Weeklog: Armoede de wereld uit, te beginnen uit Europa - Main contents
Op 15 oktober is het de internationale dag tegen armoede. Ook in het Europees Parlement staan we daarbij stil: een hele middag spreken we met vertegenwoordigers van organisaties die armoede bestrijden en met mensen die zelf in een uitzichtloze situatie zitten. Centrale vraag zal zijn: kunnen we armoede via de Europese Unie tegen gaan? Mijn antwoord: uiteindelijk kun je armoede het beste nationaal en lokaal aanpakken, maar op zijn minst kan de EU ervoor zorgen dat Europese maatregelen de armoede niet vergroten.
De cijfers liegen er niet om: één op de vier mensen in de Europese Unie loopt gevaar in situaties van armoede of sociale uitsluiting terecht te komen. Bij kinderen is dat zelfs 28%. Het Europese anti-armoede netwerk (EAPN) heeft in een recent rapport een duidelijk verband gelegd met het beleid dat de lidstaten op gezag van Brussel hebben gevoerd als antwoord op de economische crisis: het begrotingsfetisjisme heeft ervoor gezorgd dat allerlei sociale vangnetten inmiddels vol gaten zitten en mensen niet meer behoeden voor een scherpe armoedeval van waaruit ze op eigen kracht nauwelijks nog kunnen geraken.
Als SP zitten we niet te wachten op nieuwe Europese armoedefondsen. Dat is gewoon rondpompen van geld. Als lidstaten van Brussel de ruimte hadden gekregen om te investeren in plaats van met oogkleppen op te bezuinigen, zou de werkloosheid en armoede nu niet zo hoog zijn geweest. Door mensen een vorm van bestaanszekerheid te geven, zorg je ervoor dat ze de moed niet verliezen; door te investeren schep je de banen die kansen bieden.
Al jarenlang horen we vanuit Brussel alleen maar pleidooien voor een kleine overheid en een groot vertrouwen in marktwerking. Daardoor is het sociale zekerheidsstelsel in Zuid-Europa grotendeels afgebroken. In andere lidstaten is het vangnet poreus geworden. De onderliggende filosofie is: bij de markt heb je winnaars en verliezers, en als je soms verliest, moet je je er zelf weer bovenop helpen. Anders ben je gewoon een loser en is het eigen schuld, dikke bult.
De werkelijkheid is een andere: door ziekte, invaliditeit of door andere tegenslagen kunnen mensen voor kortere of langere tijd niet mee in de maalstroom van een door de markt geregeerde samenleving. Dan is het de taak van ons allemaal met hen solidair te zijn en te zorgen voor goede vangnetten. De beste bijdrage die Brussel kan leveren aan armoedebestrijding is dit weer in te zien en te stoppen met het begrotingsfetisjisme of met andere maatregelen die de rechten van mensen die het moeilijk hebben, ondermijnen. Europa moet staan voor een solidaire samenleving. Laten we alle Europese beleid dan ook zo snel mogelijk toetsen aan sociale doelstellingen: Juncker en onlangs Timmermans hebben interesse getoond in sociale impact assessments. Die moeten er zo snel mogelijk komen want in een relatief rijk continent als Europa mag armoede niet voorkomen. Die boodschap zal ik op 15 oktober zo luid mogelijk verkondigen. Hopelijk lukt het om samen met betrokken maatschappelijke organisaties het Europees Parlement wakker te schudden.