Duitse oplossing = Europees probleem - Main contents
Foto Flickr / martingerz2
De Duitse minister van Financiën Schäuble kan in Brussel zijn stem luid en duidelijk verheffen. In de onderhandelingen over een nieuwe Duitse regering tussen de beoogde coalitiegenoten CDU/CSU en SPD lijkt een compromis bereikt over het Europese bankentoezicht. De Duitse stem is belangrijk in Europa. Des te zorgwekkender dat het compromis slecht is.Wat voor de Duitse coalitiegesprekken een oplossing is, zal voor Europa een probleem blijken te zijn. Het Duitse idee is dat er een orgaan onder verantwoordelijkheid van de lidstaten komt dat beslist over ingrepen bij in nood verkerende banken. Hierdoor kunnen lidstaten noodzakelijke ingrepen blokkeren omdat de een niet wil betalen voor de ander. Maar niet nationale, maar Europese overwegingen moeten de overhand hebben: in de meeste landen zijn de grotere banken te groot en te internationaal vertakt voor nationale reddingsacties.
Verder is de Duitse inzet om het orgaan over zo min mogelijk banken te laten gaan. Dit voedt de verdenking dat de Duitse banken, vooral de regionale Landesbanken, nog veel problemen hebben. De inzet van het Nederlandse kabinet is daarentegen goed. Dat wil een onafhankelijk resolutieautoriteit op Europees niveau. Daarbij geldt de Dijsselbloemdoctrine: eerst moeten aandeelhouders en daarna obligatiehouders bijdragen, en pas daarna de belastingbetaler. Het is zaak dat Nederland niet wijkt voor Duitse druk.
In deze cruciale fase in de eurozone kan een nieuw fundament onder de Europese economie worden gelegd. De verbouwing van de financiële sector is volop gaande. Tijdens de verbouwing is de winkel nauwelijks open. Banken proberen buffers aan te leggen door zo min mogelijk risico te lopen en dus door nauwelijks nieuwe leningen te verstrekken. Ze steken liever hun geld in overheidsobligaties, waarmee de verwevenheid met nationale overheden toeneemt, terwijl het midden- en kleinbedrijf (mkb) van krediet verstoken blijft. Dit alles is een gevaar voor de Europese economie.
Vijf jaar na de val van Lehman hebben we de lessen nog niet in de praktijk gebracht. Toen bleken landen en banken dominostenen, en was er geen andere keuze dan elke steen overeind te houden, zoals bij ABN Amro en Griekenland. Europa kan ons helpen weer een keuze te hebben, zodat we niet steeds voor het blok worden gezet door banken die Too Big to Fail zijn en met belastinggeld gered moeten worden. De bouwstenen voor een volwaardige bankenunie zijn voorhanden: hogere buffers, schoonvegen van balansen, bonusplafonds, een resolutiemechanisme mét Dijsselbloemdoctrine en een Europees depositogarantiestelsel.
Maar er zijn nieuwe bouwstenen nodig. Ten eerste: versnelde herkapitalisatie. Banken hebben tot 2019 de tijd om te voldoen aan de hogere kapitaaleisen die onder het toezichtsregime ‘Basel III’ gaan gelden. Een stap in de goede richting, maar het moet sneller en anders. Nu verschuiven banken van mkb-leningen naar overheidsobligaties waarvoor onder de Basel-regels geen eigen vermogen aangetrokken hoeft te worden. Dat kan omdat toezichthouders de fictie in stand houden dat overheidsobligaties altijd veilig zijn. Er is een eenvoudige en snellere manier die ook de mkb-financiering op gang krijgt: banken moeten nieuwe aandelen uitgeven. Dat gaat ten koste van zittende aandeelhouders; daarom doen banken het niet. De Amerikanen deden het beter: alle banken moesten in 2009 verplicht nieuw eigen vermogen aantrekken, midden in een crisisjaar. Pijnlijk maar effectief. Daarom zijn er in de VS geen zombiebanken en groeit de kredietverlening aan het bedrijfsleven.
Ten tweede: als acute herkapitalisatie noodzakelijk is maar via aandelen te lang duurt, moet niet het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) herkapitaliseren maar een nieuwe resolutieautoriteit. Het ESM wordt beheerd door de lidstaten en iedere lidstaat houdt daarmee een veto. Een resolutieautoriteit, met door de lidstaten gedelegeerde uitvoeringskracht, kan adequaat handelen en zal zonder aanzien van land en bank ingrijpen.
Ten derde: het boekenonderzoek door de Europese Centrale Bank is alleen geloofwaardig als duidelijk is wie de rekening betaalt - en dat de rekening betaald wordt. Die is in eerste instantie voor aandeelhouders, obligatiehouders en (dan pas) grote spaarders. Het restant komt voor rekening van de lidstaten. Maar dat is alleen geloofwaardig als landen de rekening kunnen betalen, daarom moet dat Europees verzekerd zijn. Met de Duitse schijnoplossing moddert Europa voort naar een desastreus Japans scenario. Het is aan Nederland om te kiezen voor fundamenteel herstel. Zonder het nieuwe fundament van een volwaardige Europese bankenunie blijft de economische groei wankel, en blijven nieuwe banen uit zicht.
Dit artikel verscheen op 15 november in NRC Handelsblad en schreef ik samen met econoom Sweder van Wijnbergen.