Ten Broeke over strijd tegen IS: 'Wachten is geen optie'

Source: J.H. (Han) ten Broeke i, published on Thursday, October 2 2014.

Van 11.00 tot 16.00: Algemeen overleg Artikel 100 brief over deelneming aan internationale strijd tegen ISIS

Vanavond (naar verwachting om 21.00 uur): Plenair debat over de Artikel 100-brief deelneming aan internationale strijd tegen ISIS met aansluitend aan het debat : STEMMINGEN

Beide debatten zijn te volgen op politiek24.nl

Spreektekst Han ten Broeke AO over Artikel 100-brief inzake Nederlandse deelname aan strijd tegen ISIS

Voorzitter,

ISIS moordt en verkracht in Irak en in Syrië. ISIS wil een kalifaat van haat vestigen in het Midden-Oosten, in Noord-Afrika en in Europa. ISIS wil een kalifaat waarin iedereen die vrij wil zijn niet welkom is. Waar iedereen die anders wil zijn, beloond wordt met de dood of met middeleeuwse lijfstraffen. ISIS wil aanslagen plegen in Europa en in de Verenigde Staten. ISIS wil zoveel mogelijk westerlingen dood hebben.

Voorzitter, daarmee is ISIS alles wat wij niet zijn. Daarmee is ISIS onze vijand - in een strijd voor menselijkheid. Nederland is een vrij land. Wij kunnen denken en zeggen wat we willen. Geloven wat we willen. Niet geloven wat we willen. Onze kinderen gaan in vrijheid naar school en mogen in vrijheid kiezen van wie ze willen houden en hoe ze hun leven willen inrichten.

Dat wil ik graag zo houden.

De dreiging van ISIS moeten we serieus nemen. Die dreiging beperkt zich niet tot de bevolking van Syrië en Irak, tot Yezidi’s of Koerden, of tot het onthoofden van westerse journalisten. De dreiging kan zich zomaar uitbreiden tot onze straten. We hebben de afgelopen maanden kunnen zien dat bedreigingen aan onze buitengrenzen leiden tot onrust in onze binnensteden. We zagen ISIS-vlaggen in de Schilderswijk, hakenkruisen in Amsterdam. Een inwoner van Almere die poseert met afgehakte hoofden. Een jonge Nederlander die via Facebook oproept “een stevige daad tegen de Nederlandse overheid te verrichten”. Hele gezinnen die uit Utrecht en Hilversum vertrekken richting Syrië. En deze week op een kwartiertje fietsen van hier een 21-jarige jihadist die van zijn bed werd gelicht door de politie. Op een kwartiertje fietsen.

De dreiging van ISIS voor Nederland is niet bedacht, die is reëel. Daarom is een stevig antwoord nodig. Ieder perspectief op een plek waar vrijuit kan worden gemoord, verkracht en aanslagen kunnen worden voorbereid,moet worden weggenomen.

We kunnen niet toestaan dat er een vrijhaven voor terroristen ontstaat in het Midden-Oosten. Deze strijd zoeken wij niet. Deze strijd zoekt ons open trekt niet aan onze deur voorbij. Een woordvoerder van ISIS riep vorige week op tot het vermoorden van zoveel mogelijk westerlingen in onze straten. Daarmee zet hij een prijs op het hoofd van ons allemaal.Voorzitter, we kunnen deze strijd niet ontlopen. De ambities van deze beweging zijn niet regionaal maar mondiaal.

Voorzitter,

ISIS moet bestreden worden. Wachten is geen optie. Het zal een echte strijd worden. Daar moeten we eerlijk in zijn. Dit is geen OS-missie. Dit is geen opbouwmissie. En het is goed dat de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hier is, maar we moeten nu geen rechtstaat gaan opbouwen of gender issues gaan oplossen. Dit is een missie zoals een militaire missie is bedoeld: om een bedreiging - ISIS -terug te dringen, in dit geval met behulp van bombardementen en Koerdische en Iraakse troepen die het werk op de grond moeten doen. Die de boots on the ground moeten vormen. Daarom ben ik tevreden over de brief van het kabinet. Het is een realistische brief. Nederland levert een flinke bijdrage aan de internationale coalitie tegen ISIS. Een bijdrage die risico’s met zich meebrengt, zowel voor zowel militairen als wellicht voor onszelf. Misschien neemt de dreiging eerst toe, voordat deze zal afnemen.De prijs voor vrijheid is waakzaamheid. Dat wil niet zeggen dat we altijd over onze schouders moeten kijken, maar we kunnen ook niet onze schouders blijven ophalen. Kan de minister van Veiligheid en Justitie aangeven of Nederland voldoende is voorbereid op de dreiging die voortvloeit uit deelname aan de strijd?

Voorzitter,

De VVD-fractie is tevreden met de voorgenomen bijdrage. Middels de aangenomen motie-Ten Broeke c.s. heeft mijn fractie al aangegeven voorstander te zijn van een substantiële Nederlandse bijdrage aan de bestrijding van ISIS. Mijn fractie constateert dat deze missie in Irak geen caveats kent. Dat is precies de les die we trekken na alle voorgaande missies. Voorzitter, ik mag er vanuit gaan dat het zo blijft. Voorzitter, dan nog een paar vragen.

1.

