Vragen over de toezegging van de heer Van Rompuy van 5 miljard euro aan Egypte

Source: J.H. (Han) ten Broeke i, published on Monday, January 14 2013.

alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Han ten Broeke
Vragen van de leden Verheijen, De Caluwé en Ten Broeke (allen VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de toezegging van de heer Van Rompuy van 5 miljard euro aan Egypte (ingezonden 14 januari 2013).

Vraag 1

Is de minister bekend met de toezegging van de voorzitter van de Europese Raad de heer Van Rompuy aan President Morsi van Egypte van meer dan 5 miljard euro in het kader van ‘transitie naar democratie’? 1)

Vraag 2

Voorzitter Van Rompuy spreekt in zijn remarks over “the European Union and associated financing institutions”. Kan de minister aangeven hoe het bedrag van 5 miljard euro exact is opgebouwd, welke ‘associated financing institutions’ participeren en welke concrete doelen worden beoogd en welke voorwaarden zijn gesteld?

Vraag 3

Welke relatie is er tussen deze toegezegde 5 miljard euro en het IMF?

Vraag 4

Kan de minister aangeven welk deel van dit bedrag rechtstreeks afkomstig is van de Europese begroting? Welk deel is afkomstig van de eerder toegezegd SPRING-gelden?

Vraag 5

Is de minister van mening dat Egypte op dit moment in voldoende mate aan de gestelde voorwaarden inzake rechtsstaat, mensenrechten en democratie voldoet voor het daadwerkelijk ontvangen van de voornoemde SPRING-gelden?

Vraag 6

Maken de door de voorzitter toegezegde gelden onderdeel uit van de ‘more for more, less for less’-benadering ten aanzien van Egypte en maakt Egypte voldoende vooruitgang om daadwerkelijk in aanmerking te komen voor gelden vanuit de Europese Unie?

Vraag 7

Welke rol spelen de Europese Investeringsbank (EIB) en de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) in dit geheel? In hoeverre past deze rol van beide instellingen in Egypte binnen het door hen gesloten “Memorandum of Understanding between the European Commission, the EIB/EIF and the EBRD in respect of cooperation outside the European Union” waarin niet wordt gesproken over Noord-Africa danwel ‘transitie naar democratie’ als een van de doelen.

Vraag 8

Is de minister van mening dat, indien ook de EIB deelneemt aan het leningenprogramma, het een rol is van de EIB om buiten Europa te opereren?

Vraag 9

Is de minister op de hoogte van het feit dat veel ngo's en maatschappelijk middenveldorganisaties -zoals vrouwenrechtenorganisaties- nauwelijks toegang hebben tot de fondsen die zij ontvangen, omdat het geld 'voor onderzoek' wordt tegengehouden door de Egyptische autoriteiten?

Vraag 10

Zo ja, kan de minister er bij de EU op aandringen dat het vrijgeven van deze middelen een harde voorwaarde wordt voor het geven van financiële steun aan Egypte, aangezien veel van deze organisaties zich juist inzetten voor het democratiseringsproces in Egypte?

Vraag 11

Kan de minister zich voorstellen dat een bedrag van deze omvang vanuit de EU aan Egypte in deze tijd van economische crisis en financiële tekorten verbazing en boosheid opwekt bij belastingbetalers en daarmee het draagvlak voor Europa verder onder druk zet?

Zie ook Elsevier.nl: Kamervragen over miljardensteun EU aan Egypte