Voorstel van wet - Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287) (Uitvoeringswet verordening bankentoezicht) - Main contents
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34049 - Uitvoeringswet verordening bankentoezicht i.
Contents
Officiële titel | Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287) (Uitvoeringswet verordening bankentoezicht); Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Document date | 08-10-2014 |
Publication date | 08-10-2014 |
Nummer | KST340492 |
Reference | 34049, nr. 2 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2014–2015
34 049
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 i van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287) (Uitvoeringswet verordening bankentoezicht)
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet op het financieel toezicht aan te passen in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 i van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1:1 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: verordening bankentoezicht: verordening (EU) Nr. 1024/2013 i van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PbEU 2013, L 287);
B
In artikel 1:2, eerste lid, wordt na «de Europese Centrale Bank» ingevoegd: handelend in haar hoedanigheid van monetaire autoriteit.
C
In artikel 1:24, tweede lid, wordt na «op de grondslag van deze wet» ingevoegd: en met inachtneming van de verordening bankentoezicht.
D
In artikel 1:47, vierde lid, wordt na «van overeenkomstige toepassing op» ingevoegd: het opstellen van een ontwerpbesluit tot intrekking van een vergunning op grond van artikel 1:104, vijfde lid,.
E
In artikel 1:47a, aanhef, wordt na «de Nederlandsche Bank» ingevoegd: of de Europese Centrale Bank, indien deze bevoegd is toezicht uit te oefenen op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoe-zicht,.
F
Artikel 1:47b wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
-
2.Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het opstellen van een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 15 van de verordening banken-toezicht.
G
Aan artikel 1:47c wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5.Het vierde lid is niet van toepassing indien de beoordeling geschiedt in het kader van de in artikel 6 van de verordening bankentoezicht bedoelde bijstand aan de Europese Centrale Bank.
H Artikel 1:48 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt «alvorens te beslissen op die aanvraag» vervangen door: alvorens op die aanvraag te beslissen of een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 14 van de verordening bankentoezicht op te stellen.
-
2.In het zesde lid wordt na «de vergunning of instemming» ingevoegd: of het in het eerste lid bedoelde ontwerpbesluit.
I
Artikel 1:49 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste en tweede lid wordt telkens na «door de andere toezichthouder» ingevoegd: of de Europese Centrale Bank.
-
2.Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien de Europese
Centrale Bank op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht bevoegd is te besluiten of oordelen over de geschiktheid en betrouwbaarheid van personen als bedoeld in het eerste of tweede lid.
Alsdan kan de Autoriteit Financiële Markten haar constatering mededelen aan de Europese Centrale Bank of aan de Nederlandsche Bank een bindende aanbeveling doen omtrent de inhoud van een te geven oordeel in het kader van de in artikel 6 van de verordening bankentoezicht bedoelde bijstand aan de Europese Centrale Bank. De bindende aanbeveling vormt een integraal onderdeel van het te geven oordeel.
J
In artikel 1:50 wordt «met betrekking tot financiële conglomeraten» vervangen door «met betrekking tot financiële markten of op die markten werkzame personen» en vervalt: bij het toezicht op financiële conglomeraten.
K
Artikel 1:60 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste en tweede lid wordt na «de toezichthoudende instantie van de desbetreffende lidstaat» telkens ingevoegd: of de Europese Centrale Bank.
-
2.In het derde lid wordt in de onderdelen a, b en c telkens «waaraan in een andere lidstaat een vergunning is verleend» vervangen door: waaraan een vergunning is verleend door of die onder direct toezicht staat van die toezichthoudende instantie.
L
In artikel 1:62, aanhef, vervalt «zij» en wordt «verleent» vervangen door: wordt verleend.
M
Artikel 1:69 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste en tweede lid wordt na «de Europese toezichthoudende autoriteiten,» telkens ingevoegd: de Europese Centrale Bank in haar hoedanigheid van toezichthoudende autoriteit,.
-
2.In het derde lid wordt na «tot dat systeem behorende instanties» ingevoegd:, de Europese Centrale Bank in haar hoedanigheid van toezichthoudende autoriteit,.
N
In artikel 1:70, eerste lid, wordt na «de Europese toezichthoudende autoriteiten,» ingevoegd: de Europese Centrale Bank in haar hoedanigheid van toezichthoudende autoriteit,.
O
Na artikel 1:70 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1:71
-
1.Met het verlenen van bijstand bij onderzoeken of inspecties als bedoeld in de artikelen 11 en 12 van de verordening bankentoezicht zijn belast de op grond van artikel 1:72 door de Nederlandsche Bank aange- wezen personen. Zij zijn bevoegd van een ieder medewerking aan bedoelde onderzoeken en inspecties te vorderen.
