Nu: Begroting Buitenlandse Zaken

Source: J.H. (Han) ten Broeke i, published on Tuesday, November 18 2014.

Op dit moment wordt in de Tweede Kamer plenair gedebatteerd over de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2015.

Het debat is te volgen via politiek24.nl

Spreektekst begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken, inbreng VVD (Ten Broeke)

Inleiding

Voorzitter,

De ramp met de MH17 was een tragedie. Een tragedie die het verlies van 298 onschuldige levens betekende, en met hen, het verlies van de onschuld zelf.

Het was ook een tragedie die Nederland geopolitiek wakker schudde. De ramp met de MH17 markeerde het moment waarop Nederland haar naïviteit in de buitenland- en veiligheidspolitiek moest afleggen en waar er een einde kwam aan de onterecht geruststellende gedachte dat de wereld in de eerste plaats een vakantiebestemming of een verdienmodel is.

De illusie dat de wereld zich vanzelf in liberaal-democratische richting ontwikkelt, is - zeker voor liberalen - onweerstaanbaar. Maar niets is minder waar. Het aantal liberale democratieën in is in 2014 zelfs afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. De realiteit rechtvaardigt niet langer de stelling dat de geschiedenis voorbij is en ideologieën tot de verleden tijd behoren. Integendeel. Misschien dat aan het einde van deze eeuw een nieuwe Fukuyama opstaat, maar tot die tijd zitten we nog wel even opgescheept met Huntington. Want beschavingen staan meer dan ooit lijnrecht tegenover elkaar.

Voorzitter,

Te lang heeft Nederland zichzelf in slaap gesust met het idee dat problemen in de rest van de wereld ook ván de rest van de wereld waren. Hoe abstract was het om veiligheid van Afghanistan te zien als ónze veiligheid. En grote woorden over de prijs voor vrijheid werden geschuwd of plichtmatig bewaard voor Bevrijdingsdag, of de dodenherdenking. Maar vorige week - op 10 november - herdachten we onder andere 196 landgenoten, die de dood vonden aan boord van een vliegtuig onderweg naar vakantie of voor zaken.

Zij werden - ongewild en wellicht onbedoeld - slachtoffer van een oorlog die het achtuurjournaal al lang niet meer haalde. Een oorlog in het oosten van Oekraïne waar 19de-eeuws landjepik tot dan toe als ver-van-mijn-bed-show kon worden ervaren, maar die nu al vier maanden op ons netvlies brandt. Zelden werd buitenland zo snel binnenland.

Hetzelfde geldt voor de middeleeuwse barbarij van ISIS, die zich aan de buitengrenzen voltrekt en zich tegelijkertijd in onze binnensteden manifesteert. We zien hoe jihadgangers het sektarisme van het Midden-Oosten importeren naar onze eigen regio. Een gezin uit Amersfoort vertrok naar Syrië om daar een heilige oorlog te voeren. Een jongen uit Almere poseert naast afgehakte hoofden. Een ander wordt op een steenworp afstand van deze Kamer van zijn bed gelicht om hem te beletten deel te nemen aan de ISIS-moordmachine.

Het buitenland is nog nooit zo binnenlands geweest. En ons land is nog nooit zo met het neus op de feiten gedrukt, dat het buitenland - de wereld voorbij onze grenzen - onze toekomst bepaalt. En dus gaat het vandaag over die grenzen. Die van ons en in onze achtertuin.

Grenzen

Buitenlands beleid is in eerste instantie buitengrenzenbeleid. De noodzaak om, in ons geval, de situatie aan de buitengrenzen van de EU en het NAVO-grondgebied stabiel te houden. Dat is geen gemakkelijke opgave, in een tijd waarin grenzen verlegd en overschreden worden. De grenzen van Sykes-Picot in Syrië en Irak worden opnieuw getrokken. Maar ook de beschavingsgrens, de frontier, tussen de beschaafde en de onbeschaafde wereld, de wereld van orde en de wereld van chaos, werd in onze richting verlegd. Barbaarse jihadisten rammelen aan de poorten van strategische partners aan de buitengrenzen van Europa, en dat is reden voor alarmisme.

Grenzen spelen niet alleen bij ons een rol. In de wereld zien we (1) volkeren die vechten voor het vastleggen van hun grenzen, zoals de Koerden.

(2) Zij die hun grens willen behouden, de Oekraïners.

(3) En zij die zich er niets van aantrekken, zoals het Rusland van Poetin.

