Weeklog Dennis de Jong: wordt het toch nog wat met de ‘ Europese gemeenschappelijke markt’? - Main contents
Als SP’ers krijgen we niet gauw een warm gevoel bij het woord markt, en al helemaal niet bij de ‘Europese interne markt’. Dit is altijd een neoliberaal project geweest, waarbij sociale en milieubelangen ondergeschikt werden gemaakt aan het beginsel van ongeremde concurrentie. De economische crisis was een direct gevolg van dit doorgeslagen vertrouwen in ‘de markt’. Toch lijkt het tij in het Europees Parlement nu te keren. Voor het eerst ligt er een rapport waarin de Commissie opgeroepen wordt eindelijk eens maatregelen te nemen om het algemeen belang voortaan zwaarder te laten wegen dan het belang van ‘de markt’. Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar het is een betere boodschap dan we in lange tijd uit Brussel hebben meegekregen.
Helemaal verwonderlijk is het niet dat de stemming omslaat. Vanaf de jaren ’90 heeft Brussel de ene na de andere maatregel afgekondigd die het voor ondernemers gemakkelijker zou moeten maken om over de eigen landsgrenzen heen in Europa zaken te doen. Het bedrijfsbelang stond daarbij centraal, en in het bijzonder het belang van de multinationals. Dat leek aanvankelijk te leiden tot meer economische groei, maar het succes uit de begintijd is gaan verbleken.
Wat was het probleem? Door alleen maar de grote bedrijven te bedienen, werd de markt ook alleen hun speeltje. Voor gewone mensen was er weinig te halen: ok, het werd wat eenvoudiger om door Europa te reizen en ook internationale betalingen werden gemakkelijker. Maar de belangen van de consument stonden nooit echt centraal. Bovendien werden sociale rechten en andere belangen, zoals milieu, ondergeschikt gemaakt aan het beginsel van ongeremde concurrentie, zodat overheidsbeleid dat gericht was op die meer algemene belangen, veelal onderuit werd gehaald via jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie.
Tegelijkertijd maakten lidstaten onvoldoende werk van het omzetten van al die Europese wetgeving in nationale regels. Ook dat kan deels worden verklaard uit het gebrek aan populariteit van de markt bij de bevolking. Onderstaande tabel laat zien wie de meeste wetgeving heeft uitgevoerd: de landen links zijn de kampioenen, de landen rechts blijven het meest achter:
[Klik voor vergroting]
Een markt die niet populair is bij gewone mensen, blijkt uiteindelijk niet goed te werken. De meeste bedrijven zijn niet gaan uitbreiden in andere Europese lidstaten en de meeste consumenten kopen gewoon lokaal. Dit heeft ertoe geleid dat nu zelfs de meest verstokte marktfundamentalisten interesse beginnen te krijgen in plannen die de gemeenschappelijke Europese markt wél populair kunnen maken. En dus ligt er nu voor de SP en gelijkgezinde partijen een kans die we met beide handen aanpakken: u wilt een beter functionerende Europese markt, dan zult u eerst wetgeving moeten maken die de publieke diensten veilig stelt, de sociale rechten respecteert, de consument en het Midden- en Kleinbedrijf beschermt waar nodig en niet belast met allerlei overbodige regeltjes, en die het voor overheidsinstanties mogelijk maakt om het algemeen belang te dienen, zoals op milieugebied, ook als dat betekent dat we ‘de markt’ aan banden moeten leggen.
Dit alles staat in onze amendementen op een rapport dat binnenkort in de interne marktcommissie van het parlement wordt besproken. Wordt dus vervolgd!
Reageren? Dat kan door een mailtje te sturen naar eurofractie@sp.nl.