Begrotingsdebat Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Main contents
Den Haag, 3 december 2012, Cora van Nieuwenhuizen spreekt tijdens het begrotingsdebat van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Tweede Kamer:
Voorzitter!
We bespreken vandaag de begroting van het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid, maar wat de VVD betreft moet de volgorde eigenlijk andersom zijn. Binnen deze begroting moet namelijk werkgelegenheid voorop staan. Werk, werk en nog eens werk. Daar draait het om. Werk is immers veel meer dan alleen een inkomen. Werk geeft mensen houvast, geeft mensen de kans zich te ontplooien en zorgt voor een gevoel van eigenwaarde. Van werken word je simpelweg gelukkiger. Werkende mensen dragen daarnaast ook bij aan de maatschappij en de collectieve voorzieningen die we zo graag overeind willen houden.
Daarom is het zo belangrijk dat we de overheidsfinanciën weer op orde krijgen. We geven als Nederland nog steeds elke dag tientallen miljoenen meer uit dan er binnenkomen. Een kind snapt dat dat zo niet door kan gaan. Onze uitgaven zijn afgestemd op hoge niveaus van economische groei uit het verleden, die we naar verwachting niet meer gaan halen. We moeten dus financieel orde op zaken stellen. Dat geldt zeker ook op het terrein van sociale zekerheid. De 77,8 miljard die we nu uitgeven, lopen onverantwoord op naar zo’n 85 Mld in 2017 én beslaat maar liefst 30% van alle collectieve uitgaven! Deze stijging alleen al is meer dan we bijvoorbeeld in totaal uitgeven aan politie.
Een overheid die niet méér uitgeeft dan er binnenkomt zorgt voor rust en vertrouwen bij het bedrijfsleven én consumenten. Dat geeft zo de economie kans zich te herstellen.
Gelukkig zien we de eerste resultaten van de ingezette koers: de eerste voorzichtige tekenen van herstel in export en investeringen, producenten- en consumenten vertrouwen en in de woningmarkt. Vandaag lazen we bijvoorbeeld nog dat nergens in de Eurozone de bedrijvigheid in de industriële sector zo snel toeneemt als in Nederland. Dat is mooi.
Helaas weten we dat de werkgelegenheid altijd vertraagd reageert. Als de economie weer aantrekt betekent dat nog niet per direct nieuwe banen. Het duurt een tijdje voordat ondernemers weer extra personeel durven aannemen, maar we gaan weer de goede kant op.
Vz. Om te beginnen wil ik de structurele problemen ten aanzien van de arbeidsmarkt en hoe die worden aangepakt bespreken.
Daarna zal ik ingaan op de maatregelen voor de korte termijn. Wat doen we nu om de huidige werkloosheid aan te pakken?
Eerst de middellange en lange termijn.
Vorig jaar mocht ik als kersverse woordvoerder Sociale Zaken en werkgelegenheid de begroting voor 2013 bespreken. Het Kabinet Rutte 2 was net aangetreden en de besprekingen met de beide nieuwe bewindslieden stonden in het teken van het net afgesloten regeerakkoord. Voorzichtig werd vooruit gekeken naar het overleg van en met sociale partners in de polder.
Nu, een jaar later, constateert de VVD tevreden, dat we droge voeten hebben gehouden in de polder. Het kan er behoorlijk spoken en soms zelfs stormen, maar met vereende krachten is er een akkoord gesloten. Een akkoord dat voor een breed draagvlak van werkgevers en werknemers heeft gezorgd voor hervormingen op de arbeidsmarkt.
Ook hier in de kamer is stevig doorgepolderd. Het begrotingsakkoord dat vorige maand tot stand kwam snijdt in de uitgaven van SZW (lijstje paraat hebben) en draagt bij aan het kleiner maken van de overheid en het op orde brengen van de overheidsfinanciën.
Met steun van D66, Christen Unie en SGP kunnen nu de belangrijke hervormingen ten aanzien van het ontslagrecht en de WW sneller worden doorgevoerd en kunnen de lasten op arbeid worden verlicht.
Wij zijn erg blij dat genoemde partijen hun nek hiervoor hebben uitgestoken en zijn ze daar erkentelijk voor.
