Weeklog Dennis de Jong: Waar zijn de Europarlementariërs na de verkiezingen gebleven?

Source: C.D. (Dennis) de Jong i, published on Sunday, June 8 2014, 2:22.

Iemand schreef naar De Telegraaf: “Na de Europese verkiezingen hoor je niets meer van de verkozen Europarlementariërs. Die gaan gewoon lekker in de zon zitten en ondertussen hun zakken vullen.” Tja, niet erg bemoedigend, als je net aan een, in mijn geval nieuwe termijn begint. Na alle publiciteit hierover kan iedereen weten dat SP-volksvertegenwoordigers hun zakken nergens vullen, ook niet de Europarlementariërs. Maar dat het relatief stil is geworden, is een feit. Dat komt echter doordat de weken na de verkiezingen vooral interne zaken geregeld moeten worden. Hierbij een overzicht en ook een beetje een verantwoording naar die briefschrijver toe.

 
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Dennis de Jong

Eigenlijk staat na verkiezingen in het Europees Parlement alles op losse schroeven. Er komen nieuwe partijen bij en die kunnen ervoor kiezen bij een politieke fractie te gaan zitten of onafhankelijk te blijven. Fracties willen graag zo groot mogelijk worden en daarom is er een run op nieuwe partijen, om hen binnen te halen. Ook wordt er gelonkt naar partijen die in de vorige periode wel bij een politieke fractie zaten, maar op de wip zitten: misschien horen ze toch thuis bij een andere politieke ‘familie’. Dat zie je bijvoorbeeld bij de N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie) van Bart de Wever. Die partij zat bij de Groenen, maar lijkt zich nu beter thuis te voelen bij de Conservatieven.

Zodra de onderhandelingen tussen de fracties en individuele partijen zijn afgerond, weet je pas hoe groot de fracties zijn geworden. Daar hangt veel van af: de grootste fracties krijgen de meest centrale kantoorruimtes, en krijgen ook de belangrijkste functies binnen het EP (vice-voorzitters, voorzitters van parlementaire commissies e.d.). Bovendien: hoe groter een fractie, hoe groter het aantal zetels in de verschillende parlementaire commissies.

Als dit allemaal duidelijk is geworden, kunnen de fracties aan de slag. Er wordt dan een voorzitter gekozen van zo’n fractie, en vice-voorzitters en de Europarlementariërs kunnen aangeven in welke commissies ze het liefst zouden zitten. Dat is voor de zichtbaarheid erg belangrijk: zo was ik de afgelopen periode woordvoerder voor onze fractie in de commissie interne marktzaken en consumentenbescherming. Op dat gebied kreeg ik dan ook relatief veel media aandacht. Er zijn altijd meer wensen dan plekken en ook over commissielidmaatschappen moet dus worden onderhandeld.

Tenslotte wil iedere delegatie, ook de SP, het eigen team zo snel mogelijk op orde hebben. Rondom de verkiezingen is altijd een natuurlijk moment voor medewerkers om na te denken over hun toekomst: willen ze nog eens vijf jaar door in het EP of misschien is het een goed moment om ergens anders aan de slag te gaan? In ons geval komt daarbij dat we met Anne-Marie Mineur erbij weer echt twee SP-Europarlementariërs hebben en er daarmee ook weer plaats vrijkomt voor nieuwe medewerkers.

Kortom, er moet deze weken ontzettend veel geregeld worden. Dat is allemaal niet zo zichtbaar voor de buitenwereld, maar niemand kan zich permitteren hier niet aan mee te doen. Dan weet je namelijk zeker dat je de minst interessante commissies krijgt en dat je, als het even tegen zit, nog maanden zonder goede medewerkers zit, om maar een paar zaken te noemen. Dus aan die meneer die De Telegraaf aanschreef, heb ik een duidelijke boodschap: SP’ers zullen nooit hun zakken vullen, en evenmin gaan luieren na de verkiezingen. Alleen is het voor de media nu eenmaal niet zo interessant hoe het EP zich intern organiseert en dus hoor je daar weinig over, maar het blijven even zo goed cruciale weken voor iedere - serieuze - Europarlementariër.