VVD wil onzekerheid MKB'ers over rentederivaten wegnemen - Main contents
Ondernemers mogen niet de dupe worden van onvolledige informatie en slechte adviezen gegeven door financiële instellingen. In het debat op woensdag 4 juni over rentederivaten MKB stelde VVD Tweede Kamerlid Aukje de Vries deze kwestie aan de orde. “De indruk bestaat inmiddels dat een rentederivaat een slecht product is, daar ben ik het niet mee eens, maar je moet wel weten wat je doet,” aldus het Tweede Kamerlid.
Ondernemers mogen niet de dupe worden van onvolledige informatie en slechte adviezen gegeven door financiële instellingen. In het debat op woensdag 4 juni over rentederivaten MKB stelde VVD Tweede Kamerlid Aukje de Vries deze kwestie aan de orde. “De indruk bestaat inmiddels dat een rentederivaat een slecht product is, daar ben ik het niet mee eens, maar je moet wel weten wat je doet,” aldus het Tweede Kamerlid.
De VVD wil dat ondernemers in de toekomst nog wel renterisico's kunnen afdekken. Tweede Kamerlid van de VVD Aukje de Vries: "Ik ben niet voor een verbod op rentederivaten, dat beperkt namelijk de mogelijkheden voor MKB'ers om risico's te beheersen. Bovendien loop je ook het risico dat de financieringskosten hoger worden voor hen en daar zitten ondernemers niet op te wachten." Als er geen tussentijdse beëindiging van de overeenkomst is, is er sowieso geen probleem. De belangrijkste vraag is wel of de informatievoorziening en advisering van financiële dienstverleners afdoende is geweest.
Om boven tafel te krijgen of ondernemers passend geïnformeerd en geadviseerd zijn en om bij hen de onzekerheid weg te nemen, wil De Vries een herbeoordeling van de dossiers met derivaten. Banken moeten nagaan of zij in het verleden de juiste adviezen hebben gegeven en de ondernemer het product kon begrijpen. De Vries: “Als er daardoor schade is wil ik dat banken een passende oplossing aanbieden aan MKB'ers."
Daarnaast wil de VVD dat de toezichthouder vinger aan de pols houdt en vraagt de minister om begin 2015 een voortgangsrapportage op te stellen voor de Tweede Kamer. “Ik vind het belangrijk dat daarin zowel positieve als negatieve 'naming & shaming' wordt opgenomen. Dienstverleners die de informatievoorziening nu goed voor elkaar hebben en die de problemen oplossen mogen gewoon genoemd worden, omgekeerd geldt hetzelfde."