Leiders die het buitenlands beleid van de EU bovendien op de proef stellen, maar waarvan nog altijd blijkt dat hun pijngrens hoger ligt dan de onze. Ook dat zijn grenzen in onze buitenlandse politiek een rol spelen.

En tegen die achtergrond is de evergreen van onze buitenlandpolitiek, het praten over veilige grenzen tussen Israël en een Palestijnse staat, misschien nog wel de meest geruststellende. Maar ook in Jeruzalem kan niet meer van rust gesproken worden. Dat heeft de aanslag van vanochtend wederom duidelijk gemaakt. Overigens vond ik het een goed signaal dat zowel onze minister als de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken de aanslag op de synagoge in Jeruzalem vanmorgen veroordeelden.

Voorzitter,

Waar in de rest van de wereld nieuwe grenzen worden getrokken en grenzen worden verlegd, zijn wij helaas niet meer in de positie om ze uitsluitend met universele waarden daarvan af te houden. De machteloosheid van de VN is daarvan misschien wel het beste bewijs. De roep om realpolitik klinkt dan ook uit allerlei hoeken. Maar realpolitik is niet iets waar je alleen maar toe moet oproepen.

Het verhogen van defensie-uitgaven, het maken van vuile handen en het kiezen van strategische partnerschappen - ook als het geen fijne vrienden zijn - dat is waar de Amerikanen in het Midden-Oosten zoveel kritiek op hebben ontvangen. En nu de Pax Americana op z’n retour is, rest ons dezelfde keuze.

Midden-Oosten

We hebben in de afgelopen jaren verschillende revoluties zien plaatsvinden in de Arabische wereld. In Egypte, Tunesië, Libië, Syrië en in Jemen. Ze hadden allemaal een ding gemeen: er was een impopulaire, repressieve leider aan de macht die de oppositie niet kon verenigen. Het enige waar de oppositiepartijen het over eens waren, was dat ze af wilden van de leider, en voor de rest waren ze het nergens over eens.

We zagen eigenlijk drie ‘smaken’:

  • • 
    In die landen waar het leger een instrument van de staat was, werd het regime in de steek gelaten om het volk te beschermen.
  • • 
    Als het leger met geen van beide een sterke band had, viel het uit elkaar, zoals in Libië.
  • • 
    En als het leger een instrument was van het regime, dan liet het leger het volk in de steek.

Assad dacht dat Syrië die dans zou ontspringen. Syrië zou stabiel zijn. Maar Tunesië en Egypte hadden geen regimes die bereid waren hun eigen bevolking af te slachten. Syrië heeft dat wel. En zo is een situatie ontstaan die al meer 200.000 mensen het leven heeft gekost, maar vooral ook een brandhaard die ook onze stabiliteit bedreigt.

Meer dan 5.000 groeperingen proberen het machtsvacuüm dat in grote delen van het Midden-Oosten is ontstaan, op te vullen. De bekendste daarvan is ISIS, een organisatie die anders dan Al Qaeda, wél statelijke ambities heeft, en met haar verschrikkelijke, nihilistische benadering ontheemd, ontvoert en onthoofd. Ze zijn niet uit op geld. Ze kunnen niet worden omgekocht. Ze zijn niet voor rede of onderhandeling vatbaar. “Some men just want to watch the world burn”.

Hoe ISIS te bestrijden? Dat doen we onder andere met de internationale missie Inherent Resolve, waar ook Nederland zijn bijdrage aan levert met F-16’s en trainers. Maar een ideologie kan je niet wegbombarderen. Ik weet niet wat een jongen uit de Schilderswijk drijft om zich aan te sluiten bij ISIS. Mijn ChristenUnie-collega Segers deed in een recente column in het Nederlands Dagblad een poging om dat ‘onbegrijpelijke te begrijpen’. Ook bij de aanslagen op 11 september 2001 zat een gewone jongen uit Beiroet, die uiteindelijk viel voor de meest zwarte versie van de islam. We zullen daarom naast militaire actie, ook moeten proberen de aantrekkingskracht in eigen land te begrijpen en te minimaliseren. Ik weet niet hoe.

Wel weet ik dat we tot die tijd, de levensvatbaarheid van de statelijke ambities van ISIS moeten ondermijnen. Eerder heeft de hele Kamer hierover een motie gesteund, om ISIS overal waar mogelijk financieel af te knijpen.