-
2.De in het eerste lid bedoelde personen zijn tevens bevoegd bedrijfsruimten, boeken of bescheiden te verzegelen.
-
3.De artikelen 5:12, 5:13, 5:15 tot en met 5:17 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
P
Aan artikel 1:90 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
8.Het eerste tot en met derde lid is van overeenkomstige toepassing op het uitwisselen van vertrouwelijke gegevens en inlichtingen tussen de toezichthouder en de Europese Centrale Bank in haar hoedanigheid van toezichthoudende autoriteit.
Q
In artikel 1:91, tweede lid, onderdeel b, wordt na «de andere toezichthouder» ingevoegd «, de Europese Centrale Bank» en vervalt: andere toezichthouder of die toezichthoudende instantie.
R
In artikel 1:93b, eerste lid, wordt na «de Nederlandsche Bank» ingevoegd: of de Europese Centrale Bank.
S
In artikel 1:102 wordt, onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:
-
6.Indien de aanvraag betrekking heeft op een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 stelt de toezichthouder binnen zesentwintig weken een ontwerpbesluit of besluit als bedoeld in artikel 2:12, eerste of derde lid, op.
T
Artikel 1:103 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt «artikel 1:102, derde lid» vervangen door «artikel 1:102, derde of zesde lid» en wordt na «de beslissing» telkens ingevoegd: of het ontwerpbesluit.
-
2.In het tweede lid wordt na «een besluit omtrent de vergunning» ingevoegd:, of stelt zij in elk geval binnen twaalf maanden na ontvangst van de aanvraag een ontwerpbesluit op.
U
Artikel 1:104 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid, onderdeel f, wordt een «een bank» vervangen door: de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4.
-
2.Er wordt een lid toegevoegd, luidende; 5. Indien de vergunning is verleend aan een bank, niet zijnde de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de Neder-landsche Bank in dat geval in plaats van een besluit als bedoeld in het eerste of tweede lid te nemen, een ontwerpbesluit van die strekking opstelt voor de Europese Centrale Bank.
V
Artikel 1:106b wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
2.Op de aanvraag van een verklaring van geen bezwaar voor een gekwalificeerde deelneming in een bank, niet zijnde de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, stelt de Nederlandsche Bank binnen vijfenveertig werkdagen na de ontvangstbevestiging als bedoeld in het eerste lid, een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 15 van de verordening bankentoezicht op.
-
2.In het derde lid (nieuw) wordt «De Nederlandsche Bank beslist op de aanvraag» vervangen door: Op alle andere aaanvragen van een verklaring van geen bezwaar beslist de Nederlandsche Bank.
-
3.In het vierde lid (nieuw) wordt na «haar besluit» ingevoegd: of ontwerpbesluit.
W
Artikel 1:106c wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het derde lid wordt «artikel 1:106b, tweede lid» vervangen door: artikel 1:106b, tweede en derde lid.
-
2.In het vijfde lid wordt «waarop zij uiterlijk beslist» vervangen door: waarop zij of de Europese Centrale Bank uiterlijk beslist.
X
Artikel 1:106d wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Na «de Nederlandsche Bank» wordt ingevoegd: of de Europese Centrale Bank.
-
2.Na «van overeenkomstige toepassing» wordt ingevoegd: op aanvragen die door de Nederlandsche Bank niet binnen de beslistermijn zijn afgewezen.
Y
Artikel 2:2 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
-
2.In het eerste lid vervalt: «2:12, vierde lid,».
-
3.Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Indien de ECB bij de verlening van een vergunning een ontheffing als bedoeld in artikel 2:12, vijfde lid, verleent, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
Z
In de artikelen 2:3a, tweede lid, en 2:4, tweede lid, wordt «een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning» telkens vervangen door: een door de Europese Centrale Bank of de Neder-landsche Bank verleende vergunning.
AA
In de artikelen 2:6, vierde lid, en 2:8, derde lid, wordt na «door» telkens ingevoegd: de Europese Centrale Bank of.
BB
In artikel 2:10a, tweede lid, wordt «een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning» vervangen door: een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning.
CC
In artikel 2:11, eerste lid, wordt «de Nederlandsche Bank» vervangen door: de Europese Centrale Bank.
DD
Artikel 2:12 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.De aanhef van het eerste lid komt te luiden:
-
1.De Nederlandsche Bank stelt op aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 14 van de verordening bankentoezicht op, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:.
-
2.In het tweede lid wordt «verleent» vervangen door «stelt» en «vergunning» door: ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 14 van de verordening bankentoezicht op,.
-
3.Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
3.Indien de aanvrager niet heeft aangetoond dat zal worden voldaan aan de in het eerste lid bedoelde eisen, wijst de Nederlandsche Bank de aanvraag af.
