Volkskrant, 5 december, over Doha. - Main contents
Tweede Kamerlid Jan Vos (PvdA) is als rapporteur bij de klimaatonderhandelingen in Doha. ‘Het is een waanzinnig ingewikkeld onderhandelingsproces’
In Doha, Qatar zijn deze week 11.00 vertegenwoordigers van regeringen, ngo’s en belangengroepen bijeen voor de VN-klimaatonderhandelingen. De gesprekken gaan over de opvolging van het deze maand aflopende Kyoto-protocol - waarbij landen een minimale reductie in CO2- uitstoot moeten beloven.
Het nieuwe programma gaat pas in 2020 in, zo hebben de 190 deelnemende landen afgesproken, maar nu wordt onderhandeld over de invulling van dat programma. Intussen pleit Nederland voor een verlenging van het Kyoto-protocol tot 2020. Kamerlid Jan Vos (PvdA) neemt namens de Tweede Kamer deel aan de Nederlandse onderhandelingsdelegatie, die geleid wordt door staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu).
Wat doet een rapporteur van de Tweede Kamer?
‘Ik ben gisteravond aangekomen en ben vandaag meteen de onderhandelingen ingedoken. Ik ben hier onderdeel van de Nederlandse delegatie en kan zo de onderhandelingen goed volgen. Daarvan moet ik straks verslag doen aan de Kamer. Verder probeer ik met zo veel mogelijk interessante delegatieleden te praten. Zo sprak ik met een aantal Britse conservatieve parlementsleden. Die zijn verrassend serieus over de klimaatproblematiek en slaan een andere toon aan dan hun conservatieve collega’s in Nederland.’
Wat is uw eerste indruk?
‘Het is een waanzinnig ingewikkeld onderhandelingsproces waarbij op heel veel verschillende terreinen tegelijk wordt onderhandeld. Ik had hiervoor een heel beperkt beeld van wat op zo’n klimaattop gaande is. Aanstaande vrijdag kijkt iedereen natuurlijk naar de slotverklaring, maar er gebeurt hier zoveel meer.’
U klinkt optimistisch?
‘Nou, ik ben niet optimistisch over de snelheid waarmee we afspraken maken. Het klimaatprobleem is ernstig, de zeespiegel is al flink gestegen en dat proces zal deze eeuw alleen maar versnellen. Dat zijn geen vage, idealistische praatjes, de 11.000 mensen hier vinden dat een realistisch scenario. Wij denken vaak dat het zo’n vaart niet loopt met klimaatverandering, maar de inwoners van de kleine eilandstaten (Aosis) zeggen dat het zeewater hun in 2020 aan de enkels staat.’
Maar toch?
‘Er gebeurt heel veel wat je niet ziet. Ik sprak met de Indonesische gezant. Zijn land hoeft zich volgens de verdragen nergens aan te committeren, maar ze werken wel aan een programma voor 26 procent CO2-reductie. Daar lees je nooit wat over.’
Wordt u ook aangesproken op de positie van Nederland?
‘Nederland wil wel vooruit, maar dat kunnen we niet alleen. En dan is er ook nog de kwestie van de ontwikkelingslanden. Veel landen hebben nu geen verplichtingen, maar stoten intussen wel veel CO2 uit, zoals China. En veel ontwikkelende landen hebben een groeiende middenklasse die veel consumeert; dan kun je niet langer de vermoorde onschuld spelen. Ik zie overigens wel een verschil tussen de toon tijdens de toespraken in de Algemene Vergadering en de sfeer tijdens het informele contact. Dan spelen de ontwikkelingslanden het veel minder hard.’
Er zijn 11.00 vertegenwoordigers van allerlei groepen daar. Is dat niet wat overdreven?
‘Ik heb nu veel meer vertrouwen in het hele circus dan dat ik van tevoren gedacht had. Er wordt hier op heel veel verschillende schijven tegelijk onderhandeld. Zo is de Nederlandse luchtvaartsector hier ook vertegenwoordigd, omdat luchtverkeer in de toekomst ook onder de reductieafspraken moet vallen.’
Uw belangrijkste conclusies tot nu?
‘Let goed op de deelakkoorden hier, er gebeurt meer dan je denkt. Het klimaatprobleem zal hier deze week niet in één week worden opgelost, het is een proces van decennia.’