De VVD is trots op dit resultaat en complimenteert het kabinet en natuurlijk de beide bewindslieden op SZW in het bijzonder met de belangrijke wetsvoorstellen die zij dezer dagen naar de kamer hebben gestuurd.
Hiermee gaan langgekoesterde wensen van de VVD in vervulling.
Het ontslagrecht wordt goedkoper, eenvoudiger en sneller. Dit bevordert de broodnodige mobiliteit op de arbeidsmarkt.
Ook wordt de WW activerender: mensen worden meer geprikkeld om sneller aan het werk te gaan, maar houden wel het recht op een passend vangnet.
Dit zorgt ervoor dat werken weer loont. Ook als je vanuit een uitkering een nieuwe baan accepteert, die minder goed betaalt dan een vorige baan. Werken moet lonen en meer werken moet meer lonen!
Door deze hervormingen wordt het voor werkgevers aantrekkelijker om mensen in dienst te nemen. Dat betekent volgens het CPB 20.000 extra banen erbij en dat is goed nieuws!
Het is nu aan ons om deze wet voortvarend te behandelen in de Kamer. Daar kijken wij naar uit! Dat geldt overigens ook voor de participatiewet en de aanscherping van de wet Werk en bijstand. Mijn collega Potters zal daar zometeen nader op ingaan.
Is het na invoering van deze wetsvoorstellen dan klaar? Nee, zeker niet.
Om de arbeidsmarkt voldoende toekomstbestendig te maken moet stevig worden bijgestuurd. De arbeidsmarkt van de toekomst is dynamisch en vraagt om meer creativiteit en maatwerk.
De behoefte aan flexibiliteit op de arbeidsmarkt bij zowel werkgevers, als werknemers blijft toenemen. Het groeiend aantal zelfstandigen zonder personeel, de ZZP’ers is daar ook een teken van. Maar onze instituties zijn nog helemaal ingesteld op vaste contracten. Die zijn niet meegegroeid. Het is voor flexwerkers bijvoorbeeld veel moeilijker om een hypotheek te krijgen, dan voor iemand met een vaste baan. Het is voor hen ook moeilijker om hun scholing op peil te houden, om over de problemen met het opbouwen van pensioen maar te zwijgen. De pensioenfondsen, banken, verzekeraars, maar ook bijvoorbeeld Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen van sociale partners zullen moeten meebewegen met de ontwikkelingen. Het in het begrotingsakkoord genomen initiatief voor een pensioenfonds voor ZZP’ers is een eerste mooie stap in die richting. Hoe pakt de minister het bredere probleem op?
Ten tweede tikt de demografische tijdbom onverbiddelijk door.
Door de vergrijzing en ontgroening moeten we met steeds minder mensen, steeds meer mensen gaan verzorgen. Zeker in dit licht geldt, dat iedereen die kan meedoen ook moet meedoen. Gelukkig geldt, dat we met z’n allen niet alleen gemiddeld genomen steeds ouder worden, maar ook langer gezond blijven. Daarom zijn ook de maatregelen genomen om de AOW-leeftijd te verhogen, zodat meer mensen langer doorwerken, met alle positieve effecten daarvan voor henzelf en de samenleving. De kennis en ervaring van ouderen gaat op deze manier niet verloren. Maar daarmee zijn we er nog niet.
Bijna niemand werkt meer zijn hele leven bij dezelfde baas, maar ook steeds minder mensen hebben hun hele leven dezelfde baan of zelfs hetzelfde beroep.
‘Duurzame inzetbaarheid’ zal op de arbeidsmarkt van de toekomst een steeds belangrijker rol gaan spelen. Werknemers hebben een eigen verantwoordelijkheid om aantrekkelijk te blijven voor de arbeidsmarkt. Zorgen dat je bij blijft in je vak, je best doen om gezond te blijven. Een leven lang leren, een leven lang fit. Voor werkgevers is het van groot belang om werknemers hierin te faciliteren en te ondersteunen. De overheid moet hiervoor de juiste randvoorwaarden scheppen. Wat de VVD betreft moet het ministerie van SZW hierbij de aanjager zijn van de discussie en coördinerend optreden voor de andere ministeries. In het belang van de economie, de werkgelegenheid en natuurlijk ook de houdbaarheid van de sociale zekerheidsuitgaven. Delen de bewindslieden deze visie en wat zijn hun plannen in dit kader? ***
Dan nu de huidige situatie. Helaas staan er teveel mensen langs de kant. Je baan verliezen, ontslagen worden, is een van de meest ingrijpende dingen in een mensenleven. In recent onderzoek gaven mensen aan het na het verliezen van een dierbare het ergste te vinden wat ze kan overkomen. Het raakt aan je eigenwaarde en maakt angstig en onzeker over de toekomst.
