u ons op kunt wijzen die mogelijk vragen om aanpassingen. Daarvoor zijn uw voorbeelden van onschatbare waarde.
Met vriendelijke groet,
Jacques Monasch
Tweede Kamerlid PvdA
Woordvoerder Wonen