Budget huishoudelijke hulp 2014 overeind - Main contents
Volgend jaar blijft het budget voor huishoudelijke hulp in tact. Daarmee is de bezuiniging van 89 miljoen voor volgend jaar van de baan. In het zorgakkoord werden de besparingen voor 2015 en daarna al flink verzacht, met 530 miljoen per jaar.
Deze verzachting komt in een periode dat de discussie over de huishoudelijke hulp door het ontslag bij Sensire in de Achterhoek weer speelt. Ik krijg vaak de vraag wat er nou zo sociaal is aan onze plannen. Ik geloof dat we solidariteit in de langdurige zorg opnieuw vorm moeten geven. Zeker als mensen zo lang mogelijk zorg thuis willen, moeten we ook met die thuissituatie rekening kunnen houden. Met algemene wetten die iedereen recht op precies hetzelfde pakketje geven kan dat eenvoudigweg niet.
Dat kan wel door mensen recht in de ogen te kijken en te vragen: welke zorg en ondersteuning heb je nodig? Heb je naasten die iets voor je kunnen en willen betekenen? En waar heb je de overheid nodig? Dezelfde rechten voor iedereen klinkt mooi, maar recht doen aan het feit dat er geen twee dezelfde mensen zijn is nog veel mooier. En: socialer.
Dat gemeenten deze ondersteuning verzorgen is niet meer dan een middel om precies dát doel te bereiken. Daarbij past ook direct een kanttekening: daar waar mensen verpleegkundige zorg nodig hebben moet deze er gewoon zijn: wondverzorging moet gewoon door een verpleegkundig worden gedaan die daarvoor is opgeleid. Geen discussie daarover.
Daarnaast moeten we ons zeker nu de vraag stellen waar we het zorggeld aan besteden. Als we vinden dat zware en verpleegkundige zorg beschikbaar moet zijn voor iedereen, is het dan zo gek om ons af te vragen of we lichte vormen van ondersteuning altijd voor iedereen moeten vergoeden? Of moeten we ons afvragen of sommige mensen hun huishoudelijke hulp niet (deels) zelf kunnen betalen?
De vraag blijft: hoe sociaal zijn de besparingen? Ook hier direct een kanttekening: als we alle plannen over vier jaar hebben uitgevoerd geven we nog steeds evenveel geld uit aan langdurige zorg als nu. En ja, in de tussentijd moeten we ook besparen om de zorgkosten in de hand te houden. Ondanks die besparingen is jaarlijks nog steeds ruim 900 miljoen euro beschikbaar voor huishoudelijke hulp.
Blijft staan dat bezuinigen nooit leuk is, zeker niet wanneer mensen onzeker zijn over hun baan. Daarmee mag de kous dus ook niet af zijn. Ik geloof dat we alleen kunnen komen waar we willen zijn in 2017, als we onderweg daar naartoe goed opletten. Allereerst natuurlijk op de ouderen en gehandicapten die van huishoudelijke hulp afhankelijk zijn. De vraag of hun naasten vaker mee kunnen helpen in het huishouden mag en moet je altijd stellen. Net als de vraag of iemand genoeg inkomen heeft om zijn huishoudelijke hulp zelf te betalen. Maar als het antwoord op deze vragen ‘nee’ is, moet er voor deze mensen gewoon hulp zijn. Daar zorgen we voor, daar hebben we geld voor.
Ten tweede natuurlijk de huishoudelijke hulpen zelf. In het zorgakkoord zijn een paar dingen afgesproken (minimumtarieven, werk naar werk en overname personeel) die vanaf 2015 kunnen helpen. Maar ook nu al moeten wij alles op alles zetten om deze mensen te helpen. Neem de mensen van Sensire. Hun ontslag terugdraaien, zoals Abvakabo en SP willen, klinkt stoer maar wekt valse verwachtingen. Hun boosheid kan ik me voorstellen, maar daarmee zijn de medewerkers van Sensire niet geholpen.
Zij zijn wel geholpen met de afspraken die ik met de gemeenten in de Achterhoek heb gemaakt: dat de mensen van Sensire zoveel mogelijk bij dezelfde ouderen en gehandicapten kunnen blijven helpen als nu, zodat hun vaak sterke band blijft bestaan. Dat de nieuwe aanbieder gewoon CAO-loon kan betalen. En dat heel snel duidelijk wordt hoe ze de huishoudelijke hulp volgend jaar gaan regelen. Want gemeenten hebben volgend jaar nog even veel geld als nu.
Dat zijn afspraken waar deze mensen iets aan hebben. Zo kunnen wij rekening houden met de onzekerheden van mensen. Zo kunnen wij sociaal en verantwoord hervormen.