AO over Raad AZ en BZ - Main contents
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie voor Europese Zaken hebben op 14 februari 2013 overleg gevoerd met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken over:
• het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 31 januari 2013 );
• de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 18 februari 2013;
• het fiche Mededeling ondersteuning van regionale integratie in de Maghreb;
• het EU-voorstel Raadsbesluit inzake de solidariteitsclausule van de Europese Unie JOIN.
Bijdrage Han ten Broeke (VVD):
Voorzitter. Ik wil allereerst ingaan op het fiche over de integratie in de Maghreb. De VVD is positief over het voorgelegde fiche over de regionale integratie. Men herinnert zich wellicht de opmerking die wij in het kader van de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken hebben gemaakt over de herziening van ons postennetwerk. Dit is nu één van die regionale samenwerkingsverbanden die we overal zien ontstaan, en zeker ook in Afrika, die misschien, als het straks op een herschikking aankomt, kan worden meegenomen in het totaalplaatje dat de minister zal moeten maken. Het gaat daarbij om de mogelijkheid om de ingangen voor onze contacten met niet alleen landen maar ook regio's die in toenemende mate hun economische resources willen poolen, te beïnvloeden. De regio grenst aan een buitengewoon onrustig gebied, waaronder Mali. Voor een deel zijn de genoemde landen zelf de oorzaak van die onrust, maar zij zijn soms ook een onderdeel van de oplossing. Dat hopen wij althans. Ik heb nog een volgende vraag over het fiche. Leidt deze samenwerking op den duur ook tot vrijhandel met de Europese Unie? Welke benadering kiest Europa daarbij? Kan de Kamer daarover geïnformeerd worden? Ik vind het een interessante ontwikkeling en ben van mening dat we daar goed het oog op moeten kunnen houden. Welke gevolgen hebben de onlusten in die regio voor de concrete vormen van samenwerking die zich daar nu voordoen? Ik wil ook graag weten hoeveel ontwikkelingssamenwerking er eigenlijk gemoeid is met deze overeenkomst. Gaat er ook hulp die kant op?
Ik kom te spreken over Syrië. De burgeroorlog woedt onverminderd voort. Wie kan, verlaat het land. Dat hebben 750.000 mensen ondertussen gedaan. Er zijn 4 miljoen ontheemden die nog in Syrië zijn achtergebleven. President Assad heeft duidelijk gemaakt dat hij voorlopig nog niet denkt aan aftreden. De mensen die het kunnen weten en mensen in de landen die eromheen liggen, geven te kennen dat zij ook denken dat het nog wel enige tijd kan duren voordat het onvermijdelijke zal gebeuren, namelijk dat Assad verdwijnt. Tot nu toe heeft de Europese Unie een grote mate van eensgezindheid laten zien bij het instellen van een handels- en wapenembargo. Dat mag ook wel eens gezegd worden. Die eensgezindheid zal binnenkort worden beproefd, namelijk op het moment dat dit wapenembargo moet worden verlengd dan wel moet worden aangepast. Ik wil niet verhelen dat er stemmen opgaan dat moet worden gekeken of dat wapenembargo nog steeds valide is. Dat zijn ook niet de minste stemmen. Ik noem de Amerikaanse minister van Defensie Panetta, de outgoing minister van Defensie.
De VVD is tot nu toe, net als de regering, zeer terughoudend geweest over de mogelijkheid om wapens te leveren aan de oppositie, omdat zij er simpelweg niet van overtuigd is dat we dan onderscheid kunnen maken tussen vormen van oppositie. Ik heb de vorige keer het punt gemaakt dat hulpstromen niet aankomen. Ik heb de minister en de collega's toen ook een rapport gegeven. Er komt nog een reactie op het rapport. Maar wat voor de hulp geldt, geldt natuurlijk ook voor de wapens die de oppositie nodig heeft om zichzelf te verdedigen tegen met name het luchtwapen, tegen vliegtuigen die tegen hen worden ingezet. Ik noem bakkerijen die onder de grond of in grotten zijn gesitueerd om de bevolking nog van een beetje brood te voorzien. Zelfs die worden gericht getarget vanuit de lucht. Dat maakt ook dat de oppositie weliswaar veel territoir heeft gewonnen, maar daar niet daadwerkelijk een ontwikkeling kan starten. Hoe kijkt de minister aan tegen de effectiviteit van het wapenembargo? We vermoeden dat Rusland nog steeds wapens levert aan het regime. Het houdt het regime, met de wapens die reeds geleverd zijn, in ieder geval in stand. Andere wapenstromen die wel op gang komen, die wel de oppositie bereiken, bereiken in mijn ogen de verkeerde mensen. Jihadisten die daar tot nu toe geen grote rol van betekenis speelden, winnen in toenemende mate legitimiteit. Anders dan bij Libië, ten aanzien waarvan wij een wapenembargo hebben willen handhaven door inzet van onze krijgsmacht maar ook door een alliantie van NAVO-landen en landen uit de Arabische regio, wordt er door niemand op dit moment gedacht aan dat type militaire inzet. Dan doet zich dus het spiegelbeeld van die situatie voor, namelijk de vraag of het wapenembargo op een gegeven moment niet aan herziening toe is. De slotvraag is dan ook: zijn er Europese landen die aandringen op het versoepelen van dat wapenembargo? Hoe kijkt de minister hier op dit moment zelf tegenaan?