Kamervragen over het wetenschappelijk onderzoek van Jansen Steur - Main contents
De afgelopen jaren is veel onderzocht van dr. Jansen Steur. maar niet zijn onderzoek. Daar is, zeker na de aanbevelingen over Stapel, alle aanleiding toe. Immers Jansen Steur stelde de verkeerde diagnoses. En als je start met de verkeerde diagnose.
Mogelijke gevolgen?
-
1.Het onderzoek klopt niet
-
2.Medicijnen die op basis van het onderzoek zijn voorgeschreven, zijn niet de juiste. Dit kan gevolgen hebben voor patienten.
-
3.richtlijnen over bijvoorbeeld medicatie kunnen fout zijn.
-
4.Toelating van medicijnen kan op verkeerde gronden gebeurd zijn.
We vinden dat er zo spoedig mogelijk onderzoek gedaan moet worden hiernaar.
Een voorbeeld van een medicijn dat toegelaten is tot de VS, dat mede gebasseerd is op onderzoek van Jansen Steur vindt u hier
Vragen van de leden Bruins Slot, Omtzigt en Rog aan de minister van VWS en de minister van OCW.
-
1.Heeft u kennis genomen van de opmerking van dr. Scheltens, lid van beide commissies-Lemstra die de affaire-Jansen Steur onderzochten, dat het goed mogelijk is om het wetenschappelijk werk van Jansen Steur alsnog te onderzoeken? (bron, TC Tubantia, ‘Wetenschappelijk werk neuroloog ook tegen het licht gaan houden , 10 januari, pagina 4)
-
2.Deelt u de mening dat het wetenschappelijk onderzoek van een arts die
“- diagnoses stelt die niet onderbouwd kunnen worden;
-
-ongebreideld en niet onderbouwd aanvullend onderzoek aanvraagt en op eigen wijze interpreteert;
-
-vaak niet geïndiceerde medicatie voorschrijft “ (bron: commissie Lemstra, En waar was de patiënt…?, pagina 3) niet voldoet aan wetenschappelijk standaarden en dat de conclusies wellicht niet geldig zijn omdat de diagnose van zeer veel patiënten al niet klopte?
-
3.Deelt u de analyse uit het rapport van de commissie-Levelt, die onderzoek deed naar de wetenschapsfraude van dhr. Stapel, dat “De belangrijkste reden echter om volledigheid na testreven in het zuiveren van de scientific record is dat de wetenschap zelf een bijzondere aanspraak heeft op waarheidsvinding. Dat is een cumulatief proces, dat in de empirische wetenschap, en met name in de psychologie, wordt gekenmerkt door een ‘empirische cyclus’, een voortdurende afwisseling tussen theorievorming en empirische toetsing. Een theorie heeft een voorlopige aanspraak op waarheid/geldigheid, zolang zij niet empirisch is weerlegd. Cumulatieve evidentie kantenslotte leiden tot consensus in de peer community over de geldigheid van een theorie. Dit fundamentele cumulatieve proces wordt ernstig verstoord door het ‘rondzingen’ van frauduleuze data en van methodologisch dubieuze bevindingen. Betrokken wetenschappelijke onderzoekers en instellingen hebben de plicht deze verstoring een halt toe te roepen. (bron; “Falende Wetenschap: de frauduleuze praktijken van sociaal-psycholoog Diederik Stapel)
-
4.Heeft de afgelopen jaren het ministerie, de inspectie, de KNAW, KNMG of het Medische Spectrum Twente op enige wijze zelf initiatief genomen om het wetenschappelijk onderzoek van dhr. Jansen Steur tegen het licht te houden? Zo nee, waarom was daar geen aanleiding voor?
-
5.Kunt u een overzicht geven van de publicaties van dhr. Jansen Steur en al het medicijnonderzoek waar hij betaald of onbetaald aan meewerkte, inclusief de bedragen die hij daarvoor ontving?
-
6.Hoe beoordeelt u het feit dat dhr. Jansen Steur nog in 2006 ten minste drie wetenschappelijke artikelen in vakbladen wist te publiceren terwijl hij toen al drie jaar lang op non-actief stond en het zeer duidelijk was dat hij disfunctioneerde?
(1. Relationship of apolipoprotein E and age at onset to Parkinson disease neuropathology.
Ghebremedhin E, Del Tredici K, Vuksic M, Rüb U, Thal DR, Burbach GJ, Rosenberger A, Bickeböller H, Deller T, de Vos RA, Jansen Steur EN, Braak H.
J Neuropathol Exp Neurol. 2006 Feb;65(2):116-23.
Farkas E, de Vos RA, Donka G, Jansen Steur EN, Mihály A, Luiten PG.
Acta Neuropathol. 2006 Feb;111(2):150-7. Epub 2006 Feb 2.
Lenders MW, Vergouwen MD, Hageman G, van der Hoek JA, Ippel EF, Jansen Steur EN, Buschman HP, Hariz M.
Eur J Paediatr Neurol. 2006 Jan;10(1):5-9. Epub 2006 Jan 24.)
-
7.Is bij de toelating van geneesmiddelen in Nederland, Europa of de VS ooit gebruik gemaakt van het onderzoek van Jansen Steur, hetzij zijn rechtstreekse onderzoek, hetzij indirect onderzoek? (bijvoorbeeld bij de toelating van Exelon door de FDA voor dementie bij Parkinson patiënten)
-
8.Bent u bereid om met de KNAW, het MST en/of KNMG te komen tot een weg om de medische publicaties van Jansen Steur te laten beoordelen op hun wetenschappelijke waarde, inclusief de effecten die zij gehad hebben op toelating van richtlijnen en toelating van medicijnen?