We zien dat ieder in onze eigen omgeving. Een voorbeeld, dat we allemaal kennen is natuurlijk dat van Hermien, die ons via haar blog ‘ontslag op oudere leeftijd’ op de hoogte houdt van de zoektocht naar werk van haar man. Iedere keer hoop je te lezen dat het gelukt is en dat hij weer een baan heeft, maar tot op heden is dat jammer genoeg niet zo. *
Twee groepen hebben het nu extra moeilijk op de arbeidsmarkt. Jongeren en ouderen.
Beide groepen kunnen een duwtje in de rug goed gebruiken.
Wij steunen de maatregelen die het voor werkgevers aantrekkelijk maken om deze groepen in dienst te nemen.
Ook de sectorplannen en de plannen in de 35 arbeidsmarktregio’s bieden een baaierd aan instrumenten om mensen aan nieuw werk te helpen.
Het is belangrijk dat jongeren de stages kunnen lopen die ze nodig hebben om hun opleiding af te kunnen maken en soms nuttig dat ze wat langer doorstuderen om meer kansen op werk te hebben en geen gat in hun CV te krijgen. Het is goed dat ouderen getraind kunnen worden in het nieuwe solliciteren, dat ze omgeschoold kunnen worden naar sectoren met grotere baankansen enz, enz.
Dit hele pakket steunt de VVD, wél onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat er goed wordt bijgehouden welke instrumenten wel of niet werken en of mensen niet zonder deze instrumenten ook een baan hadden gekregen. Zoals eerder gezegd: het gaat om honderden miljoenen gemeenschapsgeld en dat moet zinvol en zuinig worden ingezet! Is de minister er van overtuigd dat alle ingediende projecten straks meetbaar en afrekenbaar zijn? Hoeveel banen gaan deze plannen nu concreet opleveren?
Werkzoekenden kunnen nu in de WW na 1 jaar gebruik maken van inkomstenverrekening, zodat ze er niet op achteruit gaan als ze een lager betaalde baan accepteren. In de Wet werk en zekerheid wordt met een nieuwe systematiek werken altijd lonend. Gezien de moeilijke positie van ouderen op de arbeidsmarkt wil de VVD dit voor ouderen graag eerder in laten gaan. Als overbrugging tot de Wet Werk en Zekerheid van kracht is, moet het wat ons betreft mogelijk zijn (oudere) werkzoekenden al na 3 maanden gebruik te laten maken van de inkomstenverrekening? Graag een reactie van de minister.
We zien gelukkig dat er steeds meer sectorplannen worden ingediend en ook in de regio’s zijn volop initiatieven. Waar we zorgen over hebben is de vertaalslag van al deze mooie plannen naar de praktijk van de individuele ondernemer in de regio. De grote bedrijven zijn vaak wel aangehaakt, maar kleine bedrijven niet. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat het MKB, toch dé banenmotor van Nederland mee gaat doen? De ondernemers die ik spreek hebben vaak geen idee wat er allemaal kan en weten ook niet waar ze terecht kunnen. Als je bijvoorbeeld op internet gaat zoeken naar hulpinstrumenten om een jongere of oudere aan te nemen is er nergens een handig overzicht te vinden voor jouw regio. Hoe gaat het kabinet dit oplossen? Wie maakt ze wegwijs?
In de praktijk tijdens werkbezoeken zie ik prachtige initiatieven om banen te creëren of te behouden. Bijvoorbeeld in Brabant (transfercentrum) waar creatieve initiatieven van ondernemers, onderwijs en de overheid bijdragen aan het tegengaan van werkloosheid. Deze initiatieven lopen helaas soms tegen praktische problemen aan. Volgens mij moeten wij zulke initiatieven ondersteunen en niet belemmeren. Ik wil de minister vragen om met deze initiatieven, zoals genoemd in Brabant, in gesprek te gaan en te bekijken hij hen maximaal kan ondersteunen en eventuele belemmeringen kan wegnemen.
