De EU heeft een ‘triple A’-plan nodig - Main contents
Het investeringsprogramma van Jean-Claude Juncker en zijn nieuw aangetreden Europese Commissie is geslepen: formeel houdt hij zich aan zijn belofte van 300 mrd aan investeringen maar feitelijk doet hij een oproep aan Europese landen voor een grotere bijdrage. Terwijl wat we werkelijk nodig hebben is een beter gevuld fonds voor investeringen in groei en banen dat daadwerkelijk aanzet tot structurele hervormingen.
Dankzij zijn belofte om te komen met een investeringspakket van 300 mrd wist Commissie-voorzitter Juncker in oktober een meerderheid van het Europees Parlement over te halen om in te stemmen met zijn team. Het plan, zoals gisteren gepresenteerd, is een stap in de goede richting maar verdere stappen zijn nodig.
Juncker maakt geen nieuwe middelen voor investeringen vrij, hij schuift alleen met potjes. Dat levert een papieren bedrag van 21 mrd op. Daarna gebruikt Juncker een hefboom die dit bedrag wonderbaarlijk tot 300 mrd vermenigvuldigt. Alleen (goed)gelovigen zullen Junckers programma kunnen waarderen. Bovendien, de geboden financiële garanties zijn misschien nog wel aantrekkelijk voor bijna-commerciële projecten maar niet voor werkelijk publieke projecten.
Dat investeringen hard nodig zijn blijkt uit het feit dat langdurige stagnatie in Europa dreigt. Investeringen kunnen Europa de gewenste impuls geven, maar deze zijn historisch laag. In zo’n scenario is de `what ever it takes’-houding van de Europese Centrale Bank onvoldoende om investeringen en andere bestedingen een impuls te geven. De rente heeft de ondergrens bereikt en kan niet lager.
Het enige andere middel dat de economie weer op gang kan krijgen, is een werkelijke budgettaire impuls. Dit vraagt durf, temeer omdat veel de liberale en conservatieve politici zich hebben vastgebeten in het beteugelen van de overheidsschuld. Maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
De uitwerkingen door Juncker en de Commissie kan en moet beter. Dit kan Juncker niet alleen, ook inspanningen van lidstaten zijn nodig. Het plan moet `triple A’ zijn: activeren van extra investeringen, aanjagen van structurele groei, aanzetten tot echte hervormingen.
Het activeren van extra investeringen vraagt over drie jaar van ongeveer 1% van het nationaal product in de eurozone, zo’n 300 mrd. Dit is hard nodig om een scenario van stagnatie af te wenden. Daarnaast moet er, als dit middel onvoldoende blijkt om doemscenario’s daadwerkelijk te ontlopen, nog een optie zijn voor een volgende 300 mrd. Een instrument voor zo’n zes jaar laat vastberadenheid zien en draagt bij aan vertrouwen onder consumenten en producenten. De bijdragen van landen, tezamen zo’n 80 a 100 mrd, tellen niet voor de begrotingsnormen voor tekort en schuld.
Het aanjagen van de structurele groei vraagt om gerichte publieke investeringen. De investeringen in digitale economie, duurzaam transport en hernieuwbare energie moeten bijdragen aan het versterken van de Europese economie op de langere termijn
Het aanzetten tot hervormingen is tot slot van groot belang. Dat kan door de werkelijke toegang tot het investeringsinstrument van Juncker te koppelen aan concrete plannen voor structurele hervormingen. Op deze manier versterkt het investeringsinstrument het Stabiliteits- en Groeipact. Er is niet alleen de machteloze dreiging met een boete voor landen die hun begrotingstekort boven de 3% laten stijgen, maar ook het lokaas van investeringen.
Het gebrek aan investeringen is een fundamenteel probleem in de Europese economie. Junckers plan is in die zin goed dat het investeringen weer centraal stelt. Maar de uitdaging blijft. Europa moeten kiezen voor triple A: een beter gevuld fonds voor investeringen gecombineerd met structurele hervormingen.
Paul Tang (PvdA) en Jakob von Weizsäcker (SPD) zijn lid van de Socialisten & Democraten-fractie van het Europees Parlement
Dit opiniestuk verscheen in Het Financieele Dagblad op donderdag 27 november 2014