Wie toezicht op banken wil verbeteren moet niet in Amsterdam, maar in Frankfurt zijn - Main contents
Foto Flickr / ChrisGoldNY
Zal Klaas Knot beter toezicht houden dan Nout Wellink? Dat is de vraag na het rapport over de val van SNS Reaal, dat bericht over een aaneenschakeling van aarzelend optreden en fatale fouten.
Het rapport van de commissie Frijns en Hoekstra legt ongenadig bloot wie er allemaal gefaald hebben in de aanloop naar de nationalisatie van SNS. De toenmalige directeur Toezicht van De Nederlansche Bank (DNB) speelde een hoofdrol. Bijna blindelings heeft hij goedkeuring aan de overname van Property Finance verleend, waardoor SNS Reaal feitelijk zelf de risicobeoordeling (niet) maakte.
De nieuwe directeur Toezicht van DNB heeft verklaard dat een dergelijke overname van Property Finance in de huidige structuur niet meer plaats zou hebben. Dat is te hopen maar niet vanzelfsprekend.
Het falende toezicht op SNS Reaal is geen geval op zichzelf maar past in een reeks van ongelukken: de overname van ABN Amro, het toelaten van Icesave, de ondergang van DSB Bank.
Frijns en Hoekstra wijzen op het zogenaamde toezichtsdilemma, namelijk dat het actief ingrijpen bij een bank als SNS Reaal een signaal doet uitgaan dat de bank in de problemen zit én dat het toezicht gebrekkig is geweest. Dit signaal kan de bank maar ook de toezichthouder zelf en andere Nederlandse banken in verdere problemen brengen, doordat het vertrouwen van spaarders en andere schuldeisers aan het wankelen wordt gebracht. Het rapport laat zien dat daardoor het ingrijpen steevast ‘too little and too late’ is geweest. Een conclusie die bekend in de oren klinkt.
Om het toezichtsdilemma in de toekomst tegen te gaan, vragen Frijns en Hoekstra DNB om de interne structuur van verantwoordelijkheden te veranderen.
De president van DNB moet verantwoordelijk zijn voor zowel het macro- als het microprudentiële toezicht. Maar dat lost het probleem niet wezenlijk op. Ook de president van DNB krijgt te maken met hetzelfde toezichtsdilemma.
Het toezichtsdilemma is geen typisch Nederlands probleem maar is een risico in alle lidstaten van de eurozone. De verstrengeling van persoonlijke, regionale en nationale belangen speelt evenzeer bij Duitse ‘Spaarkassen’ en de Spaanse ‘cajas’, wat de financiële gezondheid van de Europese economie niet bevordert.
Het wordt tijd dat falend toezicht niet van geval tot geval wordt bekeken. Het wordt tijd om te erkennen dat falend toezicht een wezenlijk gevaar voor de stabiliteit van het Europese financiële stelsel vormt.
Het systeemrisico van falend toezicht is te ondervangen door te kiezen voor het principe dat vreemde ogen dwingen.
Een toekomstige bankencrisis kan beter worden voorkomen wanneer het toezicht op nationale banken wordt losgekoppeld van persoonlijke, regionale en nationale belangen. Zo biedt een Europese bankenunie al het grote voordeel dat de toezichthouders op grotere afstand van bestuurders en aandeelhouders komen te staan. De bankenunie moet de onzalige verstrengeling van banken, hun toezichthouders, regio’s en landen doorbreken.
Pas dan kunnen toezichthouders optreden met alleen oog voor het algemene, maatschappelijke belang. Hierbij hoort onlosmakelijk het uitgangspunt dat bestuurders, aandeelhouders en andere schuldeisers zelf zo veel mogelijk voor de problemen bij een bank opdraaien.
Om de belangrijke lessen uit de huidige financiële crisis te trekken, is de Europese bankenunie hard nodig. Partijen als PVV en SP die nog pleiten voor een nationale aanpak van banken maken de weg vrij voor de volgende, nationale crisis.
Partijen als de VVD, die pleiten voor een voorzichtige aanpak van banken, onder het mom van regeldruk, laten Europa voortmodderen.
De eerste stap naar een bankenunie is gezet, namelijk door het toezicht op de grootste banken in Europa te plaatsen.
Dit jaar zullen we zien wat dit betekent voor de beoordeling van de gezondheid van Europa’s grootste banken, waar SNS ook deel van uitmaakt.
Wie het toezicht op de banken echt wil verbeteren, moet niet in Amsterdam maar in Frankfurt zijn. Alleen daar kunnen de toezichthouders over deelbelangen heen springen en als echte scheidsrechter toezicht houden op het complexe financiële spel. Voor de president en de directeur Toezicht van DNB is een rol weggelegd als assistent-scheidsrechter. Het is voor de lange termijn de enige manier om ervoor te zorgen dat Europese banken gezond worden en blijven.
Dit artikel verscheen op 1 februari in Het Financieele Dagblad