Weeklog Dennis de Jong: de vakbeweging en de publieke zaak

Source: C.D. (Dennis) de Jong i, published on Sunday, July 25 2010.

Het is rustig in het Europees Parlement, of liever nog, er is bijna niemand meer. Ook de eurofractie gaat er even tussenuit: de komende drie weken staat ons kantoor in Brussel leeg, net als al die andere kantoren. Dit is dan ook een prima tijd om al die rapporten te lezen die je als Europarlementariër dagelijks toegestuurd krijgt. Daaronder ook een uitstekend rapport van de Europese vakbeweging over publieke voorzieningen: gebruik makend van enkele nieuwe bepalingen uit het EU-Verdrag wil de vakbeweging van de Commissie de verzekering dat lokale, regionale en nationale overheden weer kunnen beslissen over publieke voorzieningen, zonder voortdurend voor de voeten te worden gelopen door de Commissie. Die heeft er namelijk nogal een handje van alles als 'markt' te willen zien, waardoor de overheid gedwongen wordt dergelijke publieke taken uit te besteden aan private partijen. Precies wat de Commissie wil: hoe meer markt, hoe meer mogelijkheden voor grote bedrijven, en daar houdt de Commissie al twintig jaar erg van!

 
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog SP

Binnen de Europese Commissie zijn er wel verschillende stromingen. Je hebt, net als in Den Haag, 'ministeries', bij de Commissie directoraten-generaal genoemd. Als je met mensen spreekt van het DG Sociale Zaken, krijg je een ander verhaal te horen dan als je met mensen van het DG Interne Markt spreekt. Helaas hebben de marktmensen de afgelopen jaren in de Commissie de meeste invloed gehad. Daarom is de Commissie er nog steeds als de kippen bij om overheden terecht te wijzen, als zij bij publieke voorzieningen zelf de teugels in handen willen houden. We zagen dat onlangs nog bij de woningbouwcorporaties: ik heb een paar weken geleden met hun vertegenwoordigers gesproken en zij zijn woedend over de eenzijdige maatregel van de Commissie waarbij dergelijke corporaties alleen nog maar woningen mogen verhuren aan mensen die minder dan €33.000 per jaar verdienen. Dat kan de Commissie nog zien als publieke taak, maar als corporaties ook woningen verhuren aan mensen met een hoger inkomen, dan zouden ze zich schuldig maken aan oneerlijke concurrentie. De Commissie gaat hier op de stoel zitten van de Nederlandse overheid: hoe komt zij aan die inkomensgrens? En waarom heeft zij geen begrip voor het argument dat met name starters, ook als ze net wat meer verdienen dan die €33.000 per jaar op dit ogenblik helemaal niet aan een koophuis kunnen komen, omdat ze eenvoudig geen hypotheek krijgen? Dankzij een door de Tweede Kamer aangenomen motie van Sadet Karabulut moet de regering hierover terug naar Brussel. Hier is het laatste woord dan ook nog niet over gezegd.