Opiniestuk Gerben-Jan Gerbrandy over energieakkoord

Source: G.J.M. (Gerben-Jan) Gerbrandy i, published on Thursday, October 30 2014.

Dit opiniestuk van D66-Europarlementarier Gerben-Jan Gerbrandy verscheen eerder in het Reformatisch Dagblad.

Nederland debet aan slecht energieakkoord

Het vorige week in Europa bereikte energieakkoord is teleurstellend, vindt Gerben Jan Gerbrandy. En dat is deels de schuld van Nederland.

Vorige week sloten Europese regeringsleiders een energieakkoord. Er stond veel op het spel, door de enorme uitdagingen die klimaatverandering met zich meebrengt. Maar de overeengekomen doelstellingen zijn teleurstellend. De uitdagingen zijn niet serieus genomen en de ambitie lijkt afgenomen.

Energieprobleem

Naast het met de rest van de wereld gedeelde klimaatprobleem, heeft de Europese Unie (EU) ook een groot energieprobleem. De energie is hier te duur, te vervuilend, en Europa is te afhankelijk van landen zoals Rusland. Gas kost in de Verenigde Staten ongeveer een derde van de prijs in Europa. De bedrijven hier hebben daar veel last van. Dagelijks betalen wij in Europa zelfs meer dan 1 miljard euro voor de import van olie en gas.

Europa heeft verder nog maar heel weinig fossiele brandstoffen. Kijk naar Nederland, waar de gasvoorraden in Groningen en de Noordzee over enkele jaren uitgeput zullen zijn. Schaliegas is zowel om geologische als politieke redenen geen oplossing voor Europa. Blijven over zon, wind, water en andere duurzame energievormen. Zelfs als je het klimaatprobleem wat minder serieus neemt, is dat voor Europa de enige begaanbare weg.

Vorige week hadden regeringsleiders de mogelijkheid om er iets aan te doen. Door zeer ambitieus in te zetten op energiebesparing en hernieuwbare energie zou Europa niet alleen uitzicht hebben gekregen op betaalbare en schone energie, maar ook minder afhankelijk zijn geworden van dubieuze regimes.

Teleurstelling

Met dat in het achterhoofd verwacht je dus van de EU een zeer ambitieus klimaat- en energiebeleid. Groot was mijn teleurstelling toen de regeringsleiders vorige week met een zwak akkoord kwamen. De overkoepelende CO2-doelstelling van min 40 procent in 2030 is aan de lage kant, maar zou nog acceptabel kunnen zijn. Maar ten aanzien van energiebesparing en duurzame energie hebben de regeringsleiders het totaal laten afweten.

Bindende, nationaal doorberekende doelstellingen hebben ten aanzien van 2020 hun doeltreffendheid bewezen. Alleen dankzij een voor Nederland bindende doelstelling van 14 procent duurzame energie in 2020 hebben wij een nationaal energieakkoord weten te bereiken. Zonder die dwingende Europese hand had Nederland zich niets aangetrokken van het feit dat het op drie landen na het slechtst presteert op dit vlak. De Europese doelstelling voor energiebesparing in 2020 is niet bindend en op dat terrein is de minste voortgang geboekt. Dat kan geen toeval zijn.

Niet alleen is de doelstelling voor 2030 voor energiebesparing niet bindend. De doelstelling voor hernieuwbare energie wordt ook niet doorberekend naar lidstaten. Een gezamenlijke verantwoordelijkheid klinkt op papier aardig, maar zal in de praktijk betekenen dan niemand zich verantwoordelijk acht. Hoewel de urgentie tot een veel ambitieuzer klimaat- en energiebeleid dus met de dag toeneemt, heeft de Europese Raad de kop in het zand gestoken.

Stoorzender

Nederland heeft een dubieuze rol gespeeld in de aanloop naar dit akkoord. Hoewel zelf uitermate kwetsbaar vanwege de hoge CO2-intensiteit van de eigen economie, heeft het Nederlandse kabinet vanaf het begin voortgang gefrustreerd. Waar landen als Duitsland en Denemarken openlijk streden voor drie bindende doelstellingen, heeft Nederland vanaf het begin ingezet op een enkele doelstelling voor CO2. Zelfs met de eigen ervaring van het nationale energieakkoord en de rol die de bindende Europese doelstelling daarin gespeeld heeft.

Nederland was hiermee een stoorzender in het centrale gevecht in de Europese Raad: tussen Duitsland en Polen. Polen houdt al jaren het Europees klimaatbeleid in gijzeling. Bijna volledig afhankelijk van kolen, is het doodsbenauwd voor strengere klimaatdoelen. Hoewel Polen met afstand het meest profiteert van Europese fondsen, bleef het meer geld eisen in ruil voor een akkoord.

Alleen een eensgezinde opstelling van andere lidstaten zou Polen, en enkele landen die zich achter zijn brede rug verschuilden, over de streep weten te trekken. Maar Nederland bleef zich verzetten tegen ambitieuzere doelstellingen en speelde zo Polen in de kaart.

Boterzacht

Het eindresultaat is slecht en kent geen winnaars. De EU zal hiermee afhankelijk blijven van Rusland en de energieprijzen zullen zo hoog blijven. Daarnaast ben ik bang dat met het oog op de klimaattop in Parijs de rest van de wereld door dit boterzachte akkoord heen zal weten te prikken. Daarmee is de kans op een wereldwijd akkoord in Parijs kleiner geworden.

Aangezien andere landen, zoals de VS en China, verder blijven investeren in koolstofarme technologie, loopt de EU hiermee het risico op technologisch gebied een grote achterstand op te lopen. Dat zal de Europese economie op termijn nog veel meer kunnen schaden.