Met betere erkenning beroepsdiploma snel aan de slag in één van de buurlanden - Main contents
Nederlanders die in Duitsland en België willen werken, moeten daar hun mbo-diploma gemakkelijker erkend krijgen. Het duurt momenteel maanden voordat een gekwalificeerd pedagogisch medewerker of een leraar in één van de buurlanden aan de slag kan. “Werken over de grens wordt momenteel eerder gefrustreerd dan gestimuleerd, en dat kost banen” volgens VVD-Tweede Kamerleden Karin Straus en Cora van Nieuwenhuizen (tevens op plaats 2 van de VVD-kandidatenlijst voor het Europees Parlement). Ze willen daarom dat Nederland samen met de buurlanden een grensoverschrijdend loket krijgt waar alle informatie over de erkenning van beroepsdiploma’s bij elkaar wordt gebracht. Zo kan bijvoorbeeld een Vlaamse school in de toekomst veel sneller zien of de Nederlandse leraar voldoet aan de eisen die in dat land gelden.
Aan de slag over de Duitse grens
Voordat je in een ander land aan de slag kunt, dien je eerst inzicht te geven in je opleidingsniveau en beroepskwalificaties. Nederland kent bijvoorbeeld zo’n tachtig verschillende beroepskwalificaties in de kinderopvang, tegenover Duitsland die een veel beperkter aantal kent. "Terwijl bij ons de locaties worden gesloten, staan ze in Duitsland te springen om pedagogisch opgeleid personeel. Het lijkt zo eenvoudig, maar door het stuk voor stuk moeten afstemmen van overlappende kwalificaties gaan er vaak maanden overheen voordat iemand überhaupt kan gaan solliciteren bij de oosterburen”, aldus Van Nieuwenhuizen.
Werkgever en werknemer worden volgens haar door tussenkomst van ambtelijke organisaties onbedoeld tegengewerkt. "Ik ken zelfs een geval waar het bijna een jaar heeft geduurd voordat er groen licht werd gegeven voor een pedagogisch medewerker om te kunnen solliciteren bij de oosterburen. Het is ontzettend frustrerend voor beiden zijden; het kost tijd, geld en banen.” De liberale politici willen dat hier dan ook snel verbetering in komt.
Van werkloos in Brabant, naar werk in Antwerpen
Ook onze zuiderburen kennen veel vacatures die opgevuld kunnen worden door Nederlands werknemers. "Kijk bijvoorbeeld naar het onderwijs: De Vlamingen komen op termijn duizenden leraren tekort, terwijl er in Nederland een flink aantal thuis zonder werk zitten. Alleen Antwerpen heeft in 2020 al 3.500 lerarenvacatures. Het lijkt voor de hand liggend om onze Nederlandse leraren les te laten geven naast hun Vlaamse collega’s, maar achter deze logica gaat een frustrerende procedure schuil die tijd, geld en banen kost”, aldus Van Nieuwenhuizen.
Een Nederlandse leerkracht dient eerst documenten op te vragen bij Nederlandse instanties om deze vervolgens weer door te moeten sturen naar het Vlaamse ministerie van Onderwijs. "Er gaan vaak maanden over dergelijke aanvragen en afhandelingen heen, terwijl de Vlamingen per direct leraren in dienst willen nemen. Het frustreert het zoeken naar een baan en het stimuleert de scholen in België niet om Nederlandse leraren aan te nemen. En dan te bedenken dat de kennis en vaardigheden van Nederlandse leraren niet of nauwelijks verschillen van hun Vlaamse collega’s. Dit moet en kan makkelijker”, wat betreft Van Nieuwenhuizen.
Het vergt volgens Van Nieuwenhuizen een grensoverschrijdende aanpak van Nederlandse, Duitse en Belgische ministeries. "Werkgever en werknemer moeten in één opslag kunnen zien of een opleiding in het naburige land ook aan de eisen voldoet. En als dit niet het geval is, dan moeten zij ook direct kunnen zien welke aanvullende informatie, eisen, cursussen of certificaten nodig zijn.” Straus heeft de Minister van Onderwijs gevraagd om alle informatie over erkenning van diploma’s in één landelijk informatiepunt beschikbaar.