European Local Energy Assistance (ELENA)
ELENA was een subsidieprogramma van de Europese Commissie1 en de Europese Investerings Bank voor ondersteuning bij investeringen op het gebied van energie. Het programma verleende publieke en particuliere projecten die gericht zijn op de implementatie van energie-efficiëntie, de distributie van hernieuwbare energie en stedelijke mobiliteit technische bijstand. De subsidie van ELENA kon worden gebruikt voor bijvoorbeeld haalbaarheids- en marktonderzoeken, energieaudits en voorbereiding van aanbestedingsprocedures.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland2 bood ondersteuning bij het aanvragen van een ELENA-subsidie. Een voorbeeld van een project gefinancierd onder ELENA was het verbeteren van de energie-efficiëntie van de gebouwen van de Erasmus Universiteit in Rotterdam en het opwekken van duurzame energie op zes campusgebouwen. ELENA droeg hier 2.3 miljoen euro aan bij.
ELENA werd in 2009 opgericht en is een afkorting van European Local Energy Assistance. Sinds 2014 viel het programma onder Horizon20203. Vanaf het begin af aan ondersteunde het projecten gericht op energie efficiëntie en de distributie van hernieuwbare energie. In 2016 kwamen daar ook projecten op het gebeid van duurzame en innovatieve stedelijke mobiliteit bij.
- 1.The European Commission is the executive body of the EU and runs its day-to-day business. It is made up of the College of Commissioners, 27 European Commissioners, one for each member state, who are each responsible for one or several policy areas. In addition, the 'Commission' also refers to the entire administrative body that supports the Commissioners, consisting of the Directorates-General and the Services.
- 2.Dit is een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Economische Zaken. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is op 1 januari 2014 ontstaan uit een fusie van Agentschap NL en de Dienst Regelingen.
- 3.Horizon 2020 was een financieringsprogramma van de Europese Commissie voor wetenschap, innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Het programma had als doel de mondiale concurrentiepositie van Europa te verbeteren en de economische en sociale ambities van de Europese Unie te stimuleren. Om dit te realiseren moest het obstakels voor innovatie uit de weg ruimen en samenwerking tussen publieke en particuliere sectoren bevorderen. Het was daarmee een belangrijke pijler van de Innovatie-Unie en de 2020-strategie.