'Mondelinge vragen over rol EZ bij overname KPN door America Movil'

Source: B.Ch. (Bart) de Liefde i, published on Tuesday, November 26 2013.

De heer De Liefde (VVD):

Voorzitter. Is het wel zo slim om Slim mee te laten luisteren met minister Hennis? Het kan toch niet waar zijn dat ze in Mexico-Stad straks eerder dan bij de AIVD zouden weten hoe het onze polderjihadi's vergaat en dat Holleeder met één telefoontje zijn OM-dossier zou kunnen inkopen bij América Móvil. Het antwoord op al deze vragen lijkt mij duidelijk: nee, natuurlijk niet. Afgelopen weekend stond in NRC Handelsblad een reconstructie van de overnamestrijd tussen KPN en América Móvil. Na het lezen hiervan dacht ik: caramba, zeg me dat het niet zo is. De reconstructie suggereert dat door een gebrek aan kennis het departement van deze minister de hulp heeft ingeroepen van de beschermingsstichting van KPN. Pas daarna heeft de minister met de Mexicanen gesproken over de veiligheid van de overheidscommunicatie, zo las ik. Is het echt zo dat de minister en zijn mensen niet voldoende kennis hebben van de situatie om de gevolgen goed te kunnen overzien? Tegen de minister zeg ik: zeg me dat het niet zo is. Kan de minister

helderheid verschaffen? Snijdt de reconstructie hout of niet? Wanneer heeft hij gesprekken met América Móvil en de stichting van KPN gevoerd? Kan de minister meer in het algemeen toelichten wat zijn rol en bevoegdheden zijn bij mogelijke overnames van vitale infrastructuren, zoals die van KPN? Zijn die bevoegdheden voor hem en zijn collega-ministers voldoende

Minister

Kamp

Minister Kamp:

Voorzitter. Dat artikel is tot stand gekomen zonder contact met mij. Ik vind het niet zo gepast dat als ik gesprekken voer, er dan door een van de gespreksdeelnemers achteraf eenzijdig een eigen voorstelling van zaken met journalisten wordt gewisseld. Ik zie daar het voordeel niet van in.Wat betreft het ontbreken van voldoende kennis bij het ministerie en bij mij kan ik de heer De Liefde geruststellen. Er is volop kennis over de telecommarkt en alles wat daarmee samenhangt. We hebben vanuit Economische Zaken en destijds vanuit Verkeer en Waterstaat besloten om het voormalige staatsbedrijf te gaan privatiseren. Het is een bedrijf geworden dat op een vrije markt concurreert met allerlei andere partijen. Er is adequate wetgeving en er is een goede toezichthouder. Dus dat loopt allemaal goed. De heer De Liefde vroeg zich af wanneer er over de voorgenomen overname van het bedrijf KPN door América Móvil contact is geweest met mij. Dat contact heeft zich met name geconcentreerd in de laatste week van augustus van dit jaar. Ik kreeg toen op maandag bezoek van twee mensen van de beschermingsstichting van KPN. Die vroegen mij om een overzicht van de publieke belangen. Dat was een goede vraag, omdat dat stichtingsbestuur ervoor moet zorgen dat ook de belangen van de klanten van KPN goed behartigd worden en de Staat is een belangrijke klant van KPN. We hebben daar C2000, 112, de noodcommunicatie en het communicatienetwerk van Defensie. Dus dat er met zo'n belangrijke klant overleg is, is heel goed. Ik heb toen verteld dat wij een overzicht hadden van de publieke belangen en dat die de vrijdag daarop, dus diezelfde week, in de ministerraad besproken zou worden. Een dag later heb ik toen met de CEO van América Móvil en zijn naaste medewerkers gesproken en verteld hoe de zaak in Nederland in elkaar zit en dat er bovendien naast alles wat formeel geregeld is, ook een constructieve relatie is tussen de overheid en een bedrijf als KPN. In dat kader zouden we, als er sprake zou zijn van een overname, een aantal bindende afspraken willen maken om de publieke belangen niet alleen formeel maar ook materieel helemaal veilig te stellen. Het bedrijf was daartoe bereid. In vervolggesprekken hebben we gezien dat die bereidheid er steeds is gebleven. Die gesprekken met América Móvil liepen wat mij betreft dus uitstekend. Een dag of twee dagen nadat ik dat gesprek met América Móvil heb gehad, heeft de Stichting Bescherming KPN het besluit genomen om de beschermingsbal op te werpen. Dat is vervolgens gebeurd en daarna heeft de

