Europese meerjarenbegroting hoeft helemaal niet te stijgen - Main contents
Sanering subsidiestromen maakt Europa toekomstbestendig
Eurocommissaris voor de Begroting Lewandowski kritiseert Nederland, omdat het de Europese Meerjarenbegroting niet wil laten stijgen, maar slechts inflatiecorrectie wil toepassen. Hij wil de Europese begroting laten stijgen om haar te moderniseren, ook omdat de nationale begrotingen stijgen. Maar de begroting moet niet groeien, de permanente subsidiestromen moeten gesaneerd.
De logica van Lewandowski’s argumentatie (zie FD 4 januari) ontgaat mij volledig. In de eerste plaats gaat het niet om de hoogte van een begroting, maar om wat er met het geld gebeurt. Vernieuwing is essentieel en daar moet ook geld voor worden vrijgemaakt, maar dan moet er in dor subsidiehout gekapt worden. Thans maken landbouw en de structuurfondsen 80% van de begroting uit.
Wanneer je van de resterende 20% de administratiekosten en de kosten van zaken als buitenlands beleid en justitie aftrekt, dan blijft 10% over voor het toekomstbestendig maken van de Europese Unie. Het is veel te weinig voor Horizon 2020 en andere investeringen in de nieuwe economie zoals internet, ICT, duurzame energie, het verbeteren van het investeringsklimaat en het versterken van de interne markt.
We zullen financieel een omslag van de oude naar de nieuwe economie moeten maken en dat vergt moed en daadkracht. De Commissie en het Europees Parlement moeten hierbij de Europese Raad onder druk zetten in plaats van meer geld te eisen. Het EP moet zich als de vertegenwoordiger van de belastingbetaler opstellen. Bij elke begrotingspost moet worden afgevraagd: zijn deze uitgaven strikt noodzakelijk?
In de tweede plaats zijn de Europese begroting en de nationale begrotingen begrippen van een geheel andere orde. De lidstaten dragen de verantwoordelijkheid voor de vrijheid van hun burgers en moeten daarom investeren in onder meer sociale zekerheid, politie en defensie en onderwijs. Hiervoor heffen zij belasting. De Europese Unie richt zich op grensoverschrijdende zaken en levert daarmee een belangrijke toegevoegde waarde aan het functioneren van de lidstaten.
De Europese begroting vormt de ‘clubkas’ van de EU die door de lidstaten wordt gevuld. Met dat geld moet spaarzaam worden omgesprongen. Uitgaven moeten een hoge toegevoegde waarde hebben. Permanente subsidiestromen binnen de EU hebben de hervormingsbereidheid van vele lidstaten aangetast. Sanering is daarom van vitaal belang.
Ten derde moeten lidstaten die in vergelijkbare omstandigheden verkeren ook gelijk behandeld worden. Het zou goed zijn wanneer elke lidstaat een zelfde vast percentage van zijn bnp zou afdragen aan Brussel. Te denken valt aan een percentage onder de 1% bnp, opdat de Europese begroting in reële termen gelijk blijft. Hiermee wordt recht gedaan aan het gelijkheidsbeginsel, het zuinig omgaan met belastinggelden en de noodzakelijke eenvoud van de begroting .
Op deze manier worden structurele, verlammende politieke gevechten tussen de instellingen en de lidstaten voorkomen en kunnen we ons via de modernisering van de EU-begroting richten op de inhoud van het beleid. Wanneer de lidstaten de EU meer taken opleggen dan afgesproken, zal de begroting moeten worden bijgesteld, dan wel moet de Europese Commissie ‘nee’ verkopen. Hiertoe moet het begrotingsproces worden bijgesteld.
Polen, het geboorteland van Lewandowski, heeft in de jaren 90 aangetoond dat een land zich via grondige bezuinigingen, moderniseringen en hervormingen uit de crisis kan saneren. Dat leidde tot economische groei en gezonde staatsfinanciën. Laat de EU dit voorbeeld volgen.
Hans van Baalen is voorzitter van de VVD-delegatie in het Europees Parlement.