Vrijzinnig-Democratische Jongeren Organisatie (VDJO)
De Vrijzinnig-Democratische Jongeren Organisatie (VDJO) bestond van 1923 tot en met 1946 en was gedurende die periode de jongerenorganisatie van de Vrijzinnig-Democratische Bond1 (VDB). De VDJO was voornamelijk een gezelligheidsclub, die rond 1940 was uitgegroeid tot een flinke organisatie. Hoewel de organisatie in 1941 verboden werd, richtte het zichzelf vlak na de oorlog weer op. In 1946 volgde een fusie met andere socialistische jongerenorganisaties tot de eerste voorganger van de Jonge Socialisten2.
De VDJO was politiek gezien sterk georiƫnteerd op de moederpartij. Op ideologisch vlak was dit niet anders. Door middel van kampen probeerden de Vrijzinnig-Democratische Bond de jeugd hun idealen bij te brengen.
De VDJO kende aanvankelijk een 'kwakkelend' bestaan met een zestal afdelingen in studentensteden en rond de 300 leden. Vanaf 1933 was er sprake van groei, waarna in 1940 het ledental was opgelopen tot 3200 en er ruim 70 afdelingen waren. De aanhang zat vooral in het westen van het land, maar later ook in Friesland.
De VDJO had een eigen blad: Jongeren en Democratie, een eigen vlag en logo, en een eigen lied. Naast lezingen en discussiebijeenkomsten organiseerde de VDJO film- en diavoorstellingen, muziek- en dansavonden en kampen, waarbij werd gewandeld en gefietst. Het was meer een studie- en gezelligheidsvereniging (een soort AJC7) dan een politieke organisatie, maar wel werden landelijke prominenten uitgenodigd als spreker.
Tijdens de Bezetting bleef de VDJO actief, tot de Duitsers haar in 1941 verboden. Wel bleven er illegale plaatselijke afdelingen bestaan en was er een illegaal blad 'De Hand aan de Ploeg'. In VDJO-kringen leefde sterk de wens om na de bevrijding tot een brede progressieve volkspartij te komen. In 1945 hervatte de VDJO haar werkzaamheden en in 1946 kwam de grote wens van de VDJO tot uiting in de fusie met andere socialistische jongerenorganisaties tot de Democratische Socialistische Jongeren Vereniging 'Nieuwe Koers'2 (DSJVNK).
In onderstaande tabel staan enkele kerngegevens vermeld.
Naam |
Vrijzinnig-Democratische Jongeren Organisatie |
---|---|
Moederpartij |
VDB |
Opgericht |
16 december 1923 |
Opgeheven |
april 1946 |
Ledenaantal |
maximaal 3200 (in 1940) |
Ledenblad |
Jongeren en Democratie |
Meer over
- 1.De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
- 2.Deze organisatie is de onafhankelijke politieke jongerenorganisatie van de PvdA. De Jonge Socialisten in de PvdA (JS) wil jongeren interesseren voor politiek en jongerenparticipatie bevorderen in politieke en maatschappelijke zin. Belangrijke maatschappelijke onderwerpen waar JS zich mee bezighoudt zijn: goed en toegankelijk onderwijs, sociale zekerheid, werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling en milieu.
- 3.Uit de Vrijzinnig-Democratische Bond afkomstig PvdA-Tweede Kamerlid. Onderwijsman, die op diverse middelbare scholen geschiedenisleraar was. Na de oorlog directeur van een school voor Voorbereidend Hoger en Middelbaar Onderwijs in Voorburg. Als Tweede Kamerlid in de periode 1946-1948 onderwijswoordvoerder. Aan een tweede periode als Kamerlid kwam al snel noodgedwongen een einde vanwege een geschil met de gemeente Rotterdam.
- 4.Friese notariszoon die na zijn studie scheikunde in Delft vele jaren een invloedrijke positie innam in de fractie van de PvdA in de Tweede Kamer. Was onder meer fractiesecretaris. In zijn studententijd actief in de vrijzinnig-democratische jongerenorganisatie. Deskundig op het gebied vervoers- en energievraagstukken. Aimabel sigarenroker. Liep in de jaren vijftig een wethouderschap in Rotterdam mis vanwege een verkeersovertreding. Staatssecretaris van vervoerszaken in het kabinet-Cals.
- 5.Onafhankelijke progressieve liberaal in de PvdA-Tweede Kamerfractie. Was parlementair journalist bij de NRC en voorzitter van de JOVD. Brak begin jaren'60 met de VVD en stapte over naar de PvdA. Goed jurist, deskundig op het gebied van het volkenrecht en verdediger van burgerlijke rechten. Keerde zich tegen beperkingen ten aanzien van politieke organisaties. Met Jan Lamberts mede-initiatiefnemer van een wetsvoorstel om zwangerschapsonderbreking te legaliseren. Het met een VVD-initiatief samengevoegde voorstel werd in 1976 echter door de Eerste Kamer verworpen. In 1981 niet herkozen, maar in 1986 teruggekeerd in de Kamer. In die periode tevens voorzitter van de commissie kleine criminaliteit en naamgever van een prijs voor initiatieven om criminaliteit tegen te gaan. Humanist en schaker.
- 6.Anne Vondeling (1916) was a member of the European Parliament from 17 July 1979 to 22 November 1979 as an independent member, and was aligned with the Progressive Alliance of Socialists and Democrats. He took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
- 7.De Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) diende als scholings- en vormingsinstituut voor de SDAP. De AJC is met een geschat ledenaantal van ongeveer 11.000 misschien wel de grootste politieke jongerenorganisatie die Nederland ooit gekend heeft. De AJC organiseerde befaamde kampen, waar de AJC-jeugd samen kwam. Hoewel de AJC zichzelf ophief aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, keerde de organisatie in 1945 weer terug. In 1959 ontbond het ledencongres de AJC echter definitief.
- 8.Vrijwel iedere in het Nederlandse parlement vertegenwoordigde politieke partij heeft een politieke jongerenorganisatie. Een politieke jongerenorganisatie is een organisatie voor jongeren die statutair is verbonden aan een politieke partij. Een politieke jongerenorganisatie bestaat normaal gesproken uit een (hoofd)bestuur, afdelingen en een congres. De afdelingen concentreren zich meestal op de studentensteden.