Klant moet kunnen rekenen op vergoeding bij online criminaliteit

Source: H. (Henk) Nijboer i, published on Monday, December 9 2013, 19:35.

Foto Stock.XCHNG / kipcurry

De PvdA vreest dat de nieuwe regels voor de veiligheid van online bankieren verkeerd uitpakken voor de positie van consumenten. Met deze nieuwe regels kan het nog steeds per bank verschillen in hoeverre schade wordt vergoed. Ook lijken veel voorkomende gevallen van fraude, zoals ‘phishing’ in sommige gevallen buiten de nieuwe vergoedingsregels te vallen. De PvdA heeft de minister gevraagd met banken in gesprek te gaan om gedupeerden van online fraude alsnog en beter tegemoet te komen.

De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is met de Consumentenbond om de tafel gaan zitten om tot gelijke regels voor de vergoeding van schade bij online bankieren te komen. Consumenten die het slachtoffer worden van online criminaliteit moeten weten waar zij aan toe zijn. Dat banken vanaf 1 januari 2014 gelijke voorwaarden zullen hanteren voor de vergoeding bij online fraude is dan ook toe te juichen, maar de PvdA maakt zich zorgen over de uitwerking van deze regels. Om die reden heeft de PvdA schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Financiën over de betekenis van de overeengekomen voorwaarden voor de consument.

De wet bepaalt dat klanten alleen bij grove nalatigheid of opzet zelf voor de schade moeten opdraaien: de bank is dus primair aansprakelijk bij online fraude. Met de nieuwe regels lijkt de grens van grof nalatig op te schuiven in het nadeel van de consument. Zo moet de consument er nu voor zorgen dat hij de laatste versie van besturingssystemen of beveiligingssoftware heeft. Ook lijken veel voorkomende gevallen van fraude, zoals ‘phishing’ waarbij door criminelen naar bank- en inloggegevens wordt gevist met lokmailtjes of via de telefoon, geheel buiten de nieuwe vergoedingsregels te vallen. De consument lijkt in die gevallen dan nog steeds aangewezen op het coulancebeleid van de bank in plaats van de standaard vergoedingsregels. Het is voor klanten dan nog steeds niet duidelijk waar zij aan toe zijn, want het coulancebeleid kan per bank en zelfs per vestiging verschillen.

De PvdA wil dat de rechtspositie van de consument met deze nieuwe regels niet wordt verzwakt. De voordelen van online bankieren zijn groot, voor zowel de banken als de consument, maar de consument moet ook weten dat zijn geld veilig is. De klant moet daarom beschermd zijn tegen online criminaliteit als hij zich niet grof nalatig gedraagt. De PvdA heeft de minister ook gevraagd met banken in gesprek te gaan om gedupeerden van online fraude alsnog tegemoet te komen.

Schriftelijke vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over de uniforme veiligheidsregels voor online bankieren.

  • Bent u bekend met de ‘Uniforme Veiligheidsregels Particulieren’ voor online betalingsverkeer van de Nederlandse Vereniging van Banken?[1]
  • Hoe staat de regering tegenover de uniforme regels zoals geformuleerd door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Consumentenbond?
  • Wat is de juridische status van de door de NVB en de Consumentenbond overeengekomen voorwaarden? Deelt u de mening van de PvdA-fractie dat het wenselijk is dat banken eenduidige, uniforme voorwaarden overeen zijn gekomen? Op welke wijze worden deze uniforme voorwaarden onder de aandacht gebracht?
  • Vindt u dat er bij het niet naleven van de uniforme regels per definitie sprake is van ‘grove nalatigheid’ van de klant? Bent u het met de PvdA-fractie eens dat een bank op basis van het niet naleven van een beperkt onderdeel van deze regels niet kan besluiten de klant aansprakelijk te stellen voor de volledige schade?
  • Hoe beoordeelt u de overeengekomen regels in het licht van de artikelen 7:524 en 7:529 BW waarbij een bank de consument altijd moet vergoeden bij schade tenzij er sprake is van opzet of grove nalatigheid? Herinnert u zich de antwoorden op de eerder gestelde Kamervragen op 26 november 2012 en 14 januari 2013? Bent u het met de PvdA-fractie eens dat het niet naleven van de uniforme regels de bank niet ontslaat van de bewijslast om aan te tonen dat de consument opzettelijk of grof nalatig handelde?
  • In de aangenomen motie Nijboer-Merkies wordt de regering verzocht 'in overleg met de sector er zorg voor te dragen dat er eenduidige en transparante vergoedingsnormen worden ontwikkeld waarbij de verantwoordelijkheid voor vergoeding bij schade door online fraude niet verder wordt verschoven in de richting van de consument'; bent u het met de PvdA-fractie eens dat deze motie nog niet volledig is uitgevoerd? Bent u bereid het gesprek met de sector en de Consumentenbond verder te voeren om te komen tot eenduidige en transparante vergoedingsnormen?
  • Deelt u de zorgen van de PvdA-fractie dat vele vormen van fraude bij online bankieren zoals phishing buiten deze nieuwe regels lijken te vallen? Is het aannemelijk dat klanten daardoor in veel gevallen van fraude alsnog zijn aangewezen op het ‘coulancebeleid’ van de afzonderlijke banken, zodat er geen duidelijkheid is over de vergoedingen voor opgelopen schade? Bent u het eens dat deze onzekerheid onwenselijk is en het vertrouwen in het online betalingsverkeer kan ondermijnen?
  • Deelt u de mening dat het verschuiven van verantwoordelijkheid van bank naar klant kan leiden tot het ondermijnen van het vertrouwen in het betalingsverkeer? In hoeverre kunnen de uniforme regels tot een dergelijke onwenselijke verschuiving van verantwoordelijkheid leiden?
  • Kunt u bevestigen dat banken niet voornemens zijn een eigen risico te vragen van 150 euro bij fraude met internetbankieren, zoals onlangs in de media werd gesuggereerd?
  • Er is een aantal gevallen bekend (zie bijvoorbeeld een aantal uitzendingen van het VARA-programma Kassa) van gedupeerden van phising en malware door criminelen die door banken niet worden gecompenseerd; bent u bereid zich ervoor in te zetten dat de gedupeerden van phishing en malware die nog niet door banken zijn gecompenseerd alsnog door banken tegemoet worden gekomen voor de geleden schade?