Spreektekst AO Defensiepersoneel 27 mei 2014 - Main contents
Het was goed om de beelden te zien van het bezoek van de minister aan de troepen in Mali. Want daar gaat het tenslotte om voorzitter. Het uitzenden van militairen naar gebieden die vragen om bescherming. En dat doet defensie en haar personeel! Maar om het voortzettingsvermogen te waarborgen is wel een andere krijgsmacht nodig.
Om defensie om te vormen naar een flexibelere organisatie is een cultuuromslag nodig. Bij eerdere debatten heeft de VVD steun uitgesproken voor aanpassingen in de organisatiestructuur. De VVD heeft ook het beleid van de minister gesteund om rust te geven binnen de organisatie. Dit werd goed vertaald in de nota ‘in het belang van Nederland’ waarbij duidelijkheid werd gegeven over de noodzakelijke maatregelen om financieel gezond te worden. Er werd ook perspectief gegeven, zoals over de aanschaf van de F35. Dit perspectief is belangrijk om goed gekwalificeerd personeel bij defensie te behouden.
De vele reorganisaties vergroten het risico op een brain-drain bij defensie. Het is van belang dat de reorganisaties snel en goed wordt uitgevoerd, zodat het personeel snel duidelijkheid krijgt. In het verleden heb ik meermalen aandacht gevraagd voor de reorganisaties en de rol van medezeggenschap daarin. Juist met deze grote hoeveelheid en ook het weer in elkaar schuiven van reorganisaties is goed overleg en het betrekken van het personeel cruciaal.
In de personeelsrapportage staat dat het natuurlijk verloop en vrijwillig vertrek hoger lag dan verwacht. Ook was de instroom in 2013 lager dan verwacht, er is zelfs meer personeel uitgestroomd dan ingestroomd. De VVD vindt deze ontwikkeling zorgelijk.
Is er sprake van een kennisvlucht en loopt hierdoor de operationele inzet gevaar?
Is er nog voldoende personeel om alle functies te vervullen?
En hoe zit het met het uitblijven van het verjongingseffect?
Defensie is geen baan voor het leven meer. Er komt nu een transitie met een flexibel personeelssysteem. Het personeel moet in en uit kunnen treden op welke leeftijd dan ook. Hiervoor is het dan ook van groot belang dat defensie een goede aansluiting zoekt bij de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven. Welke stappen heeft deze minister gezet om het contact met het bedrijfsleven zodanig te krijgen dat bedrijven en ondernemingen een goed beeld hebben van wat voor meerwaarde een militair is voor het bedrijf?
De VVD pleit al jaren voor een structurelere aanpak van reservisten binnen de krijgsmacht. Hoe krijgen we bedrijven en de overheid zover om reservisten te werven. Welke contacten heeft de minister met het bedrijfsleven tav reservisten. Wat doet de overheid om reservisten te bedienen binnen de rijksoverheid?
Met het inzetten van reservisten wordt geen capaciteit vervangen, maar juist uitgebreid. Op dit moment is het nog moeilijk om reservisten te plaatsen. Ik wil dan ook aan de minister vragen: hoe wil zij de reservisten gaan inbedden in de organisatie. Bestaat er een mogelijkheid van schaduwplaatsing? Kunnen er stoelen gereserveerd worden voor reservisten? In de agenda voor de toekomst van het personeelsbeleid wil de VVD ook de reservist terugzien. Kan de minister dat toezeggen?
Daarnaast wil de VVD de minister ook vragen of er bij de Mali missie is gedacht aan de inzet van reservisten en of het bedrijfsleven is betrokken bij de voorbereiding van deze missie.
Alle functies bij defensie zijn vertrouwensfuncties, integriteit van het personeel is dan ook van groot belang. Zoals elke grote organisatie zijn er ook bij defensie problemen. De vraag is dan wel of het een incident is of een cultuurprobleem. Ongewenst gedrag en integriteitschendingen zijn voor de VVD onacceptabel, maar we moeten er als politiek wel voor waken om incidenten als leidraad te nemen. Mensen moeten ook besef hebben van hun eigen verantwoordelijkheid. Je aan de regels houden moet ook als niemand kijkt. Opkomen voor een ander is een eer en dient een basiswaarde te zijn voor iedere militair. Daarvoor is een ‘moreel kompas’ nodig. Een kompas over goed gedrag, ongeacht of er een sanctie of regel is die bepaald gedrag verbiedt. Gedrag is immers iets dat niet volledig vanuit regels te sturen is.
Ik weet dat de medezeggenschap een groep mensen is die opkomen voor het algemeen belang. Kan de minister aangeven hoeveel officieren er in de verschillende medezeggenschapscie zitten? Is dat een redelijke verdeling en evenredig aan de hoeveelheden?
Tot slot voorzitter
Door de verhoging van de AOW-leeftijd is er een gat ontstaan voor militairen die op 65-jarige leeftijd wel pensioen hebben ontvangen, maar nog geen AOW. Voor gevallen met een gat tussen de 1 en 3 maanden is een overbruggingsregeling getroffen. In 2016 wordt dit gat echter groter dan 3 maanden en de minister is momenteel nog bezig met het maken van structurele afspraken hieromtrent. De VVD vind het van belang dat hier snel duidelijkheid in komt en wil dan ook vragen op welke termijn de minister hier duidelijkheid in gaat geven. Zeker nu het overheidspersoneel wel een regeling heeft. Kan de minister aangeven of defensie wist van deze afspraak van het Rijk met de overheidsambtenaren? Kan defensie meeliften met deze ontwikkeling? Zeker nu we van defensie vragen om de ontwikkelingen in de samenleving te volgen, pensioenleeftijd ophoging, langer werken, flexibel werken etc, mogen we ook deze ontwikkelingen voor defensiepersoneel vragen.