Een ander belangrijk punt van zorg is de gebrekkige aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Nog teveel leerlingen worden klaargestoomd voor een papiertje waar ze op de arbeidsmarkt niets aan hebben, terwijl tegelijkertijd sommige werkgevers worstelen met onvervulbare vacatures. Extra wrang in het licht van de grote werkloosheid.
Vz. Wat de VVD betreft moeten we niet opleiden voor een diploma, maar voor een baan. Het Kabinet zet daarin goede stappen door bijvoorbeeld scholen betere voorlichting aan kinderen en ouders te laten geven over loopbaanperspectieven met bijbehorende verdiensten van verschillende opleidingen en door een betere afstemming met het bedrijfsleven over waar wel en geen behoefte aan is op de arbeidsmarkt. Het techniekpact is daar een mooi voorbeeld van.
In de komende jaren gaan er veel technici, van laag tot hoog opgeleid met pensioen en er staan geen opvolgers klaar. Is de Minister het met ons eens dat we het ons niet kunnen veroorloven dat bedrijven op deze manier in hun voortbestaan worden bedreigd en dat er om het concreet te maken bijvoorbeeld straks geen mensen meer zijn om de hoognodige vervanging van kabels en leidingen van gas en elektriciteit onder de grond uit te voeren? Essentieel voor onze economie en met belangrijke veiligheidsrisico’s? Is er voldoende aandacht en prioriteit voor het oplossen van dit soort vervangingsvraagstukken in alle plannen en zo ja, is de invulling ervan regiospecifiek?
Er is een woud aan inkomensregelingen, die ingewikkeld zijn, elkaar soms tegenwerken en niet gestroomlijnd zijn. Is het kabinet bereid om, gebruikmakend van het momentum van de samenvoeging van een groot aantal toeslagen en in navolging van de hervorming van de kindregelingen te bezien of ook het aantal inkomensregelingen teruggebracht kan worden? Ik snap dat dit complex is en veel effecten kan hebben. Juist daarom vraag ik de regering om met een gedegen overzicht en uitwerking te komen.
Voorzitter, dan over het vrij verkeer binnen de EU. De VVD heeft met stijgende verbazing de afgelopen maanden naar de opstelling van de Europese Commissie gekeken. Vorige week nog werd een lidstaat als “eng” weggezet door Eurocommissaris Andor omdat deze kritisch durfde te zijn. De verkrampte reactie op het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Oostenrijk en Nederland die de handen ineen hebben geslagen om de negatieve bijeffecten van het vrij verkeer van personen aan te kaarten begrijpen we niet.
Mijn collega Azmani gooide als eerste de knuppel in het Brusselse hoenderhok, waarna het initiatief van de 4 landen tot stand is gekomen. De Minister heeft dit goed opgepakt.
Het is meer dan teleurstellend hoe de Europese Commissie probeert de zaken te weerleggen. Zij onderzochten voor Nederland onderzoek het gebruik van de Wajong en de Toeslagenwet. Niet erg representatief voor de groep voormalige arbeidsmigranten. Waarom niet de bijstand? Of de WW?
Het gebruik van deze voorzieningen groeit veel harder dan het aantal werknemers uit deze landen. Voor Roemenen en Bulgaren met 133% groei in de bijstand, terwijl de gemiddelde migratie over deze periode is gestegen met 60%. Wat gaat de minister nu doen? De VVD gaat er vanuit dat hij niet zal wijken voor de kritiek van de Europese Commissie en de oproep van David Cameron zal ondersteunen.
Voorzitter tot slot. In de vorige Kabinetsperiode zijn door minister Kamp veel zaken in gang gezet. Er zijn veel maatregelen genomen om de situatie te verbeteren. Het gaat hierbij niet alleen om schijnconstructies, maar ook om de inschrijvingen in het GBA, de koppeling tussen verschillende uitvoeringsorganisaties (Belastingdienst, UWV, gemeenten), het komen tot een ingroeimodel sociale zekerheid. Graag ontvangen wij van het kabinet een effectrapportage, zodat we de resultaten kunnen beoordelen en indien nodig het beleid kunnen bijstellen.