Integraal extern optreden van de Europese Unie vergt politieke keuzes - Main contents
Het is een grote eer ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van VIRA het woord tot U te mogen richten.
Het verheugt mij dat onder het gehoor mijn politieke leermeester oud-minister van Defensie Willem van Eekelen aanwezig is, naast Belgische oud-premiers en minister van staat Davignon. Mijn secretaresse legde mij enige tijd geleden de vraag voor of ik op een conferentie over FYRA wilde spreken. Ik dacht dat het om het mislukte hoge-snelheidsproject tussen Amsterdam en Brussel ging en ik had mijn reserves. Toen bleek dat het een verzoek van vriend, oud-ambassadeur van België in Den Haag, Johan Swinnen, ging en het VIRA betrof heb ik geen moment meer getwijfeld.
Dossiers, zoals Fyra, de IJzeren Rijn, de Scheldeverdragen en de discussie over de Benelux-assemblee, hebben vaak tot miscommunicatie tussen onze landen geleid. Het waren toen en zijn nog steeds diplomaten van het niveau van Johan Swinnen, die de politieke plooien wisten en weten glad te strijken. Hiermee is aangetoond dat we ook in digitale tijden nog steeds grote behoefte hebben aan vaardige diplomaten. Zij kunnen ons politici adviseren opdat wanneer wij spreken, onze woorden bijdragen tot het oplossen van in plaats van het scheppen van problemen. Dat geldt in de Benelux, in de EU en daarbuiten.
Voor mij is de Europese Dienst voor het Externe Optreden (EDEO) dus van groot belang. Lady Ashton zal eens de erkenning krijgen dat zij de basis voor een goed functionerende dienst heeft gelegd. Als politici moeten wij, gedegen geadviseerd, politieke keuzes maken. EDEO kan alleen onder een stevig politiek primaat goed functioneren. Hierbij wil ik de volgende politieke keuzes voorleggen. EDEO moet het gehele externe optreden van de EU omvatten, dus de buitenlandse politiek, inbegrepen veiligheidsbeleid en defensie, internationale handel, ontwikkelingssamenwerking, humanitaire noodhulp, de betrekkingen met kandidaat-lidstaten en de partnerschapslanden, etc. Voorts kan ik als volksvertegenwoordiger alleen met politieke ambtsdragers debatteren. Dit betekent dat in de nieuwe Europese Commissie de opvolger van HV/VP Ashton geassisteerd moet worden door staatssecretarissen (ondercommissarissen), die politieke verantwoordelijkheid dragen naar het model van de VS. Hoorzittingen met ambtenaren van EDEO kunnen de huidige politieke leemte niet opvullen.
Voorts moet het EP zich van micro-management op organisatieniveau onthouden. Laten we ons niet bemoeien met EDEO als organisatie, maar alleen met politieke besluiten, die het EP moet beoordelen. Dit verandert alleen indien het functioneren van EDEO het politieke proces negatief beïnvloedt want dan dient de HV/VP daarop politiek te worden aangesproken.
In de praktijk functioneert EDEO reeds adequaat. Ik heb dat bij mijn bezoeken aan Japan, de VS, Colombia, Oekraïne, Georgië, Egypte en vele andere landen mogen ervaren. Bilaterale ambassadeurs en de Europese delegaties vullen elkaar aan en vormen geen negatieve concurrentie voor elkaar.
Natuurlijk moeten de HV/VP constant werken aan verbeteringen, maar het glas is eerder half vol, dan half leeg. In algemene zin zullen wij als politici onze prioriteiten moeten stellen. Realisme is geboden. De Europese Unie moet zich internationaal niet van de wijsvinger bedienen, maar juist de belangen van de Unie en daarmee ook van de lidstaten dienen. Walk silently and carry a big stick. Onze positie op het gebied van de buitenlandse handel is daarbij onze grootste asset.