Spreektekst Uitvoering van een verordening betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie

Source: R.W. (René) Leegte i, published on Friday, May 17 2013, 3:13.

Kamerlid: Leegte

Fractie: VVD

Den Haag, 15-05-2013

Spreektekst Uitvoering van een verordening betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (33 510)

(Noot van de webbeheerder: alleen de gesproken tekst geldt)

 
 

Voorzitter,

Vandaag spreken wij over de transparantie en integriteit van de groothandelsmarkt voor energie. Deze implementatie van de Europese verordening maakt onderdeel uit van de wetgevingsagenda STROOM. Deze agenda bestaat uit vier wetswijzigingen, die gezamenlijk voorzien in een grondige actualisatie van de wet- en regelgeving op energiegebied. Maandag 3 juni zullen wij de hele dag spreken over een andere wijziging. Voor ik met mijn inbreng begin, wil ik de minister bedanken dat hij een technische briefing wil laten verzorgen voor de vaste Kamercommissie over de resterende wijzigingen, zodat wij goed voorbereid onze debatten kunnen voeren.

Vandaag gaat het erom dat de groothandelsmarkt voor energie goed functioneert en dat marktpartijen erop kunnen vertrouwen dat de markt integer en transparant is. Transparantie is essentieel om op te kunnen treden tegen marktmisbruik. Dat is van belang, omdat de Europese markt steeds verder integreert en misbruik in land 1, grote gevolgen kan hebben voor de consumenten in land 2. Het belang van het onderwerp wordt onderstreept door het feit dat we vandaag spreken over de invoering van een Europese verordening, die anders dan richtlijnen of mededelingen rechtstreekse werking heeft. De speelruimte voor aanpassingen is dus voor alle landen beperkt beperkt. Maar goed, die ruimte hebben de verschillende parlementen natuurlijk ruim gehad in de voorbereidende fase tijdens de verschillende AO’s ter voorbereiding op de vergaderingen van de minister in Brussel. De Raad van State heeft geen opmerkingen.

Met deze constatering zijn er drie hoofdvragen:

1. is Nederland niet strenger dan de verordening vraagt? Met andere woorden zetten wij met deze wijziging nog koppen op Nederlandse wetgeving? Graag een bevestiging van de Minister dat dit niet het geval is.

2. voeren andere landen de verordening wel echt uit, zoals bedoeld is? Met name op het toezicht op naleving en de handhaving is het belangrijk dat alle landen dit adequaat uitvoeren. Immers een wet zonder sanctie is als een krijtstreep onder een schoenzool. Risico van misbruik blijft dan bestaan met alle financiële risico’s voor inwoners van andere landen als gevolg. Graag hoor ik van de minister hoe hij in de gaten houdt dat ook in andere landen toezicht en handhaving niet alleen op papier, maar ook in de praktijk goed is geregeld.

3. in hoeverre kan de minister inzichtelijk maken dat hij de toename van administratieve lasten als gevolg van deze wet minimaliseert.

Voorzitter, lezende over de gegevensverzameling en registratie bekroop ineens het Icesave-scenario. Een bank die ingeschreven stond in een fatsoenlijk land als IJsland werd door de Nederlandse bank nog maar marginaal getoetst. We kennen de uitkomst (de afronding nog niet helemaal J) mijn vraag aan de minister is in hoeverre Icesave-achtige toestanden voorkomen worden binnen de energiesector, doordat iedereen vertrouwt op de initiële registratie in een land? U begrijpt voorzitter dat dit geen pleidooi is voor administratieve lastenverzwaring, maar gezien moet worden in het licht van mijn eerdere vraag over het gelijke speelveld tussen landen, ook waar het gaat over toezicht en handhaving.

