Meer medezeggenschap als wapen tegen slecht toezicht

Source: M. (Jet) Bussemaker i, published on Friday, May 9 2014, 1:56.

Verreweg de meeste onderwijsinstellingen worden goed bestuurd, door mensen met verstand van zaken en een goed werkend moreel kompas. Maar er gaat ook wel eens wat mis. Na Inholland en Amarantis kunnen we daar niet omheen. In die gevallen waar het mis gaat is het van het grootste belang dat het toezicht op het bestuur tijdig ingrijpt. Daar valt nog best wat aan te verbeteren, en iedereen mag daarover meepraten.

U weet waarschijnlijk wel dat ik geen voorstander ben van alleen maar regels. Ik ga liever uit van verdiend vertrouwen, zolang het goed gaat. Als het misgaat, wil ik stevig kunnen ingrijpen. In politicologisch jargon: high trust, high penalty. U vindt dat principe terug in mijn voorstel. Toch ligt het accent in dit voorstel niet bij vertrouwen of bij straf. Een goed gesprek en je eigen tegenspraak organiseren is minstens zo belangrijk.

Een school is niet alleen een optelsom van docenten, studenten en alles wat daaromheen is georganiseerd. Een school is een gemeenschap, waar je onderwijs met elkaar maakt. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de sleutel voor goed bestuur ligt bij meer inspraak door studenten en docenten, ook al zijn daar soms wel regels voor nodig.

Daarom stel ik voor om medezeggenschapsorganen veel meer invloed te geven op hun besturen. Zo krijgt de medezeggenschap adviesrecht bij benoemingen en ontslagen van leden van hun raad van bestuur, komt er een overlegverplichting tussen interne toezichthouder (zoals een Raad van Toezicht) en medezeggenschapsorgaan, en hebben medezeggenschapsraden voortaan rechtstreekse aanspraak op vergoeding voor redelijke kosten van rechtsbijstand en scholing.

Om bij de bestuursbenoemingen te beginnen: te vaak nog worden die onderling, binnen het old boys network, geregeld. Kwaliteit is daarbij niet altijd het doorslaggevende criterium. Bovendien is het niet goed voor de diversiteit van een bestuur als mannen van middelbare leeftijd in grijze pakken elkaar ‘klonen’. Naast het adviesrecht stel ik voor om de werving en selectie van bestuurders voortaan op basis van openbare profielschetsen te doen, zodat de buitenwereld kan meekijken.

Om de medezeggenschapsraden beter in positie te brengen wil ik onder andere een overlegverplichting regelen. Die bestaat nu nog niet overal in het onderwijs. Wat mij betreft wordt een interne toezichthouder verplicht minstens eenmaal per jaar te overleggen met de centrale medezeggenschapsraad. Vaker mag natuurlijk ook.

Daarnaast wil ik ervoor zorgen dat de medezeggenschapsraad vergoeding van de redelijke kosten van rechtsbijstand en scholing kan opeisen. Nu moeten het inspraakorgaan en de school het eerst eens worden over een regeling voor die kosten. Dat wordt natuurlijk lastig als beide partijen tegenover elkaar komen te staan.

Verder wordt de procedure bij beslechting van geschillen eenvoudiger. Nu nog zijn er twee instanties waar medezeggenschapsorganen terecht kunnen met verschillende geschillen; straks kan dat aan één loket. Voor het primair en voortgezet onderwijs wil ik bovendien regelen dat medezeggenschapsorganen besluiten die ten onrechte niet aan hen zijn voorgelegd nietig kunnen verklaren. In het mbo en het ho kan dat al.

Ik maak me geen illusies: de versterking van de inspraak zal niet in alle gevallen kunnen voorkomen dat het toch weer mis gaat. Daarom wil ik ook een paar stevige stokken achter de deur hebben. Er is al geregeld dat bestuurders aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de gevolgen van onbehoorlijke taakvervulling. Ik wil die aansprakelijkheid uitbreiden tot interne toezichthouders. In het uiterste geval wil ik de rechter kunnen vragen om een bestuurder of een toezichthouder te ontslaan. Ook dat wordt geregeld in het concept-wetsvoorstel Versterking Bestuurskracht Onderwijs.

Vandaag gaat het wetsvoorstel de internetconsultatie in. Dat betekent dat het op http://www.internetconsultatie.nl/wetvbo wordt gepubliceerd en iedereen er zijn of haar mening over kan geven - je zou het een soort van burgermedezeggenschap kunnen noemen. Ik kan niet garanderen dat alles ook één op één wordt opgenomen in de uiteindelijke wet maar de ervaring leert inmiddels wel dat er langs deze weg altijd weer onverwachte en nuttige suggesties binnenkomen die alle aandacht verdienen.