Meer aandacht voor Europese sociale agenda - Main contents
De ministers van Sociale Zaken moeten in Europa op gelijke voet komen te staan met de ministers van Financiën. Want als er nieuwe begrotingsregels worden opgesteld, heeft dat invloed op hoeveel financiële ruimte overheden hebben om te investeren in bijvoorbeeld sociale voorzieningen.
Elke maand komen de Europese ministers van Economische Zaken en Financiën bij elkaar om te praten over onder andere economisch beleid, budgettaire zaken en de financiële markten. En elke maand nemen de ministers van Financiën belangrijke beslissingen over de economie en de financiën. Beslissingen die direct invloed hebben op het leven van mensen.
Als er belangrijke beslissingen genomen moeten worden over de noodzaak tot bezuinigingen in Griekenland, heeft dat directe invloed op de werkgelegenheid aldaar. Het onderscheid tussen sociale en financieel-economische beslissingen moet zoveel mogelijk afgebroken worden. We moeten sociale afspraken in het hart van het financieel-economisch beleid verankeren. Dat betekent dus ook dat ministers van Sociale Zaken in ieder geval ook meepraten over belangrijke financieel-economische beslissingen in Europa.
De crisis heeft op harde wijze laten zien dat economisch en sociaal beleid significant met elkaar verweven zijn. Werkloosheid, sociale zekerheid, de arbeidsmarkt en budgettaire ingrepen hangen in grote mate met elkaar samen. Elke verandering in beleid van de ministers van Financiën heeft onherroepelijk zijn weerslag op het sociale domein.
De afgelopen jaren zijn er veel stappen genomen om de Europese Unie stabieler en financieel sterker te maken. Zo is de Eurocrisis afgewend en een bankenunie opgetuigd. Maar er is meer nodig. Zolang er alleen naar geld, en niet naar de sociale gevolgen voor onze truckers en bouwvakkers wordt gekeken, bestaat er een fundamenteel tekort in de Europese Unie. Het is hoog tijd dat besluitvorming niet langer enkel langs een financiële meetlat wordt gelegd.
We moeten in Europa dan ook meer oog krijgen voor de menselijke maat. Hiervoor doen wij in ons verkiezingsprogramma meerdere voorstellen. Eén hiervan is een werkloosheidsnorm van 5% naast de begrotingsnorm van 3%. Wanneer deze norm wordt ingevoegd wordt de positie van de ministers van Sociale Zaken in Europa definitief verankerd. Er is echter geen reden om hierop te wachten. Terwijl de ministers van Financiën vergaderen, zitten ruim 26 miljoen Europeanen werkloos thuis.
We moeten per direct werk maken van een sterker én socialer Europa. Werkloosheid is een hardnekkig probleem; met wegkijken legt Europa een hypotheek op de toekomst. Dat die schuld, die hypotheek, minder makkelijk te meten is dan staatsschuld bekent nog niet dat we er minder aandacht en gewicht aan moeten geven.
Daarom moeten we sociaal beleid in het hart van Europees beleid verankeren. Door een norm te stellen voor werkloosheid en door ministers van Sociale Zaken mee te laten praten en mee te laten beslissen. Het gaat er om een balans tussen solide overheidsfinanciën en een gezonde arbeidsmarkt te creëren. Door niet de rekening naar de toekomst door te schuiven, maar ook niet de rekening eenzijdig bij langdurig werklozen te leggen. De agenda van Lodewijk Asscher is evenzo van belang als de financiën van Jeroen Dijsselbloem.