Om de missie te bekostigen, spreekt het kabinet reserves aan die zijn bedoeld voor 2017 tot en met 2019. We gaan er niet omheen draaien.Dit is een ordinaire kasschuif. De urgentie is duidelijk. Maar het is geen duurzame financiering. BIV is bedoeld om dit soort missies mogelijk te maken. Maar wie had verwacht dat de stabiliteit en veiligheid in de wereld zo fragiel zouden zijn als vandaag, mag nu zijn hand opsteken. De VVD begrijpt dat er nu een beroep gedaan moet worden op de toekomstige reserves, maar het is ook van belang dat het kabinet de financiering van missies duurzaam mogelijk maakt. Deze strijd duurt immers langer dan de missie. Ik hoor graag hoe het kabinet daarvoor een structurele oplossing denkt te realiseren.

2.

In dat licht zijn we ook benieuwd naar de nazorg van militairen en de financiering daarvan. Hoe is de nazorg van militairen die deelnemen aan deze missie geregeld? En in hoeverre worden de kosten van de zorg en de nazorg gedekt vanuit het BIV en HGIS?

3.

De volkenrechtelijke discussie is inmiddels uitgebreid besproken in deze Kamer. Dat mijn fractie in principe open staat voor uitbreiding van het werkterrein naar Syrië is genoegzaam bekend. Wenselijk blijft een volkenrechtelijk mandaat. Maar voor een volkenrechtelijk mandaat is doorgaans expliciete toestemming van het land, een resolutie van de VN-Veiligheidsraad nodig, of er moet sprake zijn van zelfverdediging, al dan niet collectief. Op dat laatste vlak, collectieve zelfverdediging, zien we een interessante interpretatie van de VS. Voor de VVD is een resolutie van de VN-Veiligheidsraad - of specifieker: het afwachten van een Russische handtekening - geen absolute noodzaak. Wij vinden dat niet elke projectie van militaire macht aan recht kan of hoeft te worden onderworpen, zonder daarmee het recht te schaden. ISIS moet waar nodig bestreden worden (en er zijn voor de zes vliegtuigen die operationeel worden ingezet, meer dan genoeg doelen in Irak). Kan de minister aangeven wat de operationele gevolgen zouden zijn als de coalitie enkel Irak zou bombarderen? En is de minister het met mij eens dat dan de risico’s van een waterbedeffect - waar de minister van Buitenlandse Zaken al over sprak - enorm zouden zijn?

  • 4. 
    IN de beantwoording van de feitelijke vragen staat niet vermeld waar onze F-16’s gestationeerd zullen worden. Ik mag toch aannemen dat het Jordanië betreft, maar begrijp dat de exacte basis niet genoemd kan worden vanwege het veiligheidsrisico en exposure. Zie ik dat juist?

5.

Dan de politieke situatie in Irak. Hoe staat het met de vorming van de Iraakse eenheidsregering? Is de regering het met de VVD eens dat de vorming van een eenheidsregering van groot belang is voor de lange termijn? En klopt het dat de Status Of Forces Agreement - en daarmee de juridische status van de Nederlandse militairen - nog moet worden geregeld in Irak? Kan de regering garanderen dat er wel tijdelijke ontheffingen zijn geregeld om juridische duidelijkheid te scheppen? En kan de regering tot slot bevestigen dat er door Nederland op dit moment geen boots on the ground worden gestuurd, en dus ook geen sprake is van Nederlandse forward air controllers die doelen aanwijzen?

6.

De DGPZ gaf aan dat we weinig tot geen individuele leverage hebben in Baghdad. Maar we kunnen niet hebben dat we Koerdische Pesjmergaen Iraakse troepen trainen en dat er vervolgens tussen Baghdad en Erbil geen overeenstemming is. Als Baghdad de Koerden financieel afknijpt en ten aanzien van sji’itische milities een oogje toeknijpt, gaat het niet werken. Welke zekerheid hebben we dat de coalitie die invloed op Baghdad wel kan uitoefenen?

7.

De strijd tegen ISIS gaat echter over meer dan alleen Irak. Ik heb eerder aangegeven dat mijn fractie niet wil dat deze coalitie in feite als sji’itische luchtmacht gaat fungeren, het zou na de strijd tegen de Taliban en de verstoting van Saddam Hoessein immers de derde keer zijn. Hoe kunnen we voorkomen dat onze bijdrage verzandt in het sektarische moeras in de regio, waarbij we als sji’itische handlangers worden ingezet? Verder moeten we niet vergeten dat pogingen om met Iran tot een overeenkomst te komen over het nucleaire programma en in het bijzonder de potentiële militarisering van dat programma zijn tot nu toe zijn mislukt. Voorzitter, het mag niet zo zijn dat we ISIS verslaan om er een Iraans nucleair wapen voor terug te krijgen.

8.

Tot slot, voorzitter, kunnen we er niet omheen dat dit geen risicoloze missie is. We opereren immers in vijandelijk gebied; tegen een asymmetrische, barbaarse vijand die inmiddels heeft bewezen zich snel te kunnen aanpassen aan veranderde omstandigheden. Onder andere op het gebied van Combat Search and Rescue probeert het kabinet de risico’s in samenwerking met de bondgenoten zoveel mogelijk te verkleinen. Als Kamer moeten we echter zeker weten dat de risico’s van beide missie-onderdelen zoveel mogelijk worden geminimaliseerd en dat we de kleinste kans om bijvoorbeeld een vlieger in nood te redden ook kunnen benutten. Kan de minister van Veiligheid en Justitie in kaart brengen welke inspanningen Nederland verricht om risico’s te minimaliseren en kan de minister van Defensie aangeven wat er wordt gedaan om de operationaliteit van Combat Search and Rescue en de medische faciliteiten te maximaliseren?