Boer betaalt voor luxevarken van morgen

Source: W.J.H. (Helma) Lodders i, published on Thursday, May 30 2013.

Onderstaand treft u mijn opinie artikel over het convenant met duurzaamheidseisen wat gesloten is tussen het CBL, LTO vakgroep Varkenshouderij en de COV. Dit Opinie stuk is geplaatst in de Nieuwe Oogst van zaterdag 1 juni. Ik maak mijn hier ernstige zorge over omdat de kosten eenzijdig bij de boer worden neergelegd en er onvoldoende rekening wordt gehouden met het economische belang van de sector.

Boer betaalt voor luxevarken van morgen

Afgelopen week hebben Centraal Bureau Levensmiddelen (CBL), de LTO Vakgroep Varkenshouderij en de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) een overeenkomst getekend. Deze overeenkomst moet ervoor zorgen dat Nederlandse varkenshouders in 2015 aan nieuwe duurzaamheidseisen moeten voldoen. De Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) heeft het convenant niet ondertekend omdat zij de garantie missen dat boeren een voldoende meerprijs krijgen voor hun varkens. Ik heb, evenals de NVV, sterkte twijfels over dit akkoord.

Een kleine greep uit de eisen van het akkoord: 1 vierkante meter leefruimte per vleesvarken; 0,4 vierkante meter leefruimte per gespeende big; biggen spenen op gemiddeld 28 dagen en het gebruik van groene stroom. Deze eisen komen bovenop de bovenwettelijke eisen die Nederland al stelt aan de varkenshouders ten aanzien van Europese regels. In Nederland bedraagt het wettelijk minimum oppervlak voor vleesvarkens bijvoorbeeld 0,8 vierkante meter. Het EU-minimum is 0,65 vierkante meter. Begin mei heeft het LEI een rapport gepubliceerd dat de Nederlandse varkenshouderij concurrerend blijft door de hoge productiviteit ondanks de hoge maatschappelijke kosten voor milieu, welzijn en ruimtelijke ordening waar de sector mee te maken heeft ten opzichte van omringende landen. Ik maak mij ernstig zorgen of de varkenssector in Nederland nog wel concurrerend blijft als ze ook nog eens moeten voldoen aan de eisen uit het welzijnsakkoord. Het lijkt alsof de betrokken partijen zich hier onvoldoende rekenschap van hebben gegeven bij het sluiten van dit akkoord.

De betrokken partijen lijken ook hun ogen te sluiten voor de meerkosten die varkensboeren moeten maken terwijl ze geen garantie hebben of deze meerkosten ook daadwerkelijk worden gecompenseerd. Dat wordt namelijk aan de markt overgelaten. Dit is voor de NVV reden geweest om af te haken en het akkoord niet te ondertekenen. Ik kan mij volledig vinden in de opvatting van de NVV. Laat het helder zijn, eventuele veranderingen in de kosten en opbrengsten moeten door de markt worden opgelost. De meeste maatregelen in het akkoord zijn echter kostprijsverhogend en de kans dat de opbrengsten de kosten dekken is nihil. Daarnaast zijn boeren niet in staat om hun kosten door te berekenen. Het akkoord zal dus niet leiden tot een eerlijk verdienmodel voor de boer, waar iedereen zijn mond vol van heeft. In het akkoord ontbreekt ook een exportparagraaf. De schrijvers van dit akkoord lijken vergeten te zijn dat de BV Nederland grotendeels afhankelijk is van de export van agrarische producten. De land- en tuinbouwsector is namelijk goed voor 60% van het handelsoverschot. De extra eisen uit het akkoord kunnen onze exportpositie negatief beïnvloeden en dit schaadt ook weer de Nederlandse economie. We moeten dus zuinig zijn op onze varkenshouders.

De betrokken partijen moeten zich realiseren dat huidige varkenshouderijsysteem in Nederland het meest productieve en meest duurzame in de wereld is. Het is bovendien onmisbaar om de groeiende wereldbevolking te voeden waarbij tegelijkertijd het milieu gespaard wordt. Ik vind dat de landbouw wereldwijd juist daarom nog productiever en intensiever moet worden, anders sturen we aan op een tekort aan voedsel. We moeten ons zelf de vraag durven stellen of het ‘varken van morgen’ het antwoord is op ons voedselvraagstuk. Ik durf de stelling aan dat dit geenszins het geval is. De oplossing ligt wat mij betreft niet in het stellen van extra eisen aan de boer maar de boer de ruimte geven om te ondernemen zodat de landbouwsector nog productiever en intensiever wordt. En juist dat kenmerkt onze Nederlandse varkenshouder en daar mogen we best trots op zijn.