Europees klimaatbeleid zit in diepe winterslaap, mede dankzij Nederland - Main contents
OPINIE - Het is weer zover: deze week startte in Doha, Qatar een nieuwe ronde klimaatonderhandelingen. Ik neem als lid van de Europese delegatie deel aan de tweede week van deze klimaattop van de Verenigde Naties. Er staat veel op het spel. Onmiddellijke actie is vereist om ons te behoeden voor een wereld die straks vier tot zes graden warmer is. Dat zegt je misschien niet zoveel, maar dit leidt tot een grote toename aan overstromingen, droogtes en extreem weer; dat stoot vooral de armsten in de wereld het brood uit de mond.
Europarlement wil doortastend optreden
Organisaties als het milieupanel van de Verenigde Naties (IPCC), maar ook de Wereldbank en het Internationaal Energieagentschap duikelen over elkaar heen met waarschuwingen voor dit soort doemscenario's die realiteit zullen worden als regeringsleiders de handschoen niet eindelijk oppakken. Het Europees Parlement eist daarom dat de Europese Unie doortastend optreedt bij de internationale klimaattop. Het Europarlement wil dat de EU haar eigen ambities voor CO2-reductie verhoogt en klimaathulp aan ontwikkelingslanden toezegt.
Nederland hekkensluiter
Van Nederland hoeven we helaas weinig te verwachten; Nederland is al sinds jaren hekkensluiter in Europa. Ons groene imago en onze slimme onderhandelaars konden internationaal altijd op veel lof rekenen. Nederland liep voorop met haar eigen ambities en probeerde deze wereldwijd aan de man te brengen. Maar onze rol op het wereldtoneel is tanende. Op de vierde klimaattop die ik als Europarlementariër sinds 2009 bijwoon heb ik al van doen met de derde Nederlandse vertegenwoordiger. En omdat deze Nederlandse vertegenwoordigers met lege handen aan de onderhandelingstafel aanschuiven, krijgen ze bar weinig voor elkaar.
Wat wil Diederik?
Diederik Samsom (inmiddels PvdA-fractievoorzitter) vond in een debat in 2010 ook dat de onze Nederlandse opstelling vroeger vérder ging dan die van de meeste andere langen op het gebied van CO2-reductie en ontwikkelingssamenwerking. En dat we zo de internationale brij in beweging kregen. Hij vervolgde destijds (in 2010):
“Met het aantreden van een nieuw kabinet is dat helaas veranderd: Nederland heeft zijn ambities gewoon laten zaken tot het Europese minimum (...) en heeft ook al aangekondigd dat de klimaatfinanciering voor ontwikkelingssamenwerking voortaan expliciet een sigaar uit eigen doos zal zijn; het zal immers allemaal ten koste gaan van andere internationale samenwerking.”
Het is teleurstellend dat onder het nieuwe regeerakkoord van dezelfde heer Samsom dit beleid van 'sigaar uit eigen doos' wordt voortzet. Het nieuwe VVD-PvdA-kabinet pikt de klimaathulp voor ontwikkelingslanden namelijk gewoon uit het potje ontwikkelingssamenwerking. En het vermindert dit budget voor de allerarmsten ook nog eens met een miljard euro per jaar. Hoezo solidariteit?
De nieuwe regering spoelt hiermee het enige succes van de klimaattop in Kopenhagen door de wc. Voormalig PvdA-minister Jacqueline Cramer nam in Kopenhagen internationaal het voortouw en kreeg de handen op elkaar voor méér, nieuwe en additionele klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden. De gevolgen van klimaatverandering komen namelijk vooral voor rekening van ontwikkelingslanden die niet over de middelen beschikken om zich tegen de toename van droogtes en overstromingen te wapenen. Het succes van Cramer is voor haar opvolgster PvdA-staatssecretaris Wilma Mansveld een bezuinigingspost.
Verslaafd aan CO2
Ook onze Nederlandse prestaties op klimaat laten internationaal te wensen over. Onderzoek van PriceWaterhouseCoopers (PWC) laat zien dat Nederland de CO2-intensiteit maar niet omlaag krijgt. Van de twintig grootste economieën doen alleen Turkije en Mexico het slechter. PWC wijst naar de industrie als onderdeel van het probleem en geeft aan dat economische groei en een reductie van CO2 elkaar helemaal niet hoeven te bijten. Toch krijgen grootverbruikers het voor elkaar dat de regering hen voor hun energie veel minder belast. Het is tijd dat de Nederlandse regering meer oog krijgt voor een eerlijk speelveld voor groene ondernemers. Het is niet voor niets dat de CEO van Unilever een van de duurzaamste personen van Nederland is of dat Philips prominent aanwezig is bij de klimaattop.
Niet alleen Nederland maar ook Europa als geheel loopt op steeds meer terreinen achter bij de ambities van de rest van de wereld. Europa heeft haar doel van twintig procent CO2-reductie in 2020 vorig jaar al gehaald, deels als gevolg van de economische crisis. Zonder aanscherping van ons klimaatbeleid staan we het komende decennium dus stil terwijl grootschalige CO2-vermindering nodig is om rampzalige gevolgen te voorkomen. Europa zit wat klimaatbeleid betreft in winterslaap met Nederland als zwakste schakel.
Test voor nieuwe regering
Een belangrijkste test voor de nieuwe regering is aanstaande: Laten ze zich gijzelen door conservatieve ideeën of gaat ze mee met het progressieve bedrijfsleven en de wetenschap? De nieuwe regering zou weer zelf aan de basis van verandering staan. “Elke handeling, hoe klein ook, zet iets in beweging”, aldus de populaire Triodos-commercial. Laat ik dus afsluiten met dezelfde vraag die de heer Samsom in 2010 aan staatssecretaris Joop Atsma stelde, maar nu richt ik 'm aan de nieuwe PvdA-staatssecretaris voor milieu:
"Mevrouw Mansveld, bent u bereid om uw ambitie voor CO2-reductie naar dertig procent te verhogen en daarmee in [Doha] actief beleid te propageren?”
Om daar misschien één vraag aan toe te voegen: Hoeveel klimaatsteun zegt Nederland de komende jaren toe aan de allerarmsten? Zodat we straks de ellende kunnen voorkomen in plaats van massaal in belpanels in televisieshows zitten om noodhulp te moeten smeken voor weer een ellendige droogte of overstroming.
Dit opinieartikel verscheen eerder op de website van De Volkskrant.