Ieder kind heeft recht op onderwijs - Main contents
Vandaag vieren we de Internationale Dag van de Rechten van het Kind. Een van die rechten is het recht op onderwijs. De Partij van de Arbeid gunt ieder kind een passende plek in het onderwijs. Hiervoor kan niet genoeg aandacht zijn. Onderwijs is en blijft cruciaal voor de kansen van álle kinderen en jongeren om hun dromen en doelen te helpen bereiken en bij te dragen aan een sterke en sociale samenleving.
Vorige week had ik een gesprek met een 24-jarige jongen. Hij vertelde me dat hij zo ontzettend graag naar school wil, maar hij wordt al tien jaar lang nergens meer toegelaten, zit thuis en krijgt nergens een kans in verband met zijn autisme. Hij komt ook niet aan het werk, omdat hij geen opleiding heeft afgerond en hij heeft te veel capaciteiten om bij de sociale werkvoorziening aan de slag te mogen. Ook deze jongen verdient een kans en heeft recht op onderwijs.
De wet op het passend onderwijs biedt een verbetering aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Die verplicht scholen vanaf 2014 een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ook kinderen met een handicap of gedragsproblemen hebben immers recht op een passende onderwijsplek.
Dat kan in het speciaal onderwijs, maar het liefst, waar mogelijk, met extra begeleiding of voorbereiding op een gewone school. Om passend onderwijs echt passend te maken is toegankelijkheid van onderwijsvoorzieningen een eerste vereiste. Het mag niet zo zijn dat een school met een passend ondersteuningsaanbod een leerling weigert. Kinderen en hun ouders moeten samen met de leerkracht bespreken op welke manier en met welke ondersteuning ze zo ‘normaal’ mogelijk mee kunnen doen in het onderwijs.
De PvdA steunt het doel van passend onderwijs: zoveel mogelijk kinderen in het gewone onderwijs tot hun recht laten komen. Maar het onderwijs moet wel in staat worden gesteld deze taak op te pakken. En goed speciaal onderwijs zal altijd behouden moeten blijven. De bezuinigingen op het passend onderwijs zijn daarom van tafel en het onderwijs heeft een jaar extra de tijd gekregen om de invoering van de wet goed voor te bereiden en te voorkomen dat deze leerlingen tussen wal en schip vallen.
Op dit moment zijn alle scholen in één regio aan het samenwerken, want ze worden samen verantwoordelijk voor de zorg voor alle leerlingen. Het extra geld voor zorg en begeleiding besteden we aan de zorg voor de leerling. Ouders en leerkrachten moeten vanaf het eerste moment worden betrokken bij de opzet van de zorg.
Daarnaast moet er met gemeenten afstemming plaatsvinden over de aansluiting op de jeugdzorg. Het extra jaar moet tevens worden gebruikt om de expertise in de zorg voor leerlingen op alle scholen te versterken. Het geld dat beschikbaar is voor de Lerarenbeurs moet daarvoor de eerstkomende jaren gericht worden ingezet.
Op deze manier krijgen echt alle kinderen een passende plek in het onderwijs. Daar wil ik me de komende viereneenhalf jaar graag voor inzetten. Zodat ieder kind de kans krijgt het beste uit zichzelf te halen en we kunnen werken aan de toekomst van Nederland.