Daarover dan ook een paar vragen:

  • • 
    Hoe staat het met de uitvoering van deze motie en wat wordt er gedaan om particulieren als landen uit Qatar, Saoedi-Arabië en Koeweit aan te pakken?
  • • 
    Wat wordt er gedaan om te voorkomen dat ISIS olie kan verhandelen en geld naar en uit ISIS-gebied kan smokkelen?
  • • 
    En kan de minister het bericht van de Financial Tracking Service van de VN bevestigen dat alleen al uit Qatar de afgelopen drie jaar zo’n 200 miljoen dollar naar anonieme Syrische bankrekeningen - hoogstwaarschijnlijk van organisaties als ISIS - is overgemaakt en dat ISIS nu zo’n 6 miljoen dollar per dag verdient?

Gek genoeg verenigt ISIS ons ook. Er is een gezamenlijk doel en er zijn nieuwe strategische partnerschappen ontstaan. Landen die net als ons baat hebben bij een stabiel Midden-Oosten en bereid zijn daarvoor vuile handen te maken. Landen als Jordanië, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten. Landen die helpen bij de regionale opvang van vluchtelingen of militaire acties ondernemen tegen de jihadistische terreur in het Midden-Oosten. Die landen hebben we nodig.

Niet ieder land is bij machte om de jihadistische dreiging effectief te lijf te gaan. Die landen die nog onvoldoende in staat zijn om te strijd tegen terreur zelfstandig aan te gaan, moeten we helpen met opzetten van een effectieve veiligheidsketen. Dat doen we in Mali, in Irak, voor de kust van Somalië, en binnenkort ook in Afghanistan. Dat zijn de landen aan de buitengrenzen van Europa, en Nederland is erbij gebaat als deze landen stabiel zijn. Om tal van redenen, maar in de allereerste plaats voor onze veiligheid, handel en migratiebelangen.

En om dit werk te kunnen blijven doen zijn twee dingen nodig.

1.

We moeten allereerst op zoek gaan naar nieuwe manieren om missies duurzaam te financieren zonder op onaangename verrassingen te stuiten. We hebben allemaal gezien dat er een kasschuif nodig was om de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS te financieren. In dat kader wil ik de regering vragen op zoek te gaan naar een structurele oplossing voor de financiering van een missies:

  • • 
    Hoe kunnen we missies duurzaam blijven financieren zonder uit de reserves van de toekomst te moeten putten?
  • • 
    En hoe kunnen we de ambitie in de Internationale Veiligheidsstrategie in overeenstemming brengen met onze mogelijkheden?

Ik overweeg een motie op dit punt.

2.

Verder, en dat is ook al ter sprake gekomen tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen en de behandeling van de Defensiebegroting, moeten we verder investeren in een slagvaardige krijgsmacht. Naar aanleiding van de aangenomen motie-Van der Staaij brengt de regering nu in beeld hoe daar invulling aan kan worden gegeven. Mijn fractie ziet het voorstel van de regering met veel belangstelling tegemoet.

Rusland/Oekraïne

Dan naar onze oostgrens. Afgelopen vrijdag verscheen een brief over de Internationale Veiligheidsstrategie van deze regering. “Er is geen reden tot alarmisme”, schrijft het kabinet. “maar wel tot realisme.

Met het Russische optreden op de Krim en vervolgens in Oost-Oekraïne is een fundamentele verandering teweeg gebracht in de relatie van de EU en de NAVO met Rusland. Van een terugkeer naar de Koude Oorlog is geen sprake.” Dat laatste onderschrijf ik. Er is geen sprake van het begin van een nieuwe Koude Oorlog, wel van het einde aan een illusie. De illusie dat de grenzen van Europa voorgoed vastliggen en dat oorlogen zich alleen nog maar voordoen op andere continenten.

Tegelijkertijd heeft Poetin ons ook een dienst bewezen. De NAVO verenigt zich rondom artikel 5 van het Handvest en stelt de landen in Oost-Europa die daar terecht om vragen gerust. Onze politieke verschillen konden we overwinnen vanuit de noodzaak om een sanctiepakket samen te stellen dat Rusland treft. Nu moeten we een doorbraak forceren op energiegebied. En de ondergrens van de defensiebestedingen - zoveel is duidelijk - is bereikt. Opwaartse druk op de defensiebegrotingen, en ook in dit parlement, wordt in Europa breed gedragen. En dat is winst.

Poetin zal niet voor eeuwig aanblijven, en zoals oud-minister Timmermans al aangaf in zijn H.J. Schoo-lezing, zullen we realistisch moeten zijn en op sommige vlakken ook met Rusland moeten blijven samenwerken. Zolang Poetin en zijn gedachtegoed Rusland regeren, zullen Europa en de NAVO de Russische dreiging moeten indammen. En wel door het spoor van sancties af te lopen, de oostgrens van het bondgenootschap te verstevigen en een einde te maken aan de energieafhankelijkheid van Rusland. En dat laatste treft energiestaat Rusland misschien nog wel het hardst. Het raakt Rusland in het hart, en maakt de crisis vooral Poetins probleem.