-
4.In het vijfde lid (nieuw) wordt «geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen» vervangen door: in het in het eerste lid bedoelde ontwerpbesluit aan de ECB voorstellen om geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen.
EE
Artikel 2:13, eerste lid, aanhef, komt te luiden:
-
1.Indien een bank voornemens is naast de uitoefening van het bedrijf van bank tevens beleggingdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten in Nederland, stelt de Nederlansche Bank op aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 slechts een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 14 van de verordening bankentoezicht op indien de aanvrager, onverminderd artikel 2:12, aantoont dat eveneens zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:.
FF
In de artikelen 2:14, eerste lid, 2:15, eerste lid, en 2:18, eerste lid, wordt na «bank met zetel in een andere lidstaat» telkens ingevoegd: niet zijnde een deelnemende lidstaat als bedoeld in artikel 2 van de verordening bankentoezicht,.
GG
In artikel 2:54i, tweede lid, wordt «een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning» vervangen door: een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning.
HH
In artikel 2:54l, vierde lid, wordt na «de toezichthoudende instantie van die lidstaat» ingevoegd:, dan wel de Europese Centrale Bank.
II
In de artikelen 2:56, onderdeel c, 2:61, eerste lid, onderdeel c, 2:76, eerste lid, onderdeel c, 2:81, eerste lid, onderdeel c, 2:87, onderdeel c, 2:93, onderdeel c en 2:97, eerste lid, onderdeel b, wordt «een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning» telkens vervangen door: een door de Europese Centrale Bank of de Neder-landsche Bank verleende vergunning.
JJ
Artikel 2:108 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Het eerste lid komt te luiden: Een bank met zetel in Nederland die een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, heeft en voornemens is vanuit een in een deelnemende lidstaat als bedoeld in artikel 2 van de verordening bankentoezicht gelegen bijkantoor het bedrijf van bank uit te oefenen, kan daartoe overgaan twee maanden nadat zij de Nederlandsche Bank daarvan in kennis heeft gesteld, tenzij de Europese Centrale Bank of de Neder-landsche Bank, al naar gelang de bevoegdheidsverdeling op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht, binnen die termijn anders besluit.
-
2.Onder vernummering van het tweede tot het derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
2.Een bank met zetel in Nederland die een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, heeft en voornemens is vanuit een in een lidstaat, niet zijnde een deelnemende lidstaat als bedoeld in het eerste lid, gelegen bijkantoor het bedrijf van bank uit te oefenen, gaat daartoe slechts over nadat de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank, al naar gelang de bevoegdheidsverdeling op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht, met het voornemen van de bank heeft ingestemd.
-
3.In het derde lid (nieuw) wordt «aanvraag van instemming geschiedt» vervangen door: kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, en de aanvraag van instemming, bedoeld in het tweede lid, geschieden.
KK
Artikel 2:109 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Onder vernummering van het eerste tot en met vijfde lid tot tweede tot en met zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
1.De Nederlandsche Bank kan een besluit nemen als bedoeld in artikel 2:108, eerste lid, indien de bedrijfsvoering of financiële positie van de bank, gelet op haar voornemen, niet toereikend is.
-
2.In het tweede lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door: tweede lid.
-
3.Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
-
3.De Nederlandsche Bank neemt binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag een besluit als bedoeld in artikel 2:108, tweede lid.
-
4.In het vierde lid (nieuw) wordt «het besluit» vervangen door: een besluit als bedoeld in artikel 2:108, eerste en tweede lid,.
-
5.In het zesde lid (nieuw) wordt «de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat» vervangen door: de toezichthoudende instantie van de lidstaat, niet zijnde een deelnemende lidstaat als bedoeld in artikel 2:108, eerste lid.
LL
Artikel 3:2 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt na «een bank die een door» ingevoegd: de Europese Centrale Bank,.
-
2.In het vierde lid wordt na «vergunning is verleend door» ingevoegd: de Europese Centrale Bank,.
MM
In artikel 3:4, eerste lid, tweede volzin, wordt na «van overeenkomstige toepassing» ingevoegd:, met dien verstande dat de Nederlandsche Bank geen ontwerpbesluit opstelt maar een vergunning verleent.
NN
In artikel 3:5, tweede lid, onderdelen a en b wordt na «die een door» telkens ingevoegd: de Europese Centrale Bank of.
OO
Artikel 3:7, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
-
b.banken die een door de Europese Centrale Bank, de Nederlandsche Bank of de toezichthoudende instantie van een andere lidstaat verleende vergunning hebben voor het uitoefenen van het bedrijf van een bank; en
PP
In artikel 3:29, eerste lid, wordt «2:12, derde lid» vervangen door «2:12, vierde lid» en wordt na «de Nederlandsche Bank» ingevoegd: of, al naar gelang de bevoegdheidsverdeling op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht, aan de Europese Centrale Bank.
