Antwoorden op vragen over de bouw van een nieuwe nederzetting op de Westelijke Jordaanoever

Source: J.H. (Han) ten Broeke i, published on Friday, October 25 2013.

tkstoel
Bron: Blog Han ten Broeke
Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het

lid Ten Broeke (VVD) over de bouw van een nieuwe nederzetting op de Westelijke Jordaanoever (ingezonden 28 augustus 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht “In the West Bank, a new settlement is born”? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het nieuws dat kolonisten voor het eerst in 20 jaar een nieuwe nederzetting op de Westoever hebben gebouwd? Gaat het inderdaad om een nieuwe nederzetting of geldt Leshem als een nieuwe wijk binnen de reeds gebouwde nederzetting Aley Zahav?

Antwoord

In formele zin is Leshem geen nieuwe nederzetting, omdat de Israëlische autoriteiten Leshem niet als zodanig erkennen. Zij merken Leshem als een (nieuwe) wijk van de bestaande nederzetting Aley Zahav aan. Volgens Israëlische deskundigen vertoont Leshem in de praktijk wel kenmerken van een nieuwe nederzetting. Zo heeft Leshem een eigen toegang, een andere bevolkingssamenstelling dan Aley Zahev en een eigen culturele commissie.

Alle bouwactiviteiten voorbij de Groene Lijn zijn in strijd met het internationaal recht en ziet het kabinet als ondermijnend aan het vredesproces.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u het feit dat minister van Volkshuisvesting Uri Ariel als eregast aanwezig was bij de inwijdingsceremonie van de nieuwe nederzetting ‘Leshem’?

Antwoord

Dit lijkt het kabinet niet bevorderlijk voor het Midden Oosten Vredesproces.

Vraag 4

Klopt het dat het bouwen van nieuwe nederzettingen op de Westoever, ook in de C-gebieden, niet valt te rijmen met de Oslo-akkoorden?

Antwoord

In artikel V van de overeenkomst tussen Israël en de PLO van 13 september 1993 over “Permanent status negotiations” is vastgelegd dat “It is understood that these negotiations shall cover remaining issues, including: Jerusalem, refugees, settlements, security arrangements, border, relations and cooperation with their neighbors, and other issues of common interest.” Artikel XXXI (7) van de overeenkomst tussen Israël en de PLO van 28 september 1995 bepaalt dat “Neither side shall initiate or take any step that will change the status of the West Bank and the Gaza Strip pending the outcome of the permanent status negotiations.”

Vraag 5

Deelt u de mening dat deze stap geen constructieve bijdrage levert aan het door Secretary of State Kerry geïnitieerde vredesproces, zeker nu onderhandelingen al stroever lopen door het incident in Qalandiya?

Antwoord

Ja, het kabinet deelt deze mening.

Vraag 6

Bent u bereid de Israëlische regering op te roepen tot ontmanteling van deze nieuwe nederzetting - een overigens niet ongebruikelijke praktijk buiten de grote ‘settlement blocs’ met in het achterhoofd de Oslo-akkoorden en het vredesproces?

Antwoord

Het Nederlands standpunt ten aanzien van bouw in en van nederzettingen is bekend bij de Israëlische autoriteiten. Israël wordt hier regelmatig op aangesproken in de bestaande contacten.