Reactie op brief van minister Ploumen: Hulp, Handel en Investeringen - Main contents
Gaat het nieuwe beleid daadwerkelijk zorgen voor minder regels en meer kansen voor goede investeringsvoorstellen? Minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 28 april haar brief over de private sectorontwikkeling in ontwikkelingslanden aan de Tweede Kamer gestuurd. VVD en CDA hadden de minister gevraagd om het private sectorprogramma stevig tegen het licht te houden en te hervormen. Voorafgaand aan de brief van de minister heb ik begin april een initiatiefnota over hetzelfde onderwerp gepresenteerd, met concrete aanbevelingen voor minder regels ten aanzien van investeringen in ontwikkelingslanden en het versterken van de verdiencapaciteit van het Nederlandse bedrijfsleven. De minister doet in haar briefduidelijke toezeggingen als het gaat om het invoeren van het één loket-systeem voor het in behandeling nemen van investeringsaanvragen van het bedrijfsleven en voor het bundelen van krachten van organisaties als FMO, IDH en PUM in één platform. Dat is een goede zet.
Maar de minister geeft zelf ook aan dat dit een goede eerste stap is, maar nog niet afdoende. Middels mijn initiatiefnota wil ik de kansen van het MKB in ontwikkelingslanden vergroten. Dit wil ik gerealiseerd zien door een groter aandeel van het budget direct te besteden aan investeringen in ontwikkelingslanden en door het invoeren van één eenduidige set aan regels en procedures.
Met behulp van de Nederlandse ambassades zal een analyse worden gemaakt van kansen en knelpunten, waar vervolgens een geïntegreerde aanpak aan wordt gekoppeld. Diverse ambassades weten echter al waar kansen en vragen om investeringen liggen, zij weten echter niet waar ze bedrijven naartoe moeten sturen en hoe deze hun plannen voor bijvoorbeeld het Dutch Good Growth Fund kunnen indienen. Diverse programma’s liggen nu stil, in afwachting van verandering van beleid. Wanneer gaan ze van start? Pas na de nieuwe inventarisatie van ambassades of eerder? En blijven het dezelfde programma’s of worden ze aangepast? Wat doen we met de regelbrij? En hoe komt vraag en aanbod bij elkaar? Wat doen we met geweldige, ontwikkelingsrelevante investeringsaanvragen die nu in geen enkel bestaand potje passen? Allemaal zaken waarover niets in de brief staat en waar ik antwoorden op ga vragen tijdens het debat over mijn initiatiefnota. Dit is de reden dat ik vraag om de volgende aanpassing van het beleid: minder regels, meer inzicht in vraag en aanbod en maatwerk oplossingen voor goede voorstellen.