Vragen over antidopingscommissie in het Nederlandse wielrennen - Main contents
Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over antidopingcommissie in het Nederlandse wielrennen
1 Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de KNWU een commissie tegen doping wil lanceren? 1)
2 Klopt het dat het ministerie van VWS betrokken wordt bij de samenstelling en formulering van de opdracht van deze antidopingcommissie? Zo ja, wat houdt deze betrokkenheid in?
3 Krijgt de commissie formeel toegang tot de benodigde (justitiële) informatie, zoals het proces-verbaal waaruit NRC Handelsblad citeerde? 2)
4 Wat kan volgens u de meerwaarde van de voorgestelde antidopingcommissie zijn? Welke informatie kan een dergelijke commissie boven tafel krijgen waar bijvoorbeeld de Dopingautoriteit niet aan kan komen? Waar zitten hier de verschillen in?
5 Deelt u de mening dat het vreemd zou zijn als een incidentele antidopingcommissie meer bloot zou kunnen leggen dan de Dopingautoriteit, die structureel het probleem van doping in de sport zou moeten aanpakken? Bent u bereid hier stappen op te nemen zodat ook de Dopingautoriteit in staat gesteld wordt haar taken voldoende uit te kunnen voeren?
6 Kunt u aangeven op welke wijze de Inspectie voor de Gezondheidszorg betrokken is bij de bestrijding van doping, bijvoorbeeld via de aanpak van handel in illegale medicijnen? Hoe veel inspecteurs bemoeien zich met het aanpakken van handel in doping en illegale medicijnen?
7 Kunt u de Kamer ruim voor het WGO sport van 17 december a.s. informeren over de opdracht en samenstelling van de antidopingcommissie?
8 Kunt u de antwoorden op deze vragen en de antwoorden op eerder gestelde vragen over schone sport van 12 oktober (2012Z17368) ruim voor het WGO sport naar de Kamer sturen?
-
1)Volkskrant 7 november 2012, “KNWU lanceert commissie tegen doping”
-
2)NRC Handelsblad, 6 november 2012