Antwoorden op vragen over stoppen samenwerking waterbedrijf Vitens met Mekorot - Main contents
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het bericht dat het Nederlandse waterbedrijf Vitens zijn samenwerkingsverband met het Israëlische waterbedrijf Mekorot heeft beëindigd 'om neutraal' te blijven? 1) Hoe beoordeelt u deze stap van dit semipublieke bedrijf?
Antwoord
Ja. Ik heb kennis genomen van de beslissing van Vitens. De regering treedt niet in de besluiten van individuele bedrijven.
Vraag 2
Is het ministerie betrokken geweest bij dit besluit van Vitens of heeft uw ministerie op enigerlei wijze aanbevolen om deze samenwerking te beëindigen?
Antwoord
Het ministerie van Buitenlandse Zaken is door Vitens geconsulteerd over de samenwerking met Mekorot. In een telefoongesprek heeft het ministerie - op verzoek van Vitens - het Nederlandse ontmoedigingsbeleid toegelicht en uitgelegd geen bezwaar te zien in samenwerking met Mekorot, voor zover die samenwerking betrekking heeft op activiteiten binnen de Groene Lijn of op activiteiten buiten Israël die niet ten gunste van nederzettingen komen.
Zo was Mekorot aanwezig op de door de overheid gesteunde International Water Week afgelopen november, waarbij Vitens desbetreffende samenwerkingsovereenkomst met het bedrijf tekende. Ook werkt Nederland samen met Mekorot in het kader van MEDRC (Middle-East Desalination Research Center), op het gebied van training van Jordaanse en Palestijnse watertechnici.
Vraag 3
Mekorot behoort in technologisch opzicht tot de meest geavanceerde waterbedrijven ter wereld en levert water aan zowel Joden als Palestijnen. Acht u het verbreken van deze samenwerking een gewenst uitvloeisel van uw beleid ten aanzien van de zogenaamde betwiste gebieden in Israël?
Antwoord
Het kabinet ziet de beslissing van Vitens niet als een uitvloeisel van zijn beleid. Het kabinet hecht eraan te benadrukken dat het, conform staand beleid, tegenstander is van boycots van Israëlische bedrijven en instellingen. De afgelopen samenwerkingsfora zijn ook ingegeven door de wens de betrekkingen met beide partijen te verbreden.
Vraag 4
De twee waterbedrijven wilden graag samenwerken op het gebied van onderzoek en innovatie, vooral gericht op informatievoorziening naar de klant. Kunt u uitleggen op welke wijze het verbreken van een dergelijke samenwerking het vredesproces tussen Israël en Palestijnen op enigerlei wijze bevordert?
Antwoord
Het kabinet is op de hoogte van de samenwerkingsovereenkomst tussen Vitens en Mekorot, zie ook het antwoord op vraag 2. Het kabinet is voorstander van projecten die samenwerking tussen Israël en de Palestijnen stimuleren en ondersteunt zelf een aantal van dergelijke projecten, ook in samenwerking met Mekorot.
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat Mekorot bovendien betrokken is bij de deze week door de Wereldbank gefaciliteerde historische waterovereenkomst tussen Israël, de Palestijnse Autoriteit en Jordanië? (http://www.jpost.com/Enviro-Tech/Exclusive-Israel-Jordan-PA-to-sign-trilateral-water-swap-sales-agreements-334505). Hoe weegt u het gegeven dat de Wereldbank blijkbaar geen problemen ziet in samenwerking met Mekorot?
Antwoord
Ja. Zie ook het antwoord op vraag 2. Nederland is voorstander van dit samenwerkingsverband en heeft in het verleden 1.5 miljoen dollar bijgedragen aan de haalbaarheidsstudie die aan deze overeenkomst voorafging. Ook heeft Nederland technische expertise geleverd aan dit samenwerkingsverband.
Vraag 6
Welke economische schade en verlies aan innovatie lijdt het Nederlandse bedrijfsleven door samenwerking met dergelijke technologisch gerenommeerde bedrijven te frustreren?
Antwoord
Naar de mening van het kabinet is er geen sprake van het frustreren van samenwerking.
Vraag 7
Acht u de terugtrekkende beweging van Vitens in lijn met de inzet van het kabinet om in het kader van de topsector Water de export van kennis en ervaring op watergebied te stimuleren? Bent u bereid in het kader van het topsectorenbeleid Vitens te vragen op haar schreden terug te keren?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 1. Het kabinet is te allen tijde bereid met Vitens of andere bedrijven te spreken over mogelijkheden tot samenwerking op het gebied van water in Israël of in andere landen. Het is echter aan bedrijven zelf om te bepalen met wie zij economische relaties onderhouden.