Schriftelijke vragen CDA over mogelijke verdubbeling olieprijs - Main contents
Source: A.H. (Agnes) Mulder i, published on Thursday, September 27 2012.
Bron:
Blog Henk Jan Ormel
Agnes Mulder heeft schriftelijke vragen gesteld aan de minister van ELI over de invloed van de olieprijs op de economie. Aanleiding is de studie van een aantal IMF-economen, waarin voorspeld wordt dat over een decennium de olieprijs zal zijn verdubbeld. Dit zou uiteraard grote gevolgen hebben voor de Nederlandse economie en het Nederlandse overheidsbeleid, waarin deze mogelijke ontwikkeling niet is meegenomen.
Schriftelijke vragen van het lid Mulder (CDA) aan de Minister van EL&I inzake studie olieprijs IMF.
-
1.Bent u bekend met de studie ‘The Future of Oil: Geology versus Technology’ van een aantal IMF-economen, gepubliceerd in mei 2012?
-
2.Hoe beoordeelt u deze studie? Bent u van mening dat deze studie een betrouwbare voorspelling geeft van de olieprijs? Hoe verhoudt deze studie zich tot de voorspellingen die het International Energy Agency (IEA) publiceert?
-
3.Wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse economie van de voorspelling dat over een decennium de olieprijs zal zijn verdubbeld (circa 180 dollar per vat in 2021)? Hoe gevoelig is de Nederlandse economie voor stijgende en volatiele olieprijzen?
-
4.Wat zijn de consequenties van deze studie van het IMF voor de studies van het CPB, die zich baseren op een olieprijs van 118 dollar per vat in 2020 (in navolging van het IEA) en tevens de Referentieraming Energie en Emissies: actualisatie 2012? Wat betekent de studie van het IMF voor het overheidsbeleid dat op basis van laatstgenoemde documenten is ingezet?
-
5.Hoe beoordeelt u de waarschuwing in de conclusies van het IMF-rapport dat dergelijke hoge olieprijzen de wereldeconomie op ‘onbekend terrein’ brengen en dat er een pijngrens is waarboven de effecten van olieprijzen op het Bruto Binnenlands Product ‘non-lineair’ worden? Is dit voor u reden onderzoek te laten verrichten naar de gevolgen van een sterker stijgende olieprijs dan waarmee in de huidige modellen van het IEA en het CPB is gerekend?