Schrap extra eisen Nederlandse boer

Source: W.J.H. (Helma) Lodders i, published on Saturday, September 14 2013.

Nederland is tweede voedselexporteur op het gebied van land- en tuinbouw. De sector kenmerkt zich als hoogproductief, innovatief en duurzaam en draagt fors bij aan de Nederlandse economie. Het is van belang dat de sector deze positie kan behouden. Het afgelopen jaar heb ik helaas moeten constateren dat Nederland wet- en regelgeving vanuit Brussel veel strenger interpreteert dan andere landen. Met name op het gebied van dierenwelzijn is Nederland koploper in strengere regelgeving dan Europa voorschrijft. Daarmee brengt de overheid de Nederlandse Land- en tuinbouw in een nadelige concurrentie positie.

In 2001 werd Nederlandse sector hard geraakt door de Mond- en Klauwzeercrisis. De sector heeft als gevolg hiervan te maken gekregen met een fors aantal regels en beperkingen om uitbraak van dierziekten te voorkomen.

Inmiddels zijn we 10 jaar verder: de registratie van vee is op orde, transporten worden vastgelegd en elk dier is traceerbaar. De sector zou hiervoor beloond moeten worden: de nationale koppen ten aanzien van Europese regelgeving zouden geschrapt moeten worden. Dat is geen Russische roulette zoals Frank Dales van de dierenbescherming schrijft maar op een eerlijke en verstandige wijze werken aan een gelijk speelveld. Waarom mogen de Belgische collega’s bijvoorbeeld wel de stier en de koe op dezelfde veemarkt verhandelen en bij een slechte prijs de dieren mee naar huis nemen? En waarom mag dat in Nederland dan niet? En waarom mogen bij ons de melkkoeien niet als weidekoe verkocht worden zodat deze koe na een aantal maanden als weidekoe naar het slachthuis kan? Een mooi stukje vlees, duurzaam in Nederland gemest. Nee wij jagen met dit beleid de afgeschreven

melkkoe de worstmachine in. En omdat een weidekoe nou eenmaal meer oplevert dan een worstkoe, ontnemen we de boer de toegevoegde waarde aan zijn product. Daar bovenop zijn we met onze eigen Nederlandse weidekoe minder afhankelijk van import van vlees. Veel partijen in de Tweede Kamer hebben hier de mond vol van tot het aankomt op goede regelgeving, of het schrappen van regelgeving. Dan geven ze niet thuis.

Belangenorganisaties zoals de dierenbescherming geven ook niet thuis als ze hun verantwoordelijkheid kunnen nemen terwijl de dierenbescherming bij uitstek een organisatie is die begaan zou moeten zijn met dierenwelzijn. Het getuigt van visie wanneer belangenorganisaties samen met de sector toe willen werken naar een verbetering van het dierenwelzijn in Nederland. Dat de dierenbescherming sneller stappen wil zetten dan de sector kan bijbenen is logisch. De boer is immers voor brood op de plank afhankelijk van zijn bedrijf. De marges staan onder druk en om te investeren zal er eerst verdiend moeten worden. De dierenbescherming daarentegen kan frank en vrij maatregelen voorstellen. Ik vind het dan ook onbegrijpelijk en getuigen van geen enkel verantwoordelijkheidsgevoel dat de Dierenbescherming uit het QLL-keurmerk (Quality Livestock Logistics) is gestapt. Dit kwaliteitssysteem vraagt forse investeringen van de sector die met deelname aan het QLL-keurmerk wil laten zien dat zij het dierenwelzijn op een hoger plan willen tillen. Voor de Dierenbescherming gaat het echter niet snel genoeg. Ze gooien de handdoek in de ring en roepen dan om het hardst dat de sector geen verantwoordelijkheidsgevoel kent. Het tegendeel is echter waar: de sector neemt haar verantwoordelijkheid en wil met alle maatregelen die zij hebben genomen tegen de uitbraak van dierziekten en deelname aan het QLL-keurmerk laten zien dat zij diergezondheid en dierenwelzijn bijzonder serieus nemen. De Dierenbescherming lijkt in deze kwestie volledig de weg kwijt te zijn.

Bij het schrappen van regels moeten we altijd diergezondheid en dierenwelzijn in oogschouw nemen. De sector is inmiddels zo ingericht dat bij calamiteiten snel en adequaat gehandeld kan worden. Mijn pleidooi: de sector is klaar voor meer verantwoordelijkheid en heeft een overheid nodig die niet sturend is maar ondersteunend op de momenten dat het moet. De sector heeft daarbij de steun van belangenorganisaties zoals de Dierenbescherming hard nodig.

Bron: nieuweoogst.nu