Wereldzeeën zijn geen perpetuum mobile

Source: G.J.M. (Gerben-Jan) Gerbrandy i, published on Thursday, June 26 2014, 11:57.

De Noordzee was altijd een van de belangrijkste visgronden van Europa. Vanuit de hele wereld kwam men daar vissen. Relatief ondiep en boordevol vis.

De zee, inclusief de Noordzee, leek bodemloos. Een soort perpetuum mobile. Het maakte niet uit hoeveel je eruit viste. Het kon niet op.

Toen werd het 1977. De laatste haring leek uit de Noordzee gevist. Vissers stapten wanhopig over op andere, niet-commerciële, vissoorten. Daar moesten ze zelfs geforceerd een markt voor creëren. Nederland en Europa stonden met de rug tegen de muur en konden niet anders dan een 6-jarig vangstverbod afkondigen. Laat ik dat even herhalen: 6 jaar geen haringvangst. Een dergelijke maatregel zou nu politiek onmogelijk zijn. Kijk maar naar de blauwvintonijn. Na 6 jaar was de haringstand behoorlijk hersteld en kon men de zee weer op. Zo snel kunnen visbestanden zich gelukkig herstellen.

Nu, 45 jaar later, realiseren we ons dat de wereldzeeën zijn wat toen de Noordzee was. Niet meer bodemloos, geen perpetuum mobile, maar een groot aquarium dat ook leeg kan. Desondanks lijkt de geschiedenis zich te herhalen. De huidige cijfers zijn namelijk angstaanjagend: 62 procent van alle Atlantische vissoorten en 82 procent van die in de Middellandse Zee zijn overbevist. We hebben hier en daar wel plaatselijke vangstverboden voor kabeljauw gezien, maar de echte structurele maatregelen zijn uitgebleven.

Europa staat nu op het punt haar eigen visserijbeleid te herzien. Dat gebeurt eens in de tien jaar. Een unieke kans om te laten zien dat wij van de geschiedenis kunnen leren. Willen wij over nog eens 45 jaar nog steeds een florerende visserijsector hebben, dan moeten we niet meer vissen dan biologisch verantwoord is, dan moet de bijvangst tot nul gereduceerd worden en dan moet de vangstcapaciteit in Europa fors worden verlaagd. Een voordeel: vissen zijn heel sterk. Als we nu verstandig visbeleid invoeren kunnen we over enkele jaren 80 procent grotere visbestanden hebben. En navenante vangsten.

Of we het nu willen of niet, of het ons nu politiek uitkomt of niet, natuurwetten bepalen uiteindelijk de grenzen en niet de economische belangen op korte termijn. Die harde les heeft de Nederlandse haringvloot in 1977 wel geleerd.