Weeklog Dennis de Jong: Hoeveel is genoeg? Over basisgoederen (I) - Main contents
Het eerste basisgoed volgens de Skidelsky’s is ‘Gezondheid’. Zij wijzen erop dat de zorg onder druk van het neoliberalisme veranderd is van het gezond maken van mensen tot het bewust creëren van zorgbehoeften. Niet voor niets is de patiënt tegenwoordig ‘klant’. De farmaceutische industrie is erop uit zoveel mogelijk medische producten te verkopen, om daarmee (nog meer) winst te maken. Wie kent niet de steeds agressievere oproepen voor een ‘bodyscan’? Zonder zo’n scan zou je lichaam een tikkende tijdbom zijn. En ze vinden altijd wel wat, zodat je je na de scan juist onzekerder gaat voelen over je gezondheid. Veel reguliere artsen waarschuwen dan ook tegen dit soort scans: ze leiden tot onnodige ongerustheid en vaak ook tot overbodige behandelingen.
Dit soort overbodige zorgproducten zijn alleen bereikbaar voor de meer vermogenden, want goedkoop zijn dit soort zaken niet. Als het om gezondheid gaat, is het belangrijker dat zorg die je echt nodig hebt, voor iedereen bereikbaar is. En juist daarbij wordt door jarenlange bezuinigingen en de invoering van een soort marktwerking (het ziekenhuis wordt een bedrijf met aandeelhouders) alles wat de jaren daarvoor was opgebouwd, in snel tempo weer afgebroken: de zorg wordt voor mensen met een smallere beurs onbereikbaar.
De Europese Unie heeft formeel niets te zeggen over de zorg, maar hoe verklaart dit dan dat de farmaceutische industrie tot een van de grootste lobbygroepen in Brussel behoort? Dat komt o.a. omdat door het Europese Medicijnagentschap wordt bepaald welke medicijnen lidstaten mogen toelaten. Bij dat agentschap rommelt het al jaren en de belangenverstrengeling is er niet van de lucht. In de begrotingscontrolecommissie van het Europees Parlement ga ik mijn pijlen hier ook in de komende jaren op richten. Daarnaast is de druk vanuit Brussel groot om zoveel mogelijk publieke voorzieningen op de markt te brengen en daar is de farmaceutische industrie natuurlijk groot voorstander van: hoe meer markt, hoe meer winst. Ondertussen doet Supercommissaris Rehn in het kader van het economisch bestuur allerlei aanbevelingen over bezuinigingen op de gezondheidszorg. Zo wordt hij mede schuldig aan de onbereikbaarheid van goede zorg voor iedereen.
De Europese Unie werkt hiermee aan vermarkting van de zorg en aan afbraak van alles wat we hadden geregeld om mensen die zorg nodig hebben, ook echt te kunnen helpen. Een patiënt is geen consument, maar in Brussel zien ze dat anders: het creëren van een Europese markt voor zorg is goed voor de grote bedrijven en daarbij is het prima om onnodige zorgvoorzieningen, zelfs via reclame, aan de ‘man’ te brengen, terwijl de echt noodzakelijke zorg, het basisgoed, steeds minder bereikbaar is. Het roer moet hier om: Brussel moet erkennen dat zorg eerst en vooral een publieke voorziening is. Lidstaten moeten de ruimte hebben de zorg zo in te richten, als zij zelf willen, want over publieke voorzieningen gaan de lidstaten zelf en heeft Brussel geen rol van betekenis te spelen. Als Brussel zich ergens mee wil bemoeien, laat het dan proberen te komen tot een totaal reclameverbod voor zorg: ziekenhuizen hoeven echt geen reclame te gaan maken, en bij allerlei pseudomedische zorgproducten werkt reclame juist verontrustend - het creëert behoeftes waar we zeker niet gelukkiger van worden. Weg met de markt en de aanbevelingen van supercommissarissen: in Nederland willen we ongestoord kunnen werken aan een bereikbaar basisgoed dat gezondheid heet.
PS: Vorige week was er geen weeklog. Een paar dagen na de ramp met de MH17 leek het me minder gepast om een weeklog te schrijven over welk onderwerp dan ook.