zaak zich afgewikkeld zoals die zich afgewikkeld heeft. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid genomen: América Móvil besliste over een bod, de KPN-aandeelhouders beslisten over het wel of niet accepteren van dat bod en het stichtingsbestuur heeft gedaan wat het volgens de statuten moet doen. Wat mij betreft, is het allemaal dus glad verlopen.

De heer De Liefde (VVD):

Ik dank de minister voor de antwoorden. Graag geef ik de minister in tweede instantie nogmaals de gelegenheid om in te gaan op de vraag of hij in het algemeen kan toelichten of hij zijn rol en bevoegdheden voldoende vindt om eventuele toekomstige overnames van KPN of andere delen van onze vitale infrastructuur voldoende te kunnen monitoren en daar waar nodig te bewaken. Kan de minister ook aangeven hoe hij achteraf de gang van zaken beoordeelt? Welke lessen zijn er wat hem betreft te trekken voor de toekomst en is hij bereid om die lessen en een eventueel draaiboek voor dit soort mogelijke overnames in een brief naar de Kamer te zenden?

Minister Kamp:

Ik denk dat van geval tot geval, afhankelijk van wat zich precies voordoet, wie de komende partij is en wat de intenties zijn, bekeken moet worden of het nodig is om contact te hebben met de kopende partij om te zien hoe belangen, die wij ook zien, veiliggesteld kunnen worden. Je hebt altijd maatwerk nodig. Ik denk bovendien dat wij altijd kunnen leren van zo'n concrete situatie, zoals wij die hebben meegemaakt. We bekijken dus even hoe we het gedaan hebben en welke dingen nog beter kunnen. Dat gaan we dan de

volgende keer nog beter doen. Zo doen we het altijd. Achteraf hiernaar kijkend, zeg ik: América Móvil was een interessante partij, die nogal wat te bieden had en een voorgenomen bod had gedaan. De leiding van KPN — de raad van commissarissen en de raad van bestuur — heeft daar goed over nagedacht en heeft een bepaalde opstelling gekozen op basis van haar verantwoordelijkheid. Het stichtingsbestuur heeft volgens mij binnen de statuten, op een attente manier en zorgvuldig overwogen gehandeld. De einduitkomst neem ik voor kennisgeving aan. Ik maak niet uit wie er moet kopen, wie er gaat verkopen en voor welke prijs. Dat maken de marktpartijen zelf uit. Als u mij vraagt of we hier nog iets van kunnen leren voor de volgende keer, is mijn antwoord: altijd. Juist omdat we bereid zijn om te leren, kunnen we ons werk goed doen.

De heer De Liefde (VVD):

Tot slot de vraag of de minister bereid is om de lessen die hij hieruit trekt, in een brief naar de Kamer te sturen, zodat wij samen met de minister in de toekomst beter voorbereid zijn dan wij al waren.

Minister Kamp:

Ik geloof niet dat het goed is om een gedetailleerd draaiboek of zoiets beschikbaar te stellen aan de Kamer. Ik denk dat wij op onze manier aan behartiging van de belangen van de Staat en van de publieke belangen moeten doen. Het is niet nodig om dat allemaal al bij voorbaat openbaar te maken, maar het is wel nodig dat we even terugkijken op de situatie die zich hierbij heeft voorgedaan. Daarbij bekijken we welke lessen wij daaruit kunnen trekken en welke eventuele verbeteringen hier en daar mogelijk zijn, ook in procedures. Ik ben bereid om dat met de Kamer te wisselen.