Discriminatie op arbeidsmarkt onaanvaardbaar - Main contents
De economische crisis heeft mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie op grotere achterstand gezet. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft becijferd dat de arbeidsparticipatie van migranten en hun kinderen is gedaald, van 58 naar 53 procent, terwijl de arbeidsparticipatie van de rest redelijk stabiel is gebleven, zo’n 70 procent. Dat verschil is onaanvaardbaar groot.
Dat er op de arbeidsmarkt wel eens minder behoefte is aan mensen met een bepaald beroep, dat is logisch. Maar dat er minder behoefte is aan mensen van een bepaalde afkomst, dat is onaanvaardbaar.
Ik voel me door het SCP-rapport extra gemotiveerd om discriminatie op de arbeidsmarkt effectiever en intensiever aan te pakken. Ik wacht nog op een advies van de Sociaal-Economische Raad, maar wil daarna zo snel mogelijk spijkers met koppen slaan, en kom dan met een stevig pakket maatregelen om discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken.
Ik ben vooral geraakt door de miserabele cijfers over kinderen die in armoede op moeten groeien. Jongens en meisjes die op school met een achterstand beginnen, omdat ze nauwelijks Nederlands spreken. Jongeren die moeite hebben met het vinden van een stageplek of een baan, omdat ze alleen al vanwege hun achternaam en afkomst van hun ouders worden afgeserveerd.
Het is voor die kinderen dat ik meer vaart wil zetten achter de integratie. Alle kinderen die hier opgroeien, hebben gelijke rechten en verdienen een eerlijke kans iets van hun leven te maken.