Maar, voorzitter, wat wij vragen aan anderen, moeten wij ook zelf goed voor elkaar hebben. De minister legt de verantwoordelijkheid van het toezicht primair bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Op onderdelen zal het ACM afspraken maken met de Autoriteit Financiële Markten over samenwerking. Kan de minister aangeven hoe de samenwerking precies gaat verlopen en wat de procedure is als er verschil in inzicht is tussen beide instellingen? Hoe heeft de minister gewaarborgd dat de ACM voldoende is toegerust op haar nieuwe taak en ook voldoende capaciteit heeft?

Tenslotte voorzitter een vraag naar aanleiding van deze wet.

Voorzitter, tot zo ver mijn vragen over de wet en de enkele context van de wet zelf. Graag wil ik de minister kort meenemen in de bredere context van de wet. Energie is een wereldwijd vraagstuk. De ontwikkeling van schaliegas in de VS heeft directe gevolgen voor de prijs van kolen in de EU. De ontwikkeling rond kernenergie in Japan voelt Europa in de prijs en beschikbaarheid van LNG. Natuurlijk zou iedereen willen dat wij vandaag al een energiebron hadden gevonden die gratis is, geen CO2 uitstoot en bovendien een betrouwbare levering van energie kan garanderen. Maar, het eerlijke verhaal is dat er geen energiebronnen zijn zonder nadelen. Het erkennen van deze feitelijkheid vergt een zekere politieke moed, want het bederft het feest van alle mensen die zo graag willen geloven dat wij in Europa of Nederland een eigen koers kunnen varen en dat de oplossing binnen handbereik is. Ook de VVD zou willen dat het anders was, maar zolang 2 miljard mensen op deze aarde hunkeren naar betaalbare energie zullen alle goedkope fossiele brandstoffen ergens in de wereld opgestookt worden. Het is een van de belangrijkste redenen, waarom de wereldwijde CO2-uitstoot blijft stijgen, stijgen en stijgen.

Ik sprak onlangs een hoge ambtenaar uit de VS die zich afvroeg waarom Europa klimaatleiderschap claimt. Deze man zag veel woorden, maar weinig wol. De CO2-uitstoot in Duitsland is aan het groeien, maar belangrijker de CO2-import neemt steeds grotere hoeveelheden aan. De CO2-import - ik kan dat niet genoeg benadrukken - is een belangrijke indicator voor het verdwijnen van werkgelegenheid. Het gevolg: De wereld warmer, Europa armer. Terwijl het juist zo is dat hoe meer wij in Europa maken, bv aan chemische producten, hoe beter dat voor het klimaat en milieu is. Wij doen het namelijk efficiënter dan in de rest van de wereld. Wiegel zei het vroeger al: “politici moeten niet kakelen, maar eieren leggen!”

Voorzitter, wie zich echt zorgen maakt om de ontwikkelingen, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat er beter moet worden samengewerkt in Europa. De wet die wij vandaag bespreken is een voorbeeld, en belangrijk voor de verdere integratie van de interne energiemarkt. De wet die wij vandaag bespreken is in zekere zin noodzakelijk, maar onvoldoende.

Mijn vraag aan de minister is in hoeverre hij inschat dat deze verordening de eerste stap is op weg naar een landsgrenzen overschrijdende TSO? Pas als er één TenneT is voor bijvoorbeeld de noordwest Europese elektriciteitsmarkt kunnen wij echt slagen maken in de Europese samenwerking en kosten besparen. bovendien zullen wij ook slim moeten nadenken hoe landen van elkaars comparatieve geografische voordelen gebruik kunnen maken. Het onlangs uitgekomen Groenboek “A 2030 framework for climate and energy policies” is vanwege het totaal ontbreken van welke concrete keuze dan ook een enorme kans om goede dingen te gaan doen.

Drie dingen zijn dan belangrijk:

1. één doelstelling gericht op CO2 na 2020

2. een gezamenlijke capaciteitsmarkt voor elektriciteit

3. energiepolitiek gericht op betaalbaarheid en maatregelen die mondiaal tot een echte oplossing leiden.

Met deze bril zal de VVD ook de andere wetswijzigingen in het kader van STROOM beoordelen.

Ik dank u wel.