Maak nu eens écht werk van een sociaal Europa - Main contents
Zal de Europese top aanstaande vrijdag zoeken naar oplossingen voor de wanhoop onder de armste Spanjaarden, Portugezen of Grieken? Zal er een vangnet gevonden worden voor tenminste de noodzakelijke basisgezondheidszorg? Het is onwaarschijnlijk. De regeringsleiders komen bijeen voor de plannen van Herman van Rompuy over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Zijn voorstellen voor verdere economische integratie gaan ver en kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de manier waarop we in de eurozone met elkaar omgaan. Kortweg komt het neer op een bankenunie, strengere begrotingsregels en beter gecoördineerd economisch beleid. Dat zijn belangrijke en verregaande stappen, maar helaas gaat het weer alleen over de "technische" kant van de Unie. De sociale kant blijft volstrekt onderbelicht.
Vijftien jaar geleden maakten de ministers van Sociale Zaken in de EU nog samen afspraken over werkgelegenheid, jeugdwerkloosheid en sociale zekerheid. Bij elke ministerraad werd er kritisch gekeken naar de voortgang. Die ambitie is nu ver te zoeken. Afspraken over begrotingsdiscipline staan in marmer gegrift, afspraken over werkgelegenheid zijn boterzacht. De ambities van "Europa 2020" over duurzame groei zijn daarom niet meer dan een luchtspiegeling.
Op zichzelf is het logisch dat er meer coördinatie is van economisch beleid. De interne markt en het monetaire beleid van de ECB kunnen alleen functioneren wanneer lidstaten hun economische beleid op elkaar afstemmen. Het grote probleem van de ECB, die als enige beslist over de geldhoeveelheid en de rentestand, is het gebrek aan gelijke economische omstandigheden in lidstaten van de eurozone. Hoe bepaal je de rentestand wanneer ze in Spanje, Portugal en Griekenland een ongekende schuldencrisis doormaken, terwijl ze er in Duitsland nog nooit zo warmpjes bij hebben gezeten? Maar wat "afstemmen" betekent zullen de Europese kiezers in de eurozone moeten bepalen en niet alleen de leiders van de lidstaten die er nu goed voor staan, aangevoerd door Duitsland. Daarom horen sterkere bevoegdheden niet naar de Raad te gaan, en al helemaal niet naar de machtigste hoofdsteden, waarbij de kleinere lidstaten het nakijken hebben. Alleen de Europese Commissie kan zorgen voor evenwicht. Daarom moet die zo snel mogelijk sterkere bevoegdheden krijgen om coördinatie van economisch beleid te verbeteren en lidstaten hieraan te houden. Het Europees parlement moet daarbij toezien op de Commissie, samen met de Europese Raad en de nationale parlementen.
Toch zijn sterkere bevoegdheden voor de Europese Commissie bij lange na niet voldoende. Een andere inrichting van het bestuur is geen antwoord op de sociale ellende van steeds meer Europeanen - en het is pijnlijk dat in dezelfde week dat de EU de Vredesprijs ontvangt die misère niet centraal staat in het debat. Alsof sociale rechtvaardigheid geen voorwaarde is voor een stabiele, vreedzame samenleving; de opkomst van Gouden Dageraad in Griekenland zou alle alarmbellen moeten laten rinkelen. De Commissie zal daarom een geloofwaardig budget voor de eurozone moeten krijgen waarmee zij lidstaten die zware hervormingen doorvoeren kan bijstaan. Als de Commissie geen eurocent kan vrijmaken voor het tegengaan van werkloosheid in bijvoorbeeld Spanje of Griekenland, hoe kan zij dan draagvlak vinden voor de door haar (en door Nederland) gewenste veranderingen in het land? Wanneer mensen in Griekenland zich niet meer kunnen laten behandelen voor kanker of hun kinderen niet meer kunnen verzekeren, hoe kunnen we dan van ze vragen om belasting te betalen? En hoe kunnen we van hen vragen dat ze nog geloof houden in de Europese samenwerking?
Kortom, we moeten nadenken over een sociaal Europa, dat de kans krijgt sociale ongelijkheid tegen te gaan en bij te dragen aan een sociaal vangnet in landen die onder Europese druk zware hervormingen doorvoeren. Daarbij kan gedacht worden aan een bijdrage aan minimum zorgkosten of werkloosheidsuitkeringen. Dat vangnet zal voor een deel gefinancierd moeten worden uit potjes van lidstaten die het goed hebben, en voor een ander deel uit het potje van de financiële sector die structureel gesubsidieerd wordt door de belastingbetaler en daar best iets voor in de plaats mag bieden.
De vraag die voorop staat is hoeveel we voor elkaar over moeten hebben om gezamenlijk een welvarende en duurzame toekomst tegemoet te zien. Die vraag is voor Nederland-exportland essentieel: wij leven in en van Europa. Het gaat er nu om welk Europa we kiezen: een kille Unie met groeiende en onmatige verschillen, of een Unie waarin mensen vertrouwen kunnen hebben. In de plannen van Herman van Rompuy staat een ongekende overdracht van bevoegdheden voor de deur. Als van Rompuy het sociale Europa niet betrekt in zijn plannen voor de toekomst van de Europese en Monetaire Unie, dan zal ook de nieuwe EMU een tijdelijke zijn. Dan brokkelt de steun voor Europese samenwerking verder af. Als we echt grote stappen willen maken voor de toekomst, dan zullen we ook groot moeten denken. En sociaal.