AO over Mali

Source: J.H. (Han) ten Broeke i, published on Tuesday, February 5 2013.

alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Han ten Broeke
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie voor Europese Zaken hebben op 16 januari 2013 overleg gevoerd met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken, minister Hennis-Plasschaert van Defensie en minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over:

  • de reactie op het verzoek van Frankrijk aan het European Air Transport Command (EATC);
  • de intensivering van het ontwikkelingsspoor met betrekking to Mali.

Inbreng Han Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. De meest gestelde vraag aan mij en aan collega's is of je "Malí" of "Máli" zegt. Dit is zeker de schuld van de heer Timmermans; daar beginnen we dit overleg al mee. Het zegt niet alleen iets over de mogelijke voorkeur voor francofonie dan wel de Angelsaksische benadering, maar ook iets over de mate waarin je minder of meer interventionistisch bent.

De VVD-fractie wil dit opspringende conflict voorlopig vooral even door een realistische bril bekijken. De situatie in Mali is dramatisch verslechterd. Al sinds 2010 is het onrustig en zijn buurlanden betrokken bij de poging om aan Al Qaida gelieerde islamisten een halt toe te roepen. Dat heeft tot nu toe weinig succes gehad. In maart 2012 wordt president Touré via een coup door het leger verwijderd. Het leger blijkt vervolgens zelf niet in staat om de problemen in het noorden op te lossen en blijkt zelfs te maken te hebben met desertie naar de andere kant. Een maand later nemen de Toearegs de controle over het noorden van Mali over en verklaren zij de onafhankelijkheid. Vanuit Timboektoe wordt Noord-Mali op dit moment geregeerd als een strengislamitisch land.

Al op 10 januari werd Konna ingenomen. Rebellen rukten steeds verder op in de richting van Bamako. Ik kan mij zeer goed voorstellen, ook vanuit het nationale belang van de Fransen omdat er 6.000 Fransen in die stad wonen, dat de Fransen hebben gezegd: tot hier en niet verder. De VVD-fractie steunt de interventie van de kant van de Fransen, die op verzoek van de Malinese regering wordt uitgevoerd. Mali mag niet afglijden in de richting van een nieuw Somalië of een nieuw Afghanistan. We hebben geen nieuw broeinest van islamisten op de Europese stoep nodig.

Vandaag nog zijn in het zuiden van Algerije acht buitenlanders ontvoerd door islamisten. Gevoed met wapens uit het conflict in Libië rukt Al Qaida op in de Maghreb. Nederland en Europa kunnen zich niet permitteren dat meer staten eindigen in een failed state en een broeinest vormen voor terroristen. De Amerikanen willen onze verzekeringspolis niet langer betalen. De problemen van Irak tot Pakistan en van Mauritanië tot Somalië bedreigen ook het Europese continent. Syrië staat in brand, Afghanistan staat in brand, Somalië staat in de brand en de veenbrand in de Sahara breidt zich uit.

De regering lijkt een driesporenbeleid te voeren. Zij kiest voor steun aan de Fransen; dat steunen wij. Daarnaast zet zij in op een versnelde ontplooiing van de Europese trainingsmissie, waaraan we een halfjaar geleden impliciet al instemming hebben verleend, voor zover daar instemming aan moest worden verleend. In ieder geval heeft de Kamer erover gesproken. Ten slotte zet de regering in op ontwikkelingshulp. Over deze drie punten stel ik een paar vragen.

De Nederlandse regering heeft wat ons betreft terecht politieke steun uitgesproken voor de acties van de Fransen. Wat Frankrijk op dit moment doet, draagt dan ook bij aan veiligheid voor Europa en uiteindelijk ook in Nederland. Wel heb ik een vraag over de logistieke steun die mogelijk aan de EATC-structuur wordt gegeven, het bilaterale militaire samenwerkingsverband dat via Nederland wordt vormgegeven, via vliegveld Eindhoven. Ons bereikten zojuist nog brieven van de regering waarin daarvan sprake is. Kan de regering uitleggen hoe de politieke en logistieke steun precies in zijn werk gaat? Het is bestaande infrastructuur. Wat ons betreft moet de partijen die zich op dit moment manifesteren geen strobreed in de weg worden gelegd. Maar hoe gaat dat exact? Zijn er trekkingsrechten voor de landen die daaraan meewerken? Kan het kabinet mij uitleggen hoe dit precies gaat en welke vormen van infrastructuur -- er wordt over transportvliegtuigen gesproken -- kunnen worden benut? Wat zijn de gevolgen, ook de mogelijke financiële gevolgen, voor Nederland?

Ik kom te spreken over de Europese trainingsmissie AFISMA. De VVD staat achter een aanpak waarbij het lokale leger of de politiemacht wordt opgeleid om zelfstandig de orde te handhaven. Dat hadden we misschien veel eerder moeten doen. Op dit moment is de vraag aan de orde of de regering kan aangeven of die missie anders van aard wordt, gegeven de spanningen in de regio. Op welke wijze wordt deze missie op dit moment afgestemd met het Franse optreden? Is daarbij voldoende afstemming?

Ik ga in op de ontwikkelingssamenwerking. Ik haal een interessant citaat uit de brief van de regering aan: "Nederland heeft in de afgelopen decennia ruime ervaring opgedaan met ontwikkelingssamenwerking met partnerland Mali." Veel succes heeft deze jarenlange ervaring kennelijk niet gehad. De fragiele democratie in Mali gold jarenlang als een voorbeeld voor de hulpindustrie, die in Mali na Tanzania een nieuwe "donor darling" had gevonden. Maar helaas heeft de hulp niet weten te voorkomen dat Mali niet eens in staat was om minimaal het eigen grondgebied te regeren. Franse gevechtsvliegtuigen opereren daarom nu boven dat grondgebied. In het vorige overleg moesten we vaststellen -- ik quote de heer Timmermans -- dat Somalië onvoldoende absorptiecapaciteit had om OS-steun te ontvangen. Hier spreken we over het omgekeerde, maar het effect is even dramatisch. Kan de regering aangeven hoeveel geld er op dit moment nog beschikbaar is? De minister voor Ontwikkelingssamenwerking zat op de bank bij een van de voormalige machthebbers en moest de volgende dag de hulp alweer bevriezen. Wat gebeurt er met dat bevroren geld? Is zij bereid om dat vooral in te zetten voor de regionale opvang van vluchtelingen? Dat is namelijk van het allergrootste belang. Daar ziet de VVD een enorme urgentie. Of gaan we dat weer inzetten voor mogelijke budgetsteun, waarvan wij sowieso geen voorstander zijn? Waar moet het terechtkomen? De regering schreef in de brief over steun aan opbouw van staatsinstituties. Ik kwalificeer dat vooralsnog als een vorm van wensdenken tegen de achtergrond van de inspanningen die de afgelopen jaren in ieder geval op dat vlak tot weinig hebben geleid. De instabiliteit van deze regio, die ons zeer aan het hart gaat, is daarvan een voorbeeld. Graag een duidelijk antwoord van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking.

Lees hier het volledige verslag van het AO (PDF)