Artikel 3:95 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt na «de Nederlandsche Bank» ingevoegd: of, ten aanzien van banken, niet zijnde houders van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, de Europese Centrale Bank.
-
2.Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3.Op de aanvraag van een verklaring van geen bezwaar voor een gekwalificeerde deelneming in een bank, niet zijnde de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, stelt de Nederlandsche Bank een ontwerpbesluit op als bedoeld in artikel 15 van de verordening bankentoe-zicht.
RR
Artikel 3:100 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt na «de Nederlandsche Bank» ingevoegd: of, ten aanzien van banken, niet zijnde houders van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, de Europese Centrale Bank.
-
2.Onder vernummering van het tweede tot derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
2.De Nederlandsche Bank stelt een ontwerpbesluit op als bedoeld in artikel 3:95, derde lid, dat in ieder geval strekt tot afwijzing van de aanvraag indien zich een geval voordoet als bedoeld in het eerste lid.
SS
Artikel 3:104 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt «een verklaring van geen bezwaar» vervangen door: een door haar verleende verklaring van geen bezwaar.
-
2.Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 3:95, derde lid.
TT
Artikel 3:105 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt «de verleende verklaring van geen bezwaar» vervangen door: de door haar verleende verklaring van geen bezwaar.
-
2.In het vijfde lid wordt na «De Nederlandsche Bank» ingevoegd: of de Europese Centrale Bank.
-
3.Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 7. Indien een verklaring van geen bezwaar is verleend voor een gekwalificeerde deelneming in een bank, niet zijnde de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, stelt de Nederlandsche Bank in afwijking van het derde en vierde lid geen besluit als bedoeld in het derde en vierde lid, maar een ontwerpbesluit op van die strekking.
UU
In artikel 3:160, eerste en tweede lid, wordt «een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning» telkens vervangen door: een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning.
VV Artikel 3:275 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt «De Nederlandsche Bank houdt» vervangen door: Tenzij die bevoegdheid op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht aan de Europese Centrale Bank toekomt, houdt de Nederlandsche Bank.
-
2.In het derde lid wordt na «dochterondernemingen» ingevoegd:, tenzij die bevoegdheid op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht aan de Europese Centrale Bank toekomt.
WW
In artikel 3:276, eerste en tweede lid, wordt na «De Nederlandsche Bank houdt» telkens ingevoegd:, tenzij die bevoegdheid op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht aan de Europese Centrale Bank toekomt,.
XX
Artikel 3:280 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het eerste lid wordt na «dochterondernemingen» ingevoegd:, tenzij die bevoegdheid op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht aan de Europese Centrale Bank toekomt.
-
2.In het derde lid wordt na «de Nederlandsche Bank» ingevoegd: of de Europese Centrale Bank.
YY
In artikel 3:289, eerste lid, wordt «De Nederlandsche Bank stelt,» vervangen door: Tenzij die bevoegdheid op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht aan de Europese Centrale Bank toekomt, stelt de Nederlandsche Bank.
ZZ
In artikel 4:3, tweede lid, onderdeel a, wordt na «banken die een door» ingevoegd: de Europese Centrale Bank of.
AAA
Artikel 4:8 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het vierde lid wordt na «het bedrijf van bank een door» ingevoegd: de Europese Centrale Bank of.
-
2.In het vijfde lid wordt «een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning» vervangen door: een door de Nederlandsche Bank dan wel de Europese Centrale Bank verleende vergunning.
BBB
Artikel 4:12 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In het vierde lid wordt na «het bedrijf van bank een door» ingevoegd: de Europese Centrale Bank of.
-
2.In het vijfde lid wordt «een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning» vervangen door: een door de Nederlandsche Bank dan wel de Europese Centrale Bank verleende vergunning.
CCC
In artikel 4:27, zevende lid, wordt «een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning» vervangen door: een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning.
DDD
In de artikelen 4:75, vierde lid, onderdeel a, 4:76, vierde lid, onderdeel a, en 4:82, wordt «een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning» telkens vervangen door: een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning.
EEE
In artikel 5:46, derde lid, onderdeel a, wordt «een door de Neder-landsche Bank op grond van het Deel Markttoegang financiële ondernemingen verleende vergunning» vervangen door: een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning.
ARTIKEL II
Een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van bank, verleend op grond van artikel 2:11 van de Wet op het financieel toezicht, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel CC, wordt voor de toepassing van de Wet op het financieel toezicht gelijkgesteld met een door de Europese Centrale Bank verleende vergunning.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL IV
Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet verordening bankentoe-zicht.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.