Verder moet de NAVO een geloofwaardige afschrikkingspositie behouden tegenover Rusland en verdere mogelijkheden voor reassurance en readiness moeten verkennen en uitputten. Een militaire spierbal, een economische vuist - maar ook een uitgestoken hand.

  • • 
    Ik hoor graag hoe de minister hier naar kijkt.

Ten aanzien van Oekraïne moet een ding helder zijn: Oekraïne komt niet bij de EU. Er is geen enkel zicht op lidmaatschap. Ook niet van de NAVO. Maar een associatieverdrag hebben we terecht gesloten en daarvoor geldt dat het ook moet worden geratificeerd.

Hoe staat het met het ratificatieproces van dit verdrag en zou het zin hebben om dit proces als Kamer te versnellen?

Verder heb ik ook nog een vraag over de MATRA-gelden. Aan de rand van Europa dragen we middels deze gelden bij aan de transitie in een groot aantal landen. Dat steunt mijn fractie. Wel mag daar best iets tegenover staan.

Is de minister het met mij eens dat van deze landen verwacht mag worden dat ze helpen bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, het terugnemen van migranten en regionale opvang?

Multilateraal

Samenwerken met partners - of het nou landen of internationale organisaties zijn - blijft van groot belang. Of het nu om de crisis aan onze oostgrens of de sektarische brandhaarden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gaat: we moeten de krachten bundelen om deze crises te lijf te gaan. In EU-, NAVO- en soms ook in VN-verband. Dat laatste is misschien nog wel het moeilijkst. Er is een tekort aan overeenstemmingen tussen VN-staten en dat maakt slagvaardig optreden moeilijk.

Een van de belangrijkste werkzaamheden van de VN is de opvang van vluchtelingen. Dat steunt de VVD van harte. Wel is het belangrijk dat Nederland niet telkens als eerste de portemonnee trekt, en andere landen het op z’n beloop laten. Daarom moet het VN-noodfonds, CERF, structureler worden gefinancierd om effectieve opvang van vluchtelingen mogelijk te maken zonder dat de VN telkens met de pet rond moet gaan. Minister Ploumen heeft hier eerder haar steun voor uitgesproken. Nederland heeft te kennen gegeven meer geld vrij te willen maken voor opvang in de regio.

  • • 
    Kunnen we hier de voorwaarde aan verbinden dat er alleen meer geld beschikbaar wordt gesteld aan het noodfonds, als andere landen dit voorbeeld volgen?

Een ander punt over de VN is natuurlijk de VN-Veiligheidsraad. Eerder heb ik het kabinet al opgeroepen tot het pleiten van het vrijwillig opgeven van het vetorecht in de VN-Veiligheidsraad, als er sprake is van grove mensenrechtenschendingen als de inzet van chemische wapens. Het kabinet stond daar positief tegenover.

  • • 
    Hoe staat de nieuwe minister hierin?
  • • 
    En is ook hij bereid hier, misschien zelfs in het kader van de Nederlandse kandidatuur, werk van te maken?

Voorzitter,

Tijdens de vorige begrotingsbehandeling hebben we de vrijwillige afdrachten aan VN-organisaties al onder de loep genomen. Nederland is ook daarin - dat constateerden we toen ook - het braafste jongetje van de klas. In lijn met de koers die VVD vorig jaar heeft ingezet ten aanzien van vrijwillige afdrachten ziet mijn fractie graag dat de afdrachten gekoppeld worden aan de prestaties van deze organisaties, zoals beschreven in de zogeheten score cards. Dit stelt mijn collega De Caluwé morgen ook aan de orde in de behandeling van de begroting BUHA/OS.

  • • 
    Is de minister het met mij eens dat de prestaties van VN-organisaties mede bepalend moeten worden van de hoogte van onze bijdrage?

Conclusie

Tot slot, voorzitter.

Het moge duidelijk zijn waar de VVD staat. Deze begroting draait om veiligheid. En ik was blij te constateren dat ook de minister vanmorgen op Radio 1 hetzelfde vaststelde. Veiligheid is van het allergrootste belang. In het binnenland, maar ook in het buitenland. Ik zei het al in mijn inleiding: binnenland en buitenland zijn nog nooit zo vervlochten geweest. Verdere samenwerking tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en Defensie is daarom wenselijk.