Nieuw huurbeleid wordt eerlijker en beter - Main contents
Nieuw huurbeleid wordt eerlijker en beter
Wie voor het eerst gaat huren of wie gaat verhuizen naar een andere huurwoning was door het huurbeleid uit Rutte I het kind van de rekening. De huren van vrijkomende woningen stegen door de zgn. extra ‘Donnerpunten’ ongeacht de waarde van de woning in 140 gemeenten en veel vrijkomende woningen werden geliberaliseerd. Dat betekent dat ze niet meer beschikbaar kwamen voor de doelgroep, huurders met een inkomen tot 38.000 euro.
De PvdA heeft zich daar altijd tegen verzet. In het nieuwe woningwaarderingsstelsel laten we voortaan in heel Nederland de WOZ waarde van een woning meetellen in de woningwaardering. Voor heel Nederland neemt het gemiddeld aantal punten dat een woning kan krijgen af. Bijna alle gebieden, behoudens Flevoland en het Brabantse platteland, hebben nu een gemiddeld aantal punten onder de liberalisatiegrens (minder dan 142 punten). De percentage van de feitelijke huur ten opzichte van de maximale huur blijft in dit plan gelijk, namelijk 71%. Ook voor een stadsregio als Amsterdam blijft het percentage gelijk en worden kleinere woningen beter betaalbaar dan in de eerdere plannen. In populaire steden als Eindhoven, Utrecht, Amersfoort gaat het puntenaantal naar beneden. In Rotterdam en Den Haag stijgt het puntenaantal, maar blijft het puntenaantal nog steeds ver achter bij het landelijk gemiddelde (129 punten lokaal tegenover 135 landelijk). Sommige media , zoals Het Parool, berichten dat de procentuele verandering in puntstijging in het nieuwe WWS, gelijk staat aan eenzelfde huurstijging of daling. Dat is vanzelfsprekend nonsens. Journalistieke lariekoek. Sterker, het aantal punten van een gemiddelde sociale huurwoning in de populaire hoofdstad ligt ook nu nog lager dan het landelijk gemiddelde.
Om nu het huurbeleid gebaseerd op het nieuwe puntenstelsel beter en eerlijker te laten werken, is besloten om de huurstijging van woningen, dus ook die van vrijkomende woningen, te beperken. Dit heet de huursom benadering. Deze vervangt de inkomensafhankelijke huurverhogingen. De huur, ook die van vrijkomende woningen (de zg. huurharmonisatie), mag niet meer dan een wettelijk bepaald percentage stijgen. Dat zet een rem op de liberalisering van woningen en worden zowel zittende huurders en nieuwe huurders en verhuizers gelijk behandeld. In de nieuwe Woningwet , de Novelle, krijgen gemeenten tevens verregaande bevoegdheden voor een sociaal volkshuisvestingsbeleid. Zo moeten corporaties bindende afspraken maken met de gemeenten over oa. de huurstijging, liberalisering en bouwprogramma’s. Lage inkomens blijven we ontzien door een forse verruiming van het budget voor de huurtoeslag. Zo hervormen we de woningmarkt: Eerlijker en beter!