Weeklog Dennis de Jong: De hypocrisie van Van Rompuy - Main contents
Deze week liet Van Rompuy tijdens zijn speech in Straatsburg voor het plenaire Europees Parlement zijn ‘sociale gezicht’ zien, althans aan het eind prevelde hij wat woorden over de noodzaak werkloosheid en armoede te bestrijden. Wel voegde hij er gelijk aan toe dat dit de volledige verantwoordelijkheid is van de lidstaten. Dat is dus een sigaar uit eigen doos: door de opgelegde bezuinigingsmaatregelen hebben lidstaten steeds meer moeite het nationale sociale stelsel overeind te houden, laat staan het te kunnen versterken. Als Van Rompuy echt sociaal bevlogen is, dan pleit hij er bij de regeringsleiders voor harde afspraken te maken over sociaal beleid, zelfs als dat betekent dat de 3% norm voor het begrotingsbeleid iets soepeler moet worden toegepast.
Het lijkt een beetje op wat in Nederland is gebeurd. Gemeentes hebben een steeds grotere verantwoordelijkheid gekregen voor bijstandsuitkeringen. Zo wordt via de WWB (Wet Werk en Bijstand) en de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) de gemeente volledig verantwoordelijk voor bijstand en aanvullende voorzieningen. Tegelijkertijd kort het Rijk keer op keer op het Gemeentefonds, zodat de gemeentes meer taken met minder geld moeten verrichten.
Iets soortgelijks zie je op Europees niveau. De lidstaten hebben er veel lasten bij gekregen: ze worden klem gezet via straffe begrotingsregels en de Europese Commissie controleert dit. Ook controleert zij of er geen macroeconomische onevenwichtigheden zijn: de lonen mogen niet te hard stijgen en de pensioenen moeten ‘betaalbaar’ blijven. Tegelijkertijd worden eurolanden gedwongen geld te storten en garant te staan via de Europese noodfondsen. Daar bovenop wil de Commissie zelf vooral veel meer geld, want Europese investeringen zijn volgens haar broodnodig en efficiënter dan nationale bestedingen.
Zo krijgen de lidstaten steeds meer lasten opgelegd uit Brussel, maar ze zijn wel 100% verantwoordelijk voor het sociale beleid. Het zijn de lidstaten die werklozen moeten voorzien van een goede uitkering en ze weer aan een baan moeten helpen. Het zijn de lidstaten die armoede moeten tegengaan en voor bijstand en andere voorzieningen moeten zorgen. Je kunt echter niet aan de ene kant lidstaten zichzelf kapot laten bezuinigen, en ze aan de andere kant verantwoordelijk houden voor sociaal beleid. Daarom is het belangrijk dat er tussen regeringsleiders ook afspraken gemaakt worden over het sociale beleid. Dan worden ook de regeringsleiders tijdens hun vergaderingen gedwongen kleur te bekennen: zijn ze echt geïnteresseerd in de bestrijding van armoede en werkloosheid, of blijven ze verblind door begrotingsfetisjisme? Zolang ze die afweging niet expliciet maken, zijn ze net zo hypocriet als hun voorzitter, Herman van Rompuy.